Dit was de laatste dag op Pukkelpop: Bazart, Tamino, Imagine Dragons en Kendrick Lamar

Op de laatste dag van Pukkelpop (die ook voor de laatste keer op een zaterdag valt) vielen er wat grote namen te vallen. Veel hip-hop, Willy Sommers (nee, echt), Bazart en Imagine Dragons deden de Main Stage bouncen, maar Kenny moest nog komen: Kendrick Lamar sloot af.

Hip-hop ochtend

We schreven het al: de Belgische hip-hop is aan het boomen en daar heeft Woodie Smalls en z’n posse iets mee te maken. Eén van z’n bro’s, K1D, is nu ook klaar voor de grote podia en heeft z’n status van featuring afgeschud. Op de Marquee organiseerde K1D de eerste moshpit van de zaterdag, al was het zeker ook niet de laatste. De Sint-Niklazenaar dropte de laatste jaren twee plaatjes en waarom daar veel Pokémon inzitten, legde hij bij ons uit in een interview.

Mocht daarna op de Marquee proberen om de menigte op gang te brengen, in afwachting van die andere rapper waar iedereen op stond te wachten: Ronnie Flex. In volledig Burberry-themed tweedelig pak (extra punten voor het petje) moest Flex proberen om z’n bekendste, Drank en Drugs (met Lil’ Kleine) te overstijgen en dat lukte aardig. Hij zong ‘m ook niet trouwens, ongetwijfeld tot grote spijt van het publiek. Integendeel, eigenlijk bleek Ronnie Flex een behoorlijke softie te zijn, die met het zonnetje in z’n gezicht vooral veel happy, zoete rap maakte. Het moeten niet altijd circlepits zijn, al kreeg hij die ook wel op de been.

newsmonkey

Tijd voor Vlaamse gitaren

Wie daarna zin had in meer hip-hop, kon door naar Suicideboys in de Marquee, of gaan triphoppen bij Maribou State. De grote meerderheid bleef echter staan voor een rondje J. Bernardt. Geen slechte keuze, want ’t is wellicht de laatste keer dat u de kans had om Jinte Deprez quasi-solo op een podium te zien staan. Na de zomer verrijst Balthazar namelijk weer uit de assen en dan moeten we J. Bernardt weer de gitarist van Balthazar noemen.

Van die benaming heeft hij op de Main Stage geen last: met classy zonnebril en veel flair walste J. Bernardt over het podium met lome danspassen, goedgekozen gitaarpluksels en verder niet al teveel zever. Een probleem met de keytar vergeven we Jinte Deprez heel graag:’ Wicked Streets’ met een nog net iets te fel brandende zon op de achtergrond: ‘With a thirst and hunger, I was out where, I could feel much younger. I was kneeling, await some revealing. Some release for these worn out knees’. Die stem van Jinte Deprez met die weltschmerz die toch zo vlot verloopt: blij dat we hem gezien hebben.

newsmonkey

Bazart

Al was er tijdens dat optreden van Deprez natuurlijk één probleempje: het publiek stond eigenlijk nogal hard op Bazart te wachten (en op Imagine Dragons, en op Kendrick). Het bakvisgehalte lag hoog tegen dat Bazart de Main Stage beklom, maar zelfs de meest geoefende Bazarthater moet toegeven dat dit een topconcert was. Confetti (twee keer), Mathieu Terryn die statief en publiek moeiteloos verleidt en dan die nummers die woord voor woord worden meegezongen: ’t was in orde. We willen daar gerust meer woorden aan vuilmaken: hier is dan ook onze uitgebreide recensie.

Marquee: Tamino en Roisin Murphy

Wie van al het Vlaamse gitaargeweld niet teveel moest weten, kon terecht in de Marquee voor een intense verstilling. Daar stond Tamino namelijk de zinnen te begeesteren in weinig licht, met enkel z’n stem en een gitaar om het publiek te begeleiden langs zijn muzikale gedachtengang. ‘Persephone’, volledig nieuw maar wat een song, ‘Cigar’ en een vernieuwde ‘Indigo’: Tamino nam je mee naar zijn eiland. Daar was de zon al gaan zakken en was zijn muziek de soundscape voor je verwegvakantie. Bij ‘Habibi’ dompelde Tamino de hele Marquee mee onder in zijn privé-zee.

Dan was de sfeer bij Roisin Murphy toch wel iets anders. Lekker los, klaar voor een feestje maar ook klaar voor een beetje show. Want Roisin pakt zichzelf aan zoals haar songs: lekker gelaagd in allerlei tierlantijntjes. Leuk en bij ‘Plaything’, het tweede nummer, zat er al serieus wat schwung in de tent. Dat Murphy getalenteerd is, dat moet je ons niet zeggen.

