Belangrijk precedent: Denemarken eerste rijk land dat compensatie gaat betalen aan ontwikkelingslanden voor geleden schade door klimaatverandering

Voor de eerste keer in de geschiedenis gaat een VN-lidstaat compensatie betalen voor de schade die ontwikkelingslanden lijden door de klimaatverandering. Terwijl de rijkste landen jaren geleden beloofden 100 miljard dollar per jaar opzij te zetten om kwetsbare landen te helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering en de toekomstige opwarming te beperken – een belofte die ze nog steeds niet nakomen – waren ze tot dusverre niet bereid om te betalen voor de schade die nu al aangericht wordt.

De historische aankondiging kwam gisteren (dinsdag) in New York waar wereldleiders bij elkaar zijn voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Eerder op de dag had VN-secretaris-generaal António Guterres landen opgeroepen om fossiele brandstofbedrijven te belasten en de inkomsten te gebruiken om mensen te helpen die worstelen met de onomkeerbare schade van klimaatverandering.

Wat is loss and damage?

Denemarken zal ongeveer 13 miljoen euro besteden aan kwetsbare landen die “loss and damage” (“verlies en schade”) hebben geleden door de klimaatverandering. De term “loss and damage” is specifiek omschreven in het VN-raamverdrag inzake klimaatverandering (UNFCCC). Het verwijst naar de schade veroorzaakt door antropogene (door de mens veroorzaakte) klimaatverandering. Het huidige UNFCCC-mechanisme voor “verlies en schade”, het Warsaw International Mechanism for Loss and Damage, is gericht op onderzoek en dialoog in plaats van op aansprakelijkheid of schadevergoeding. Het werd opgesteld in 2013 en erkent dat “verlies en schade in verband met de nadelige effecten van klimaatverandering meer omvat dan wat kan worden verminderd door aanpassing”. Het voorziet echter niet in aansprakelijkheid of vergoeding van verlies en schade.

In de klimaatovereenkomst van Parijs drongen een aantal landen, waaronder de Verenigde Staten, erop aan dat er een clausule werd opgenomen die stipuleerde dat het internationale mechanisme van Warschau “geen enkele aansprakelijkheid of compensatie met zich meebrengt of een basis biedt daartoe”. Rijke landen zijn bang dat elke vorm van financiële toezegging juridische aansprakelijkheid zou inhouden voor de escalerende tol van klimaatverandering.

Geïnspireerd door bezoek aan Bangladesh

Maar Denemarken gaat het nu dus toch doen. In een verklaring zei de Deense minister van Ontwikkeling Flemming Møller Mortensen dat een bezoek aan de door overstromingen getroffen gebieden van Bangladesh dit voorjaar die belofte heeft geïnspireerd. “Het is ronduit oneerlijk dat de armsten van de wereld het meest moeten lijden onder de gevolgen van klimaatverandering, waar zij het minst aan hebben bijgedragen”, zei Mortensen. Eigenlijk is Denemarken niet de eerste. Tijdens de klimaattop van vorig jaar in Glasgow leverde Schotland de eerste overheidsbijdrage aan een verlies- en schadefonds – één miljoen Britse pond. De Waalse regio heeft ook één miljoen euro toegezegd. Maar Denemarken is wel de eerste VN-lidstaat die het doet.

Belangrijk precedent, maar met 13 miljoen is het vooral een symbolische geste

Volgens een aankondiging van het Deense ministerie van Buitenlandse Zaken omvat de toezegging 40 miljoen Deense kronen – ongeveer 5,4 miljoen euro – om samen te werken met maatschappelijke organisaties om verlies en schade aan te pakken, vooral in de Sahel-regio. Er zitten ook miljoenen in voor “strategische inspanningen” rond verlies- en schadeonderhandelingen voorafgaand aan de komende besprekingen op de klimaattop in november in het Egyptische Sharm el-Sheikh. Lees: voor lobbywerk om damage and loss op de agenda te krijgen van die top. Ongeveer 400 activistische groepen hebben deze maand een brief gepubliceerd waarin wordt geëist dat financiering voor verlies en schade wordt toegevoegd aan de agenda voor de VN-klimaatonderhandelingen.

De Deense geste is een belangrijk precedent, maar met 13 miljoen is het meer een symbolische geste. De jaarlijkse financiële behoefte aan compensatie van verlies en schade in ontwikkelingslanden zou tegen 2030 290 miljard tot 580 miljard euro per jaar kunnen bedragen. Tegen 2050 is dat tussen 1 en 1,8 biljoen euro.

Meer
Lees meer...