“Black History Month is niet alleen voor blacks”

Nog tot eind maart staat Antwerpen in het teken van zwarte kunst. Tijdens de Belgische Black History Month toont het FOMU (Fotomuseum) werk van zwarte kunstenaars in België. Fotograaf Gerson Ntiti (19) is een van hen.

Eind december vorig jaar deden de organisatie achter Black History Month Antwerp en het Fotomuseum Antwerpen een oproep aan zwarte kunstenaars in België om deel te nemen aan een wedstrijd door werk in te sturen dat een antwoord biedt op de vraag: wat betekent vrijheid voor jou als Afro-Belg? Gerson besloot om deel te nemen met foto’s die hij voor zijn eindwerk had gemaakt (Gerson studeert toegepaste beeldende kunsten, nvdr.). Tot zijn eigen grote verbazing werd hij gekozen om een maand lang zijn foto’s tentoon te stellen in het FOMU. “Ik wil van fotografie mijn beroep maken. Daarom ga ik volgend jaar fotografie studeren. De ervaring in het FOMU is een mooie voorbereiding op de artistieke toelatingsproef die ik komende zomer zal moeten afleggen.”

Het FOMU heeft jou gevraagd om met je werk te visualiseren wat vrijheid voor jou betekent. Kun je dat ook verwoorden?

“Vrijheid betekent voor mij dat ik me kan uitdrukken zonder veroordeeld te worden. Ik wil mijn ding kunnen doen zonder bestempeld te worden als ‘raar’. Het is moeilijk om jezelf te zijn zonder negatieve reacties te krijgen. Mocht dat ooit mogelijk zijn, dan zou dat de ultieme vrijheid betekenen voor mij.”

Je foto’s worden getoond op drie aparte iPod-schermen. Waarom heb je hiervoor gekozen?

“Ik experimenteer graag met verschillende soorten licht, daardoor krijgen mijn foto’s iets digitaals. Die stijl komt volgens mij beter tot zijn recht op schermen dan op prints. Ook bij mijn toekomstige expo’s, hoop ik dat mijn werk op schermen zal getoond worden.”

“Veel mensen vroegen me of de foto’s met een gsm zijn gemaakt. Dat vind ik geen belediging, want het doel van fotografie is om een beeld te maken dat iedereen op zijn eigen manier kan interpreteren. Maar voor alle duidelijkheid: ze zijn niet met een iPhone gemaakt. Ik hou ervan om een spiegelreflexcamera in mijn handen te hebben.”

Er staan drie woorden tussen je foto’s: reflect, act en react.

“Die woorden staan voor het proces van de fotografie. Ze geven weer hoe ik tot mijn resultaten kom. Ik ben een redelijk chaotisch iemand, en ik heb een heel druk leven. De afgelopen twee jaar heb ik ontdekt dat ik beter wat doordachter te werk kan gaan: eerst reflecteren, dan handelen, en als laatste reageren of veranderen. Die stappen volg ik niet alleen in de fotografie, maar ook in het dagelijks leven. Ik moet niet te veel overhaasten.”

Waarom passen jouw foto’s zo goed in deze expo?

“De beelden sluiten aan bij het thema van de Black History Month: zwarte kunst als verzet en als weg naar bevrijding. Ze ademen een sfeer waarin ik mij comfortabel en vrij voel. Mijn foto’s hebben een rebels karakter. Net als in de geschiedenis, op de weg naar bevrijding: toen ging het er ook rebels aan toe.”

Is dat rebelse karakter een activistisch element?

Nee, niet direct. Het is een manier om mijn eigen gevoel in beelden te verwerken. Ik gebruik mijn foto’s niet als propagandamiddel, maar als expressiemiddel. Het publiek zal het gevoel dat ik had tijdens het fotograferen altijd kunnen terugvinden in mijn werk. Bijvoorbeeld door de stijl waarin ik de beelden heb bewerkt. De foto’s in het FOMU zijn best donker en grimmig. Ik had ze evengoed fleurig kunnen maken, maar op dat moment zat ik minder goed in mijn vel en dat wilde ik laten zien.”

“Als ik mijn gevoel integreer in mijn beelden, kan ik achteraf terugblikken op hoe ik mij toen voelde en kan ik vergelijken met hoe ik mij nu voel. Zo heb ik een beter zicht op mijn ontwikkeling. Dat geeft mij voldoening.”

Is fotografie voor jou een verzetsvorm?

“Ik zie het eerder als een persoonlijke bevrijding. Fotografie werkt verlossend voor mij, omdat het me eindelijk in staat stelt om mijn gevoel te uiten. Andere mensen laten zien hoe ik mij voel, dat is een vorm van vrijheid.”

“Ik probeer echter zo weinig mogelijk om thema’s als racisme zichtbaar en bespreekbaar te maken met mijn foto’s. Ik zeg niet dat het niet mogelijk is om via kunst aandacht te vragen voor de problemen waar wij als zwarte Belg mee te maken krijgen, maar voor mij ligt dat gewoon moeilijker. Het is ook niet mijn doel als fotograaf om mensen bewust te maken van die problemen.”

Wat wil je als fotograaf met je kunst bereiken?

