Dag twee op Pukkelpop: Steak Number Eight, een twijfelende Pharrell en heersende Oscar and the Wolf

Een afwisselende dag op Pukkelpop: in Kiewit kon je een nostalgische gitaar, een emotioneel ‘afscheid’ en een beklijvende Oscar and the Wolf zien. Zowel Pharrell Williams als Papa Roach mochten aantreden, Charlotte de Witte mocht afsluiten.

Pukkelpop is altijd behoorlijk divers en de tweede dag was daar een mooi voorbeeld van: het betere Belgische gitaarwerk was goed vertegenwoordigd (van de ietsje zachtere bij The Sore Losers naar een afscheid bij Steak Number Eight, maar ook snoeiharde Amenra). Wie de electrotoer op wou, mocht aanschuiven bij de Main Stage om Oscar and The Wolf bezig te zien. Voor de nostalgische Pukkelpopper was er Papa Roach, het jonge geweld kon meeschreeuwen bij Yungblud en dan hebben we het nog niet over N.E.R.D. gehad.

Steak Number Eight

Voor de fans van Steak Number Eight was deze ronde Pukkelpop eigenlijk een afscheidsrondje. ’t is te zeggen: de heren beginnen onder een nieuwe naam. Een goede reden om nog eens alles uit de kast te halen in de Marquee en de Wevelgemnaren deden dat ook met verve. Lang moeten we ze niet missen: de volgende plaat ligt al zo goed als klaar, beloofde Tomas De Soete bij de aankondiging.

Maar dan heb je wel de sfeer van dit concert gemist: bij wijze van uitzondering hadden Brent Vanneste een confettikanon en vuurwerk mee. Volstrekt onnodig maar wel bijzonder: het publiek dat met tranen in de ogen meeheadbangede was het ware testament van Steak Number Eight. Al van bij ‘Sea is Dying’ moest de security en masse crowdsurfers terug naar huis sturen. Bij ‘Return of the Kolomon’, de afsluiter, dook Vanneste zelf het publiek in. Een laatste omarming: de volgende keer Kiewit ziet er sowieso anders uit.

Kodaline

Voor wie Steak Number Eight wat te zwaar was: Kodaline was de balsem op de ziel. De Ieren begonnen meteen met ‘Love Like This’, het ideale medicijn voor een offday. Het beetje wolken dat boven de wei van Kiewit hing, verdween letterlijk als regen voor de zon. Perfect entertainment voor het midden van de dag, nog heel vroeg in festivaltermen. Dé perfecte afsluiter: de lang uitgerokken owoooows van ‘All I Want’: complexloos, fijn en lekker los. Dat Steve Garrigan zijn publiek goed weet te leiden, helpt ongetwijfeld ook, dat hij er niet slecht uitziet, verklaart de liefdesverklaringen op de bordjes in de massa.

The Sore Losers en Yungblud

Het is alweer bijna acht jaar geleden dat The Sore Losers meedeed aan Humo’s Rock Rally en intussen kunnen ze vlotjes genoeg volk bij elkaar krijgen op Pukkelpop om de Marquee waard te zijn. De Limburgers speelden een thuismatch en openden met Don’t Know Nothing. Dat ze intussen wel weten wat ze waard zijn, mag wel duidelijk zijn.

Er kwam ook nieuw werk: Gracias Senor, de nieuwe plaat, komt er binnenkort aan en daaruit mochten we halverwege de single ‘Dark Ride’ horen. ‘Emily’ zat daar nog achter en toen ‘Tripper’ uit de boxen galmde, werd weer duidelijk waarom Pukkelpop zo’n speciale plek blijft voor Limburgse bands.