Alles wat bij Moloko zo goed zat, blijft ook zo bij Roisin Murphy solo. Al lijkt er één ding te missen: een zekere uitbundigheid die de opbouw van die Moloko-nummers zo episch maakte. Stopt Murphy ook haar muzikale zelf een beetje weg met al die klerenwissels? Bij Moloko-klassiekers ‘Forever More’ en ‘Sing it back’ ging op het einde toch het dak eraf. Wij blijven dat toch een béétje missen, maar Roisin Murphy mag altijd langskomen op de koffie.

Imagine Dragons.

En dan was het tijd voor de grote jongens: de bakvissen stonden klaar voor Imagine Dragons en alle haters ten spijt: Dan Reynolds en zijn ingebeelde draken blijven een genot om live te bekijken. Natuurlijk gaan de Amerikanen nooit de prijs krijgen voor beste lyriek, maar de teksten van Reynolds, gecombineerd met de bombast die elk refrein heeft, blijven het toch maar doen. ‘Radioactive’ scheurt door de bassen en meisjes reiken naar Dan Reynolds alsof hij God zelf is.

Reynolds heeft ook wel iets van een priester die naar zijn koor preekt, maar dan wel een priester op XTC en zonder kleren aan. Voor Kiewit had Reynolds alleen een shortje aan gedaan, niet dat we klachten hebben gehoord. Toen hij zich ‘It’s Time’ in het publiek smeet, was het feestje compleet en dat was nochtans nog maar het tweede nummer. De energie die van zo’n Imagine Dragons-concert voortkomt, da’s onmiskenbaar en dan vergeef je het Reynolds wel dat z’n stem wat schor klinkt naar het einde.

Tussendoor komen er, de priester-referenties blijven komen, wat oproepen tot gelijkheid en goed voor jezelf zorgen (Reynolds leed namelijk zelf ooit aan depressie) en iemand gooit een Belgische en regenboog-vlag over de schouders van de zanger. Het mag, het hoort bij het verhaal van Imagine Dragons. Tegen dat ‘Believer’ uit de boxen komt, moet Imagine Dragons niemand meer bekeren. Poppy, ja, maar haters gonna hate.

Kung-fu Kenny: Kendrick Lamar

The superhero you have all been waiting for: Kendrick Lamar liet slechts vijftien minuten op zich wachten in Kiewit, dat zal niet ver van zijn persoonlijk record zijn want Kung-fu Kenny begint al eens veertig minuten later dan verwacht. De moeite waard: Pukkelpop zette zich klaar voor de strakste hip-hopset die ze daar in die streken gaan gezien hebben. Opvallend: strak is ook sober: we kregen een hypergefocuste Kendrick Lamar die geen danseressen, niet al te veel filmpjes en eigenlijk niet al te veel show bij had.

Niet nodig: z’n band, die deze keer wel op het podium mocht en Kendrick Lamar zelf, meer heb je niet nodig voor een goede show. Publiek uit z’n dak? Check. Circlepits? Check, maak er maar een stuk of twintig van zelfs. En meebrullende fans? Euh. Wel. Er is natuurlijk een reden waarom we Lamar die once-in-a-lifetime artiest noemen: bij ‘Swimming Pool’ lukte het nog, bij ‘Backseat Freestyle’ kreeg King Kendrick de massa niet echt mee. Minpuntje: de vocals die te horen waren als Kendrick echt wel met de mond dicht stond. We’re not here to karaoke, soms stoorde het.

De wei stond afgeladen vol met mensen die die vocals niet zo’n stoorzender vonden, dus is het wel interessant dat het echte kolkende enthousiasme voor op het einde bewaard werd. Lamars virtuositeit vergt ook wel wat inspanning, dat was goed te zien bij bijvoorbeeld ‘XXX’, waarbij hij zo’n vijf minuten full-focus stilstond. Haalde dat de energiepeilen een beetje naar beneden? Wie de show van Kendrick Lamar in het Sportpaleis ging bekijkenzag ongetwijfeld een betere show. Maar afgaand op de trillingen die bij ‘All of the Stars’ de weide deden denderen, was dit publiek toch dik tevreden. Foto’s van Kendrick Lamar? Die heeft niemand: dat beetje ego vergeven we hem nog wel.

Ow ja. Waren we bijna Willy Sommers vergeten, the real MVP van Pukkelpop 2018.

Meer
Lees meer...