Een revolutie! in film?

Adil El Arbi, Bilal Fallah en Jonas Govaerts: De nieuwe generatie die voor adrenalineshot in de Belgische cinema zorgen. Op de schoolbanken zitten nu ook tal van filmmakers in spé die hopen om de nieuwe ster van de Belgische cinema te worden. Dromen of werkelijkheid: De ontkende revolutie van de nieuwe generatie filmmakers.

    Wat vinden jullie van de Belgische film momenteel?

    Lander (19), student Narafi: “De Belgische films zijn de laatste jaren qua niveau gestegen. Ook vinden we meer samenwerkingen tussen de Nederlandse en Franse filmindustrie vaker en vaker terug. Denk maar aan Brabançonne, Image.. Al vind ik dat we teveel aan het thriller-genre vasthangen. Ik wacht nog steeds op een echte goeie Belgische komedie (lacht).”

    Ellen (28), masterstudente Rits: “Onze films hebben altijd sterke cinema voortgebracht. Alleen de laatste jaren krijgen we plots meer aandacht van het buitenland… Zo mogen onze (kort)films ineens meedingen met de oscars en hebben we naast bier en chocolade ook film als exportproduct. Jonge filmmakers durven ook meer, we gaan meer experimenteren met meer dingen dan vroeger. Al leggen we de lat wel erg hoog voor onszelf. We willen dat onze films gezien worden!

    In arthouse film blinken we het meeste uit, dat zie je met de films van de gebroeders Dardenne bijvoorbeeld. Er is ook wel een groot minpunt aan de Belgische cinema, veel te weinig budget. Allerlei besparingen maken dat zelfs de bekendere filmmakers van ons land moeilijk hun films kunnen financieren. Als de riem moet worden aangetrokken begint dat meestal bij kunst en cultuur.”

    Julien Kernawi (20), hobbyist: “De laatste jaren is er een mooi divers aanbod aan Belgische films gekomen. Zowel op arthouse als op commercieel vlak. Waarop mijn appreciatie ten volle kan rekenen zijn producenten die echt hun best doen om op internationaal gebied samen te werken. Vroeger gebeurde dat toch minder. De Belgische film komt hier alleen maar goed uit omdat het draagvlak vergroot.”

    Tania Ritserveldt

    Wat voor films maken jullie?

    Lander: “Op school krijgen we verschillende opdrachten. Van fictiefilm tot een conceptvideo, zo leren we van alles wat kaas eten. Op deze manier word je met verschillende soorten films geconfronteerd. En wie weet ontdek je zo wel een nieuwe passie!”

    Ellen: “In mijn generatie zie ik vooral drama terugkeren, wat normaal is ,want film moet emotioneren en raken. Drama is universeel, iedereen voelt wel een stukje van zo’n film. Toch is dit jammer dat we ons beperken op eenzelfde genre. Ikzelf heb dit jaar voor mijn master een kortfilm gemaakt in Amerikaans Surrealistische stijl.

    Voor mij was het vooral belangrijk om gedurfd, gewaagd, verrassend uit de hoek te komen. Ik denk dat zolang je trouw blijft aan jezelf en je erin slaagt een eigen stempel te drukken op je werk, dan maakt het genre niet zoveel uit.”

    Julien: “Het is begonnen met mijn filmdebuut ‘A broken man’ met o.a. Koen De Graeve. Het is een bescheiden verhaal van een man die tijdens de eerste wereldoorlog zijn familie wil redden. Ik hou van pakkende verhalen die je helemaal meenemen. Films die er goed uitzien en waar de stijl dient om het verhaal te dragen ,kunnen me altijd goed bekoren.”

    Koen Cassiman

    Waar willen jullie in de toekomst belanden?

    Lander: “Persoonlijk vind ik dit een moeilijke keuze. Mijn grote droom is om het meer internationaler aan te pakken. Muziekvideo’s met grote artiesten maken bijvoorbeeld. Ook de keuze tussen film en televisie is niet de meest makkelijke. Beide zijn te interessant om tussen te kiezen.

    Film is voor mij persoonlijk de leukste, maar hoewel onze filmindustrie al veel gegroeid is, is deze zeker nog niet helemaal op punt. Televisie is vooral afwachten wat besparingen en dergelijke teweeg zullen brengen. Samenvattend is het voor mij vooral belangrijk om met beelden een verhaal te vertellen. Waar ik dan beland, maakt mij niet zoveel uit.”

    Ellen: “Mijn ultieme doel is om een eigen langspeler te regisseren. Dat is waarvoor ik dit allemaal doe. Maar natuurlijk moet je ergens beginnen. Vaak vanonder aan de ladder, net zoals iedereen. Maar met de juiste motivatie, hard werken en een beetje geluk komt deze droom misschien ooit in vervulling. Je eigen film in de bioscoop zien, het is een hele weg, maar het is mogelijk… Adil en Billal (Image) hebben het ons voorgedaan! Voor mij is bijleren van verschillende sets een stukje van de sleutel tot dat”

    Julien: “Idealiter in een groot kasteel met een mooi bed gemaakt uit briefjes van 500 euro (lacht).”

    Wat willen jullie veranderen aan de Belgische cinema?

    Lander: “Er zijn veel dingen die ik veranderd wil zien, maar de vraag is of ik daar zelf toe in staat ben om deze te veranderen. Zo wil ik bijvoorbeeld volledig on demand televisie kijken. Met andere woorden geen programmatie meer, wat je wil zien wanneer je het wil. Nieuwsredacties zouden zo bijvoorbeeld constante updates kunnen publiceren in plaats van om de zoveel tijd.

    Maar als je hier verder over nadenkt, kom je meteen op een volgend aspect uit…Sociale media. Televisieseries zouden zo misschien het verhaal kunnen verder vertellen. Zoals Bart de Pauw dat deed met Biker Boys. Toen kwamen er elke week filmpjes online die niet in de aflevering terug te vinden waren, maar wel het verhaal verder vertelden. Wat ik misschien wél zelf kan veranderen, is de soort programma’s die we maken. Als je vandaag naar tv kijkt, lijkt het of het enige wat wij nog doen koken en quizzen is. Zo is het meteen of we onze inspiratie kwijt zijn.”

    Ellen: “Vooral op financieel gebied schieten we tekort, de overheden MOETEN meer investeren in film. En zeker ook in de nieuwe generatie, filmstudenten. Het VAF is een mooie instantie, maar onvoldoende voor al het plaatselijk talent. Hoe meer investering, hoe beter de kwaliteit. En zo scoren onze films ook beter in het buitenland en de cinema, wat op zijn beurt weer extra geld oplevert.

    Daarnaast zouden de commerciële zenders meer tijd en aandacht in de Belgische kortfilms mogen investeren. De mooie kortfilms die hier worden gemaakt zien we zeer zelden of nooit op televisie. 

    Tenslotte zijn er ook veel productiehuizen, die er niet vies van zijn om te profiteren van ambitieuze filmstudenten. Dat is echt enorm jammer, want ook al is dit een creatief beroep waar veel plezier in te beleven valt: aan het eind van de dag moeten we toch onze boterham kunnen betalen.”

    Julien: “Mijn ambities zijn helaas niet grensverleggend of ‘never been done before’. Ik wil vooral de focus op eigen bescheidenheid leggen. Mijn doel is om stevige films te maken die blijven hangen. Ook samenwerken met andere landen is iets waar ikzelf in probeer te groeien. Zal ik ooit op Hollywood geraken? The future will tell”

    Meer
    Lees meer...