Bijna een maand geleden kreeg Joe Biden de sleutels in handen van het Witte Huis, waar bedienden en assistenten staan te springen om zijn wensen in te willigen. In tegenstelling tot zijn voorganger geniet hij daar echter helemaal niet van.
Biden nam zijn intrek in de presidentiële ambtswoning op 20 januari. Hoewel hij nog maar vier weken president is, lijkt het alsof hij “al vier jaar” aan de macht is. Dat zei hij tijdens een interview aan CNN.
“Niet dat het een last is”, benadrukte hij. “Het is omdat er zoveel gebeurt: je moet je constant concentreren op een probleem of op kansen die zich aanbieden.” Tijdens hetzelfde interview gaf hij echter toe dat hij niet echt genoot van het dagelijkse leven in het Witte Huis.
Moeilijk om zijn plaats te vinden
Toen hij vicepresident was onder Obama, bezocht Biden het Witte Huis uiteraard regelmatig. Maar bijna uitsluitend in het Oval Office, het kantoor van de president. Het woongedeelte van het gebouw ontdekte hij pas toen hij de fakkel overnam van Donald Trump. “Alles gebeurt letterlijk in twee uur”, zei hij over de verhuis. “Ze verplaatsen alles in een mum van tijd.”
De oudste president ooit van de VS – Biden is 78 jaar – zei dat hij “een gevoel van geschiedenis had ervaren” na zijn aankomst in de presidentiële ambtswoning. Voormalige presidenten zoals Abraham Lincoln, Franklin Roosevelt of George Washington beschouwde hij altijd als “bovenmenselijk”, zij hij aan CNN. “Nu speel ik in hetzelfde team als hen”, ging hij verder. “Ik ben Abraham Lincoln niet, laat staan Franklin Roosevelt. Hoe ga ik om met die problemen”, bedacht hij zich toen.
Te veel verwennerij
Naast enkele filosofische bedenkingen had Biden het ook over de voorkeursbehandeling die hij genoot in zijn nieuwe verblijf. “Ik word ’s ochtends wakker en kijk naar Jill (zijn vrouw, red.) en vraag: ‘Waar zijn wij in godsnaam?'”, vertelde hij met een kwinkslag. Hij vertrouwde presentator Anderson Cooper toe dat hij “extreem zelfbewust was” als hij bediend werd door het personeel van het Witte Huis. Hij voelt zich naar eigen zeggen bijvoorbeeld zeer ongemakkelijk wanneer ze hem zijn jas aangeven. “Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik ben opgevoed op een manier waarbij je er niet van uitgaat dat je telkens op je wenken bediend wordt”, klinkt het bij de president.
Hij verkoos duidelijk zijn leven in het ‘United States Naval Observatory’, dat is een wetenschappelijk instituut in Washington D.C. waar de officiële residentie van de Amerikaanse vicepresident zich bevindt. “Daar kun je rondfietsen en sporten zonder ooit het terrein hoeven te verlaten … Je kan er in de zomer de veranda uitlopen en in het zwembad springen, en daarna aan het werk gaan”, mijmerde hij. In vergelijking is het Witte Huis “een gouden kooi” vond Biden, alleszins “wat betreft de mogelijkheden om buiten te gaan en activiteiten te doen”.
Zijn uitspraken staan in contrast met die van zijn voorganger Trump, die zich verheugde over de gemakken die gepaard gingen met het betrekken van de presidentiële ambtswoning. Zo liet hij een knop installeren in het Oval Office waarmee hij een Cola Light kon laten brengen. Hij noemde het verblijf ook “magnifiek” en “elegant” in een interview met de New York Times in 2017.
Lees ook: