Drempels naar hulpverlening in kaart …

Na de massale reacties op mijn rondvraag in mei 2016, wil ik jullie de antwoorden niet onthouden. De drempels komen in mate van veel voorkomendheid aan bod zoals jullie deze aandroegen. 

De drempel die het meest werd benoemd heeft te maken met gevoel & emotie.

Om hulp vragen voelt voor jou als falen en is erg confronterend. Je ziet het als een teken van zwakte. Schuldgevoel en emoties van schaamte maken de drempel naar hulpverlening nog groter voor jou. Je hebt het idee niet meer te kunnen volgen in de maatschappij, waardoor je een gevoel van machteloosheid krijgt en je zelfwaarde afneemt. Je voelt je eenzaam met je probleem en vraagt je af of het er nog toe doet. Ook frustraties uit eerdere hulpverlening komen aan bod, deze maken het er niet makkelijker op om de stap nogmaals te wagen. Ook al rinkelen jouw alarmbellen luid en duidelijk, … twijfel, angst en durf weerhouden jou ervan om de stap te zetten.

Het volgende struikelblok kadert vooral in het thema acceptatie.

Binnen dit thema kwamen vooral topics als zelfstandigheid en onafhankelijkheid naar voor. Jij vindt het moeilijk om toe te geven iets niet alleen te kunnen. Dat maakt het accepteren van hulp lastig. Daarnaast is het ook zwaar om je eigen problematiek te erkennen en te aanvaarden. Het liefst van al wil je zelf jouw probleem aanpakken of oplossen. Je voelt je afhankelijk van hulpverleners of artsen. Dit beperkt jouw zelfbeslissingsrecht en bezorgt je angst om je zelfstandigheid kwijt te geraken. Je ervaart elke dag een strijd tussen lichaam en geest en voelt je rot omdat zelfs kleine klusjes – met rustpauzes tussendoor – niet meer lukken zoals voorheen. Tegen beter weten in probeer je het hoofd boven water te houden. Je bent trots en eigenwijs en ontkent het probleem. Je denk geen hulp nodig te hebben.

Onbegrip & taboe wordt aangehaald als derde drempel.

Je hebt het gevoel niet gehoord en niet begrepen te worden, dat maakt jouw stap naar hulpverlening onmogelijk. Vaak ben je teleurgesteld in reacties uit de omgeving. Opmerkingen zoals “Het zit tussen je oren”, Doe nu eens normaal” of “Leer nu eens anders denken” zijn kwetsend en vormen een hindernis om de volgende stap te zetten. Vaak laten naasten het afweten waardoor het gevoel van onbegrip nog versterkt wordt. Het stoten op onbegrip geeft vaak het gevoel dat hulpverlening “abnormaal” is of bestemd voor zwakkelingen. Het woord hulpverlening klinkt groots en zwaar in de oren, taboe voor velen.

De vierde hindernis is zelf werken als hulpverlener.

Als hulpverlener ben jij gewend om voor anderen te zorgen en hen te ondersteunen, te begeleiden met hun hulpvraag. Nu heb je zelf hulp nodig, dat is moeilijk voor jou omdat je naast het hulpverlener zijn ook een taboe in deze sector ervaart. Door je beroep als hulpverlener voelt het alsof je roofbouw pleegde op je lichaam. Je zorgde altijd goed voor anderen maar zelfzorg kwam op de tweede plek. Ook al ben je zelf hulpverlener, toch vraag jij je af waar je de – voor jou – geschikte hulp kan vinden. Anonimiteit en discretie zijn hierin voor jou erg belangrijk en maken de weg naar hulp ontzettend beangstigend.

Introvert zijn & jezelf niet willen blootgeven is andere drempel om hulpverlening af te wijzen.

Je zet dagelijks een masker op zodat mensen niet kunnen zien hoe ellendig jij je voelt. Daarnaast geef je jezelf ook niet graag bloot, zeker niet bij een vreemd en onbekend persoon. Je wil niet dat jouw gevoelige thema’s aangeraakt worden omdat deze veel te diep zitten. Je voelt nog teveel verdriet en bent er emotioneel (nog) niet aan toe om deze stap te zetten. Je twijfelt maar bent bang omdat gepaste hulp teveel los zal maken en dat wil je niet.

