Franky Demon (CD&V): “Hoe ver willen we gaan voor onze veiligheid en hoeveel privacy willen we ervoor opgeven?”

“Eén van de uitdagingen van de toekomst: het thema rond veiligheid en extremisme. Er zullen keuzes moeten gemaakt worden om een veilige samenleving te creëren en leefbaar te houden”, zegt CD&V-parlementslid Franky Demon, één van onze Leiders voor Morgen. “Steeds meer zaken worden overgenomen door de technologie. Daarbij denk ik aan bewakingscamera’s, robots die bewakingsagenten helpen, enzovoort.”

Wat worden de grootste uitdagingen van de volgende generatie die het beleid zal uitstippelen?

“Ik zie een aantal uitdagingen waar er blijvend, en steeds meer, werk van gemaakt moet worden als we een welvarend land willen blijven waar het goed leven is voor iedereen. Een eerste aandachtspunt is het evenwicht tussen werk en gezin. We leven vandaag de dag in een ratrace, er is in ons leven geen speling of buffer meer. Wie heeft nog vijf minuten tijd over? Het is dan ook niet eigenaardig dat er zoveel echtscheidingen, zelfmoorden etc. zijn. Deze ratrace moet omgebogen worden als we onze maatschappij niet in de vernieling willen rijden. De sleutel voor deze ombuiging ligt volgens mij in het maatschappelijk middenveld. Verenigingen bieden ruimte om te ontmoeten, om jezelf te zijn, samen met mensen uit de buurt. Dergelijk engagement opnemen geeft mensen voldoening. Verenigingen moeten dan ook ondersteund worden hierin.”

“Een tweede belangrijk thema is de vermaatschappelijking van de zorg. We willen elkaar niet meer tot last zijn en proberen onze problemen alleen op te lossen of verzwijgen ze. Maar niet enkel artsen en specialisten kunnen ons gezond houden, ook gewone mensen met inlevingsvermogen. We evolueren naar een maatschappij waar we zorg zullen moeten dragen voor elkaar, waardoor de generatiekloof zal overstegen worden. De wisselwerking tussen generaties moet hierbij nog meer aangemoedigd worden. Waarom zouden oma’s en opa’s bijvoorbeeld niet kunnen bijspringen in de kinderopvang?”

“Ons onderwijs is een volgende uitdaging die ons te wachten staat. Hoe houden we onze opleidingen kwalitatief en hoe houden we dit betaalbaar? Het is niet omdat we nu goed scoren op vlak van onderwijs dat we dit op zijn beloop moeten laten. Er moet hierin blijvend geïnvesteerd worden, want minder kwalitatief onderwijs aan één generatie heeft gevolgen voor 2 tot 3 generaties ver.”

“De laatste tijd dook ook het thema rond veiligheid en extremisme steeds vaker op. Ook in de toekomst zal dit thema niet weg te denken zijn uit onze maatschappij. Er zullen keuzes moeten gemaakt worden om een veilige samenleving te creëren en leefbaar te houden. Steeds meer zaken worden overgenomen door de technologie, hierbij denk ik aan bewakingscamera’s, robots die bewakingsagenten helpen etc. Door deze veiligheidsmaatregelen verliezen we voor een stuk onze privacy. De vraag is hoe ver we hierin gaan en hoeveel privacy mensen willen opgeven voor hun veiligheid.”

“Het is belangrijk dat, waar er ook ingegrepen wordt, dit steeds gebeurt met respect voor de oudere generatie. Zoals nu bijvoorbeeld bij de pensioenhervorming. Er moet ingegrepen worden als we ook onze kinderen en kleinkinderen een welvarend leven willen bieden. Maar dit moet gebeuren met zorg en respect voor al die mensen die jarenlang hun pensioen hebben opgebouwd.”

Is er binnen jouw partij een verschil in ideeën tussen de jongste generatie en de oudere generaties? Op welke domeinen? Dus: waar deel je de analyse van je oudere partijgenoten, waar wijkt ze er van af?

