Jan Verheyen: “Wat televisie betreft leven wij boven onze stand”

Zondag worden de Oscars uitgereikt, een van de meest gerenommeerde filmprijzen ter wereld. Ook de Vlaamse film Close werd genomineerd. Het Belgische filmlandschap staat duidelijk niet stil. Filmexpert Jan Verheyen sprak erover op The Morning Drive van Business AM.


Beluister hier het volledige gesprek met Jan Verheyen.


Het Belgische filmlandschap is volgens Verheyen uit een diep dal geklommen.

  • “Onze sector is tijdens de pandemiejaren wel wat getroffen, daar moeten we niet flauw over doen. De bioscopen waren dicht, maar die sector is bij ons goed georganiseerd. Kinepolis is een sterke speler en ook een groot deel van de andere zalen is in handen van grote internationale groepen. Die hebben de storm goed doorstaan.”
  • “In januari, voor het eerst sinds het begin van de pandemie, waren de zalen terug min of meer op het pre-coronaniveau. In Europa liggen die cijfers echter nog gemiddeld zo’n 15 tot 20 procent lager.”
  • “We zien dat er internationaal twee groepen zijn die de weg naar de bioscoop nog niet helemaal hebben teruggevonden. Enerzijds het familiepubliek en anderzijds het iets rijpere bioscooppubliek die vrij selectief zijn in wat ze gaan zien.”
  • “Mijn analyse is heel simpel: Ik denk dat dat net twee groepen zijn die tijdens de pandemie massaal de streamingdiensten hebben ontdekt en die daar voorlopig nog zullen blijven hangen. Voor alle duidelijkheid: dat is de grote evolutie waar we al in zaten, maar die door de pandemie heel erg versneld werd.”

Duur product

Toch lijkt het Vlaamse filmlandschap gedomineerd te worden door enkele zeer succesvolle spelers.

  • “Dat is zo”, zegt Verheyen, “Maar een audiovisuele industrie die niet Amerikaans is, moet in de eerste plaats een lokaal succes zijn. Het succes van de Vlaamse audiovisuele industrie moet niet afgemeten worden aan de individuele succesverhalen zoals Adil en Bilall of Lucas Dhondt, dat moet afgemeten worden aan het marktaandeel dat je in eigen land kan behalen.”
  • “Wat televisie betreft doen wij het uitstekend, we leven geweldig boven onze stand. Als je je realiseert dat we met zes miljoen Vlamingen zijn, maken wij eigenlijk een heel duur product voor een kleine afzetmarkt. Fictie is duur.”

Zonder steunmiddelen van de overheid is het quasi onmogelijk om dergelijke films te maken.

  • “Daarom bestaan ook al die fondsen in Europese landen. De Amerikanen hebben de enige, echt internationale filmindustrie. Voor niet-Engelstalige producties is dat een heel ander verhaal.
  • “Ik heb nog nooit aan de kassa van een bioscoop iemand horen vragen voor hoeveel een film gemaakt is of hoeveel draaidagen ze hadden”, stelt Verheyen.
  • “Als je een top tien neemt van films, dan zijn acht ervan overal hetzelfde: dat is Avatar, James Bond, de nieuwe Pixar, drie Marvel films… Maar de twee resterende zijn meestal lokale producten. Zolang dit zo blijft is er wat mij betreft niets aan de hand.

(fjc)

Meer
Lees meer...