Vervolgens is het moeilijk om de juiste hulpverlener te vinden.

De juiste hulpverlening of coach vinden is moeilijk. Er is een groot aanbod en dat overdondert jou. Je weet van geen hout pijlen maken en wordt hierin gefrustreerd, je vindt het één grote commerce. Je denkt dat jouw persoonlijke problematiek te ingewikkeld is om een doeltreffende hulpverlening te vinden. Je weet niet waar je moet kijken, je weet niet wat je moet kiezen.

Ook het nieuwe en onbekende houdt je tegen om hulp te zoeken … dit kost je teveel energie.

Je bent bang en onzeker en huivert bij de gedachte om hulp te vragen bij een onbekend persoon. Door deze onbekende situatie weet je ook niet goed wat je kan verwachten. Nieuwe en onbekende situaties vragen daarnaast veel energie van jou en deze heb je niet. En als je de stap wel zou zetten, kost het jou reeds zoveel energie om ernaartoe te gaan dat het je meer kwaad doet dan goed.

Als achtste struikelblok wordt de financiële kost benoemd.

Geld speelt voor jou een grote rol en hulpverlening is nu eenmaal een dure zaak. Je leeft van een kleine uitkering en kan geen gepaste hulp betalen. Investeren in jezelf – vooral in je binnenkant – vindt je minder belangrijk dan er goed uit te zien. Daardoor kan je namelijk verbergen dat het niet goed met je gaat.

Negatieve ervaringen zijn een voorlaatste bekommernis om de stap naar hulpverlening te zetten.

Je wordt van het kastje naar de muur gestuurd. Je wordt afgewezen door algemeen bepaalde regels en protocollen die de regering netjes heeft geformuleerd. Er zijn ellenlange wachtlijsten waardoor jouw probleem reeds geëscaleerd is of onbestaand tegen de tijd dat de hulp je aangeboden wordt. Je hebt het gevoel dat die bepaalde hulpverlener jou niet uit het dal kon helpen, waarom zou een andere dit wel kunnen? Je voelt boosheid omdat je niet geholpen werd waar jij het nodig had. Je bent arbeidsongeschikt en toch wordt er van jou verwacht dat je werkt zoekt en de juiste procedure volgt, deze druk geeft stress en verhoogd weerstand om hulp te zoeken.

Andere struikelblokken waardoor hulp niet aangewend wordt, is de gedachte dat het te laat is. Je bent ten einde raad en denkt dat er geen oplossingen meer zijn voor jou, je hebt het opgegeven. Anderzijds ben je een plantrekker en wil/kan jij jouw eigen problemen oplossen. Of je hebt een partner die jouw grootste hulpverlener is, dat is de reden waarom jij nooit de stap zal zetten.

Wat als je het wel doet?

Uit vele reacties blijkt dat coaching zoeken, vragen en vinden goed is. Goed om je hart te luchten, om weer jezelf te kunnen zijn, om te leren over jezelf en je omgeving, om jezelf innerlijk verder te ontwikkelen en te versterken. Sommigen omschrijven het als “zalig” om er naartoe te gaan. Ook zij dagen jou uit: “Niet twijfelen, gewoon proberen”! Coaching kan helpen omdat er echt naar jou geluisterd wordt en je handvatten krijgt om me moeilijkere situaties om te gaan. Een masker dragen maakt je nog meer moe en emotioneler, één keer moet het eruit. “Hulp vragen is niet erg, doorgaan kan een probleem worden”. Nog anderen geven aan een nieuw fysiek en mentaal evenwicht gevonden te hebben. Een coach kan steunen, inspireren, kennis delen, … en nog zoveel meer. Hulp vragen lijkt een noodzakelijk kwaad maar maakt zelfzorg en zelfstandigheid groter. “Als jij het niet doet, doet niemand het voor jou”! Door zelf de regie te houden in jouw coaching – jij bepaalt frequentie en onderwerp – kan je op een gepaste manier voor jezelf zorgen. Het is jouw groeiproces! Coaching brengt rust en begrip en maakt je leven comfortabeler en makkelijker.

Hulp vragen lucht op, je staat er niet alleen voor.

Voor vragen of opmerkingen, mail naar info@kanscoach.be

Meer
Lees meer...