“De oudere generatie houdt soms vast aan tradities en waarden. De jongere generatie is kritischer en durft te gaan voor innovatie, zonder daarbij de ideologie te verliezen. Waarden moeten afgewogen worden aan de realiteit, en niet aan 20 jaar geleden. We moeten met meer mensen durven inspelen op de hedendaagse maatschappij. Ik vind het wel belangrijk om steeds met respect te handelen, naar elke generatie toe.”

“We moeten meer durven loslaten, bijvoorbeeld op vlak van veiligheid. Het is op termijn niet rendabel om te blijven vasthouden aan traditionele zaken of instanties, zoals de politie. Veiligheid moet centraal staan en daarom moeten we ook durven dit thema in vraag te stellen en er andere partners bij betrekken, zoals privéfirma’s. Door samenwerkingen kunnen we efficiënter werken rond veiligheid en de rendabiliteit verhogen.”

“Toch vind ik dat jong en oud niet altijd tegenover elkaar staan. Ik heb bijvoorbeeld veel respect voor iemand als Eric Van Rompuy. Hij stelt zaken in vraag en durft ook kritisch te zijn. Zo zei hij onlangs dat Michel kansen laat liggen om zich te tonen als de leider van deze regering toen Michel reageerde in de pers dat hij het beu is dat debatten buiten de regering worden gevoerd in plaats van De Wever daarover rechtstreeks aan te spreken. Door deze uitspraak kreeg hij eerst de wind van voren, maar een paar weken later volgden anderen de mening van Van Rompuy. Door zijn mening te uiten zet hij anderen aan tot nadenken. De jongere generatie kan het niet maken om dergelijke jarenlange ervaring zomaar naast zich neer te leggen.”

Zou je ook voor een andere partij kunnen limiteren? Welke?

“Als schepen in Brugge besturen we de stad samen met sp.a. Daar merk ik dat collega’s mijn standpunten vaak te rechts vinden. In de federale regering daarentegen zitten we in de meerderheid van een rechtse regering. Je zou dus verwachten dat ik daar beter kan aarden, maar daar hoor ik dan weer dat ik te veel bij het links gedachtengoed aanleun. Daaruit concludeer ik dat ik in het midden zit, en CD&V is daarom de ideale partij voor mij. Binnen mijn partij voel ik me goed en kan ik mezelf zijn. Hoewel ik ruimdenkend ben, zou ik mezelf dus nooit kunnen aansluiten bij een partij als Vlaams Belang.”

“Ik vind het ook belangrijk dat CD&V een partij is die opkomt voor het middenveld. Zelf heb ik mijn roots in het verenigingsleven. Engagement dat daar ontstaat blijkt immers een mooie remedie tegen de verzuring. Het is een partij die goed luistert naar wat leeft bij de mensen. CD&V is een partij waar iedereen inbegrepen is en dat doet geen enkele andere partij ons na.”

Wat drijft jou in de politiek?

“Als schepen en volksvertegenwoordiger probeer ik zoveel mogelijk mijn oor te luister te leggen bij de burgers. Als je tussen de mensen staat zie je veel beter wat er leeft en kan je zoeken naar oplossingen. Geen ivorentorenpolitiek dus voor mij. Het heeft immers weinig nut om vanaf de zijlijn te staan roepen. Je moet problemen durven benoemen en aanpakken. Het episch centrum is niet de Wetstraat, maar wel die Dorpsstraat.”

“Die sociale contacten zijn dus erg belangrijk. Zonder dat netwerk zou het niet mogelijk zijn om respectvol aan politiek te doen. Politiek is werken met mensen, het is een uitdaging om oplossingen te helpen zoeken en daardoor effectief verandering te kunnen doorvoeren. Meebouwen aan de toekomst, dat is waar het om draait. Nu beslissingen nemen waardoor ook onze kinderen en kleinkinderen nog een goed leven zullen kunnen leiden.”

Meer
Lees meer...