Flitsen in Europa: hoe doen onze buurlanden het?

België is een slechte leerling inzake overdreven snelheid. Elke dag flitst de politie meer dan 8.000 bestuurders op de Belgische wegen. Er gebeuren nog te veel ongevallen door hoge snelheid. “We moeten leren van andere Europese landen.”

Overdreven snelheid is nog steeds de belangrijkste oorzaak van ongevallenop de Belgische wegen. Toch werden in 2014 meer dan drie miljoen bestuurders geflitst met een te hoge snelheid. Wanneer we de cijfers vergelijken met die van onze buurlanden, klinkt de alarmbel. “We doen het slecht in vergelijking met andere Europese landen”, weet Maarten Matienko, woordvoerder van de Vlaamse Automobilistenbond (VAB).

“Zowel op vlak van snelheid als alcohol achter het stuur is de situatie ronduit dramatisch. In Europa is de helft van de landen relatief goed bezig. Landen als Zweden, Engeland, Duitsland, Frankrijk en Nederland scoren heel wat beter wat overdreven snelheid betreft. België zit in de tweede groep, ook op vlak van verkeersdoden. De situatie is allesbehalve optimaal.”

Veel Oost-Europese en een aantal Zuid-Europese landen doen het niet veel beter. Maar in Duitsland bijvoorbeeld geldt een andere mentaliteit. “De Duitse gedisciplineerdheid is opvallend, ondanks de hogere maximumsnelheden”, stelt Matienko.

Het aantal verkeersdoden ligt in België 74 procent hoger dan in de buurlanden. Dat blijkt uit cijfers van de Wereldgezondheidsorganisatie. Nochtans worden wagens steeds veiliger. Dat er dringend iets moet veranderen, is duidelijk. “Het hangt vooral af van de controle en de opleiding. We kunnen we nog heel wat leren van onze buurlanden”, weet Matienko.

Duitsland

Muriel Aardema (24) woont nog maar enkele jaren in ons land. Ze groeide op in Duitsland en merkt veel verschillen met België. “De opleiding verloopt anders. In Duitsland moet je verplicht naar de rijschool en rijd je niet zonder een vast rijbewijs, zoals dat hier vaak het geval is. Tijdens de opleiding wordt ook meer gelet op de verkeersregels en wat voor consequenties roekeloos rijgedrag kan hebben. In Duitsland ben je zelfs verplicht rijlessen te volgen in het donker. Je moet ook een EHBO-cursus en een oogtest afleggen voor je een rijbewijs krijgt.”

“De Duitse opleiding let meer op wat voor consequenties roekeloos rijgedrag kan hebben”

“In Duitsland zijn de boetes veel hoger en de controles strenger”, weet Aardema. “Als je bijvoorbeeld niet voor een stopteken stopt, kun je je rijbewijs voor vier weken verliezen. In Duitsland geldt ook een puntensysteem. Bij een bepaald aantal strafpunten ben je op zijn minst je rijbewijs voor enkele maanden kwijt en moet je meestal het praktisch rijexamen overdoen. Daar kan België een voorbeeld aan nemen.”

In België wordt volgens Aardema nonchalanter gereden. “Een auto besturen wordt vaak ervaren als amusement. Men leert soms rijden met de ouders in plaats van met de rijschool. De fouten van de ouders worden overgenomen. Een pintje drinken? Voor veel Belgische chauffeurs geen probleem.”

Recidivisten

Maarten Matienko van de VAB pleit voor zwaardere sancties. “In Frankrijk ging het jaren niet veel beter dan bij ons, maar daar is nu de ommekeer. Dankzij strengere controles verbeterden de resultaten zienderogen. De pakkans in België is te laag. Strengere sancties zijn nodig.”

Daarnaast besteden andere landen meer aandacht aan recidivisten, personen die meerdere keren een overtreding hebben begaan. “Politieagenten registreren amper wie de overtreding beging. Indien de boete correct betaald wordt, is het oké. Daardoor is er minder kijk op de groep snelrijders. Ze voelen zich niet geviseerd omdat ze geen risico lopen. In landen waar recidivisten het moeilijker hebben, bijvoorbeeld door het rijbewijs met punten, gaan automobilisten opvallend vaker hun gedrag aanpassen.”

“Een consequent controlebeleid met registratie heeft impact”

“Als we de Europese landen bekijken, kunnen we besluiten dat vooral een consequent controlebeleid met registratie een impact heeft”, verduidelijkt Matienko. “Ook staan alle landen verder op vlak van rijopleiding. Wij moeten meer inzetten op de educatie van chauffeurs. Hier liggen de verschillen met de goede Europese leerlingen.”

“Wegen niet geschikt voor verkeer”

Zijn er naast de opleiding nog redenen om de Europese verschillen verklaren? Matienko: “Dit klinkt misschien kort door de bocht, maar het Belgische wegennet is eigenlijk niet geschikt voor het verkeer”, stelt Matienko. “Men heeft volop gebouwd en verkaveld rond het wegennet. Wegen kregen meerdere functies. Zo werd een doorgaande weg ook een woon- of winkelstraat. Dat leidt tot extra verkeer en meer conflicten.”

Om die conflicten te vermijden, werden snelheidslimieten ingevoerd. “Terwijl in landen waar buiten de woonkernen niet mag worden gebouwd, opvallend minder problemen zijn”, verklaart Matienko. “Bovendien kunnen kernen efficiënter door openbaar vervoer worden bediend.”

Belgische nonchalance

Er is ook altijd een groep die niet overtuigd is van aangepaste snelheid. “Automobilisten die beweren dat te snel rijden niet gevaarlijk is”, stelt Matienko. “Verrassend vaak zijn dat jongeren, vooral van het mannelijke geslacht. Ze zien te snel rijden als een sportief gegeven en door de groepsdruk krijgt stoer gedrag snel de bovenhand. Dat gedrag verandert gelukkig als jongeren een gezin stichten en anders gaan denken.”

Matienko verklaart de problematiek ten slotte ook als een cultureel gegeven. “Het nonchalante rijgedrag is een algemene attitude, ingebakken in de Belgische mentaliteit. We gaan vlotjes om met de snelheidslimieten en interpreteren ze ruim. Een Franse cultuur, hoewel Frankrijk de laatste jaren dus steeds beter scoort. Sommigen denken dat het nog zoals in de goeie oude tijdgaat, toen bijvoorbeeld pas geflitst werd vanaf zeventig. Niets is minder waar.”

© 2015 – C.H.I.P.S. StampMedia – Robin Michiels