België heeft tweede kleinste loonkloof in Europa

België blijft een van de koplopers op het gebied van loongelijkheid tussen mannen en vrouwen. In 2023 verdienden vrouwen gemiddeld slechts 0,7 procent minder per uur dan hun mannelijke collega’s. Dit is een significante verbetering ten opzichte van tien jaar geleden, toen de loonkloof nog 6,8 procentpunten groter was. Dat blijkt uit cijfers van Statbel.

Binnen Europa scoort België bijzonder goed op het vlak van loongelijkheid. Het gemiddelde loonkloofpercentage binnen de Europese Unie bedraagt 12 procent, wat betekent dat vrouwen in veel andere lidstaten nog steeds aanzienlijk minder verdienen dan mannen. Enkel Luxemburg doet het beter dan België.

De cijfers van Statbel worden berekend volgens de richtlijnen van Eurostat, waardoor een internationale vergelijking mogelijk is. De kleine loonkloof in België is een teken dat inspanningen voor gelijke verloning vruchten afwerpen, maar er zijn nog steeds nuances die het beeld kunnen vertekenen.

Werktijden spelen een rol

Een belangrijke kanttekening bij de loonkloofcijfers is dat ze berekend worden op basis van het bruto uurloon, zonder rekening te houden met werktijden. Dit betekent dat beroepen waarin contractuele en effectieve werkuren sterk verschillen, zoals het onderwijs, de cijfers kunnen vertekenen. Bijvoorbeeld, bij leerkrachten worden enkel lesuren meegerekend, terwijl de feitelijke werktijd vaak hoger ligt.

Wanneer de loonkloof wordt gecorrigeerd op basis van de werkelijk gewerkte uren, stijgt deze met vier procentpunten tot 4,7 procent. Dit komt vooral door twee factoren in de onderwijssector: ten eerste zijn de effectieve werkuren er hoger dan de contractuele lesuren, waardoor het berekende uurloon lager uitvalt bij correctie. Ten tweede werken er in deze sector relatief veel vrouwen, wat de loonkloofcijfers sterk beïnvloedt.

Meer
Lees meer...