Wie goesting had in nog meer springen, kon nadien naar Yungblud, de Britse rocker/punker/ska-rapper die met ‘I Love You, Will You Marry Me’ een pracht van een single afleverde. Maar dat Yungblud meer dan dat in z’n mouwen heeft zitten, zullen we geweten hebben. De Brit stormde zowat het podium op, schudde iedereen in de zaal goed wakker. Benieuwd hoe dat afliep? Check hier onze review.

newsmonkey

Cut my life into pieces: Papa Roach

Voor het iets oudere publiek had Pukkelpop nog een vrij late toevoeging voorzien: Papa Roach mocht al de tienerpijn die tieners in de nineties voelden, nog eens komen uitschreeuwen. De alternatieve metalrockers uit Californië zijn al twee decennia bezig, maar daar was nog niets van te zien. Dat ze openden met nieuwer werk kon het publiek trouwens ook niet deren, ‘Crooked Teeth’ klinkt een beetje alsof het in de jaren negentig geschreven is, maar Jacoby Shaddix springt nog steeds over het podium alsof zijn leven ervan afhangt.

Mooie momenten: Shaddix die even een momentje neemt om de donkere stukken tekst waar Papa Roach bekend om staat (ze werden bekend rond dezelfde tijd als bands zoals Linkin Park en Korn) even te kaderen. “I’ve been there”, zei Shaddix en het publiek snapte het. Nog een mooie: een covertje van Blur tussendoor. Bij klassieker en afsluiter ‘Last Resort’ sprong iedereen z’n jeugdtrauma’s eruit. (Check hier nog 29 songs die het hart van elke 90’s alternativo doen smelten.)

Pharrell en Chad: N*E*R*D*

No One Ever Really Dies is het idee achter N*E*R*D* en met een hitmachine als Pharrel Williams die voor vijftig procent van het project verantwoordelijk is, verwacht je ook dikke drommen. Niks is minder waar: er stond zeker volk voor N*E*R*D* en met de muziek zat het wel goed. Pharrell weet hoe hij een nummer moet maken (hij is trouwens ook bezig aan een film over zichzelf), hij kent de trucjes van de foor, maar op Pukkelpop zat het goed mis. Ondanks een rij hyperfans die (volledig in gear van het laatste album) het hele concert op het podium mochten beleven, een rits achtergronddanseressen en stapels energie, kwam N*E*R*D* nooit helemaal van de grond. Een gemiste kans, voor Pharrell of voor Kiewit, dat valt nog te bezien.

Smaakte ook, rapte ook en organiseerde wel een kleine explosie in de Marquee: de Brusselse ketten Roméo Elvis, Caballero en JeanJass. De bassen lieten de kelen rauw, het publiek keelde mee en gooide de hekkens bijna omver, daar was het feestje waar Pharrell waarschijnlijk naar op zoek was. Ook bezig op dat moment (géén moeilijke keuze want een heel andere stijl): Amenra.

Wie zijn portie doommetal op tijd en stond nodig heeft, kon terecht in de Marquee voor een hoogmis van de Belgische metalscène. Colin Van Eeckhout mocht dit jaar een MIA oppikken, wie puur op basis daarvan naar de Marquee trok, kwam wellicht lichtelijk geschrokken opnieuw buiten: met de Church of Ra wordt niet gespot. Het undergroundfenomeen mag dan op Pukkelpop staan, Amenra kan je het gevoel geven dat je longen tegen je ribben kleven.

Oscar and the Wolf

En dan was het dus tijd voor meer verering: deze keer aan de kerk van Max Colombie, die met Oscar and the Wolf mocht headlinen op de Main Stage. Spektakel verzekerd: de witte catwalk die al even voor de Main stond, was daar het vroege bewijs van. Onze volledige review kan je hier lezen (Oscar and the Wolf op Pukkelpop: extatisch, sensueel en mét kaplaarzen), maar kort gesteld leverde Oscar and the Wolf af waar hij voor bekend staat.

Dat wil zeggen dat er over de muziek (waar hij ettelijke MIA’s voor mocht oppikken) niets aan te merken valt: een opeenvolging van hits, de hese stem van Colombie die uitzwermt over de weide: dik in orde. Over de kaplaarzen, daar hebben we het laatste woord nog niet over gehoord.

Meer
Lees meer...