“Dat communicatie erg belangrijk is. Door te communiceren kunnen we veel meer oplossen dan door ons ertegen te verzetten en te protesteren. Er worden nog steeds te weinig tussen de verschillende groepen in de samenleving onderling gepraat, waardoor we te weinig weten over elkaar. Op school bijvoorbeeld wordt er ook te weinig aandacht besteed aan de kolonisatie. Als we met elkaar zouden communiceren, dan zou het gemakkelijker zijn om racistische taferelen als op Pukkelpop afgelopen zomer en op het Aalsts Carnaval te vermijden. Maar ik wil mensen op een andere manier bewust maken. Ik heb al vaker nagedacht over een fotoreeks waarin ik alle verschillende menselijke rassen in beeld wil brengen.”

Ik verwachtte op jouw foto’s uitsluitend zwarte modellen, maar op een ervan stond inderdaad een witte vrouw.

“Zwarte geschiedenis heeft niet alleen te maken met zwarte mensen zelf. Ze heeft wereldwijd effect gehad. De geschiedenis was uiteraard voornamelijk gruwelijk voor zwarte mensen, maar alle rassen ter wereld waren erbij betrokken. Black History Month zou dus ook voor witte mensen iets positiefs kunnen betekenen. Ondanks het feit dat zwarte mensen centraal staan, kunnen we het ook allemaal samen vieren, zonder het vooroordeel dat Black History Month alleen voor blacks bedoeld is.”

Maar vind je dan niet dat er al zo weinig zwarte modellen in de picture gezet worden door het heersende dominante westerse schoonheidsideaal?

“Zwarte mensen staan inderdaad niet vaak op covers, maar er is wel degelijk een evolutie. We mogen die niet overhaasten. Als we onze idealen doordrammen, duwen we mensen weg waardoor de bereidheid om ons te accepteren net weer verdwijnt. We hebben al sinds de slavernij hard ons best moeten doen om geaccepteerd te worden, en we worden als blacks nog steeds niet volledig geaccepteerd. Maar dat betekent niet dat we niet trots mogen zijn op de lange weg die we al hebben afgelegd. Beetje bij beetje komen we er wel. Uiteindelijk zullen we gelijkgesteld worden aan de westerlingen, daar heb ik vertrouwen in.”

Mohamed Barrie, een van de organisators van Black History Month Antwerp, gaf aan dat er in België eigenlijk veel zwarte kunst is, maar ‘dat die vaak alleen bekend is bij mensen die in die specifieke niche van die specifieke kunstvorm thuis zijn’. Hoe komt het volgens jou dat er zo weinig aandacht is voor zwarte kunst?

“Dat komt omdat bepaalde kunststandaarden nog steeds van kracht zijn. Wat kunst is, wordt door een bepaalde groep bepaald, en daar hangt men nog veel te veel aan vast. De kunstgeschiedenis is nog steeds gebaseerd op het werk van westerse kunstenaars. Dan is het moeilijk om zwarte kunstenaars in beeld te brengen. Ik ben daarom blij dat er deze maand aandacht aan hén wordt besteed.”

Je hebt Afrikaanse roots, maar bent opgegroeid in West-Vlaanderen. Heeft die achtergrond jou gevormd tot de fotograaf die je nu bent?

“Ik heb een Afrikaanse opvoeding gekregen, maar de mensen waar ik mee omging waren Vlamingen. Door mijn opvoeding heb ik de balans gevonden tussen wat ik wel en wat ik niet kan doen. Ik weet waar mijn grenzen liggen. Als fotograaf kan ik bijvoorbeeld wel bepaalde beelden maken die ik op school zou kunnen vertonen, maar die in onze cultuur nogal gevoelig liggen. Thuis zouden ze vinden dat ik naaktfoto’s beter op mijn pc kan laten staan. Maar het is niet omdat ik dit voor mezelf doe, dat ik alleen aan mezelf moet denken. Mijn ouders maken een groot deel van mijn leven uit en ik wil hen tevredenstellen.”

Inspireert je Afrikaanse opvoeding je?

“Ja. Het rebelse karakter van mijn foto’s zit ook in mij, maar ik kan en wil niet tegen mijn ouder ingaan. Daarom kon ik bepaalde dingen als jonge jongen niet doen, zoals uitgaan en veel alcohol drinken. Ik wilde dat wel graag, omdat ik vrienden had die dat deden, maar ik heb het nooit gedaan. Nu heb ik de fotografie om die grenzen af te tasten. Sommige durf ik wel eens te overtreden om tot een resultaat te komen waar ik echt trots op kan zijn.”

Wie is je belangrijkste inspiratiebron?

“Dat ben ikzelf. (lacht) Dat klinkt misschien egoïstisch, maar ik denk dat fotografie het origineelst is als je vanuit jezelf en je eigen gedachten werkt. Als mensen mijn foto’s zien, wil ik dat zij zeggen: dat is gemaakt door Gerson. Ik wil niet dat ze zeggen: dat is gebaseerd op X of geïnspireerd op Y. De grootste uitdaging is om mijn eigen stijl te ontwikkelen. Met je eigen stijl kom je het verst in de kunstwereld.”

© 2019 – StampMedia – Corine Nelemans