Op de International Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas heeft Sony bekendgemaakt dat het OLED-tv’s op de markt gaat brengen. Ook Panasonic springt op de kar. Samsung niet, dat zet in op wat het QLED noemt. Maar het was LG dat de grootste ogen wierp met z’n nieuwe generatie tv’s.
OLED staat voor Organic Light Emitting Diode. OLED-schermen werken heel anders dan LCD. OLED- worden gemaakt van organisch materiaal, en elke pixel geeft individueel licht. Er is geen sprake van backlight zoals bij LCD. Dat geeft dunnere en tv’s die energiezuiniger zijn. De beeldkwaliteit van OLED is flink superieur aan LED of LCD. Zwart is echt zwart en het contrast ligt hoger.
Om het heel pragmatisch te houden: momenteel is er niks beter dan OLED voor televisies. LG heeft een voorsprong op dat vlak, het Zuid-Koreaanse bedrijf heeft heel zwaar geïnvesteerd in de techniek. En het is de facto de enige die momenteel OLED-schermen voor tv’s kan produceren aan de lopende band.
2,57 millimeter
LG lijkt die voorsprong niet snel te zullen afgeven: de nieuwe lijn tv’s die het in Las Vegas presenteerde deed monden openvallen. Daarbij eentje die amper 2,57 millimeter dik is, de OLED TV W, waarbij de W staat voor Wallpaper omdat je hem als een poster tegen de muur hangt, met magneten.
Met een platte kabel wordt het display vastgekoppeld aan een basisstation onder de televisie, dat ook dient als geluidssysteem. Daar kan ook Dolby Atmos-geluid uit komen.
De nieuwe televisies van LG ondersteunt ook twee nieuwe standaarden voor beelden in High Dynamic Range (HDR), waarbij een nog hoger contrast wordt getoond.
De maximale helderheid van alle oled-tv’s van 2017 van LG – dus ook de goedkoopsten – ligt 25 procent hoger dan die van vorig jaar, waardoor ze nu bijna allemaal 1000cd/m2 halen. Bijzonder straf.
Sony
Soit, het blijft dus achtervolgen momenteel voor de concurrentie. Die overigens eindelijk wel zelf met OLED op de markt gaat komen: vanaf dit jaar zal je dus in België ook keuze hebben als je voor een OLED-tv kiest.
Sony brengt bijvoorbeeld ultra hd-modellen (4K) uit met OLED in de maten 55, 65 en 77 inch.
De A1-televisies van Sony worden ook voorzien van een speciale technolgie die het geluid rechtstreeks uit het scherm laat komen. Het display resoneert, zonder dat er aparte speakers nodig zijn. Dat is trouwens iets wat LG op CES ook toonde, en hun tv’s gaan het ook hebben.
Wat wel uniek is bij de Sony’s is dat ze geen standaard onder het scherm hebben; die zit geheel achter het display verwerkt.
De Sony’s kunnen beelden in high dynamic range (HDR) tonen met een contrast dat hoger ligt dan normaal. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van de Dolby Vision-standaard. Net als andere Sony-tv’s draaien de OLED-modellen op het besturingssysteem Android TV.
Besef wel dat de OLED-schermen van Sony, net zoals die van Panasonic, eigenlijk gewoon LG Displays zijn. Alleen de techniek errond en het besturingssysteem krijgt een eigen touch. Dat was eerder al het verhaal met Loewe, het Duitse merk, dat in september kwam met z’n eerste OLEDs. Een 65 inch van Loewe kostte wel 3.000 euro meer dan dezelfde van LG: een richtprijs van net geen 8.000 euro is er niet naast. Terwijl de tv-schermen gewoon van dezelfde band rollen …
Philips is ook met OLED begonnen, maar voorlopig is de keuze daar beperkt tot één model en niet groter dan 55 inch.
Maar, er is vanaf nu dus keuze in de schappelijkere prijsregionen, wat ook al iets is.
Panasonic zet ook in op OLED: begin van de zomer komt er een nieuwe 4K OLED televisie met HDR-ondersteuning op de markt, de EZW1004. Die is voorzien van de nieuwe Absolute Black Filter die omgevingslicht en reflecties belooft te verminderen. Panasonic had al wel een OLED-tv, maar die was erg duur. Het nieuwe model zou democratischer moeten zijn.