Er bestaat een oplossing voor de slechtere talenkennis van onze jongeren: vakken onderwijzen in andere talen

De talenkennis van onze jongeren gaat achteruit. Dat zei de nieuwe minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) gisteren, en dus wil ze het talenonderwijs aanpakken. Klopt, zeggen onderwijsexperts, maar er is een oplossing: onze kinderen ook inhoudsvakken zoals wiskunde of biologie in een andere taal laten leren.

Taalkundigen vinden het een goede zaak dat minister van Onderwijs Hilde Crevits het talenonderwijs wil opkrikken. “Wij stellen inderdaad vast dat de vreemdetalenkennis bij jongeren erop achteruit gaat”, zegt professor Alex Housen van de Vrije Universiteit Brussel. Voornamelijk voor Frans komen onze jongeren minder in contact met tv-programma’s dan een vorige generatie. Maar het onderwijs kan daar op inspelen, door onze jeugd niet alleen taalvakken voor te schotelen, maar ook inhoudsvakken zoals wiskunde of aardrijkskunde in die andere taal te onderwijzen. Dat alles valt onder de noemer CLIL.

Meertalige kinderen

Kinderen die van thuis uit meertalig worden opgevoed, halen er zo goed als enkel voordelen uit. Het is dan ook onbegrijpelijk dat het zo lang heeft geduurd vooraleer ons onderwijs daarop heeft kunnen inspelen. Nu ja, onbegrijpelijk, uiteraard heeft de geschiedenis van ons land daar ook wel wat mee te maken. Krijg het in Vlaanderen maar eens verkocht om Frans – vroeger de taal van de heersende elite – prominenter in het onderwijs te krijgen.

CLIL, kort voor Content and Language Integrated Learning, is een leermethode die niet alleen in het buitenland z’n nut al bewezen heeft, maar ook in Wallonië zijn er intussen al honderden scholen waar kinderen op vroege leeftijd kunnen kiezen om vakken in het Nederlands, Duits of Engels onderwezen te worden. De afgelopen jaren zijn er in Vlaanderen wel enkele proefprojecten geweest, maar dankzij onderwijsdecreet 23 mogen secundaire scholen sinds dit schooljaar eindelijk ook officieel CLIL invoeren.

Niet alleen betere taalvaardigheid

Wat houdt dat nu exact in? Wel, dat kinderen bijvoorbeeld aardrijkskunde, biologie of zelfs wiskunde in een andere taal aangeleerd krijgen. Uiteraard gebeurt dat met de nodige ondersteuning en aangepaste lesmethodes. Des te vroeger daarmee gestart kan worden, des te beter. En nee, dat heeft niet tot gevolg dat de leerlingen minder kennis opnemen, wel integendeel. Uit de resultaten, zowel in binnen- als buitenland, blijkt dat niet alleen de tweede taal sterker wordt. Ook de moedertaal vaart er wel bij, en de CLIL-leerlingen scoren zelfs beter op de inhoudsvakken: CLIL beïnvloedt ons brein op zo’n manier dat het efficiënter gaat werken, waardoor we ook andere taken beter tot een goed einde kunnen brengen.

“We merken dat als CLIL juist wordt geïmplementeerd alle leerlingen, zowel de zwakke als de sterke, ongeacht hun achtergrond, beter gaan scoren”, zegt Jill Surmont, CLIL-researcher aan de VUB. Maar daar wringt ook het schoentje wat. Want hoewel CLIL nu is toegelaten, krijgen scholen voorlopig geen extra middelen ter ondersteuning. Vooral in beroeps- en technische scholen levert dat toch wel moeilijkheden op om CLIL georganiseerd te krijgen binnen de praktijklessen, omdat deze onder een ander statuut berekend worden.

Omkadering is nodig

CLIL is echt wel een mogelijke oplossing, niet alleen voor de verhoging van de talenkennis, maar ook voor de algemene ontwikkeling van onze leerlingen. Maar, en dat is echt wel belangrijk, dan moet de overheid wel een goede omkadering voorzien voor de begeleiding, in plaats van met losse projecten te werken. CLIL is namelijk geen los project of een tijdelijke hype, maar een leermethode die buiten Vlaanderen al z’n nut op langere termijn bewezen heeft.