De dagen zijn een halfuur langer dan 70 miljoen jaar geleden: een jaar telde toen 372 dagen

70 miljoen jaar geleden waren de dagen een half uur korter dan die van vandaag. Dat blijkt uit onderzoek van verschillende Belgische universiteiten, dat gepubliceerd werd in een internationaal geologisch vakblad. De onderzoekers bestudeerden de schelp van de mosselen of oesters van die tijd.

De schelpen die ze onderzochten, groeiden in lagen, waardoor de veranderingen per jaar én per dag te zien zijn. Die berekenden de onderzoekers (van de VUB, de ULB en de UGent) en vergeleken ze daarna met elkaar.

Groeiringen bestuderen

De groeiringen op de schelpen zijn al langer ontdekt, maar tot nu konden wetenschappers die alleen bestuderen met een microscoop. Daar moeten ze dus zelf door kijken, en het menselijk oog heeft een redelijk grote foutenmarge in zulke gevallen.

Door nieuwe technieken zijn die ringen duidelijker te onderscheiden. Dat vertelde Niels De Winter, VUB-paleoklimatoloog en leider van het onderzoek, in De Ochtend op Radio 1. De wetenschappers konden met een laser een heel klein stukje van de schelp verwijderen en daarna in een heel hoge resolutie bestuderen.

Aantrekking van de maan

De aarde had in die tijd ongeveer evenveel tijd nodig om rond de zon te draaien. Een jaar duurde dus ongeveer even lang, maar toch telden de schelpen veel meer “dagringen”. 372 om precies te zijn. Dat wijst erop dat de dagen 70 miljoen jaar geleden dus een stuk korter waren.

De reden voor die kortere dagen is de maan, en dan vooral de aantrekkingskracht tussen de maan en de aarde. Die aantrekkingskracht is namelijk verantwoordelijk voor de snelheid waarmee de aarde rond haar eigen as draait.

Meer
Lees meer...