Ondanks het wijdverspreide gebruik van AI op het werk, heeft een aanzienlijk deel van de werknemers geen vertrouwen in de resultaten ervan, meldt Euronews. In een recent onderzoek, dat werd uitgevoerd door de Universiteit van Melbourne en KPMG, werden meer dan 48.000 personen in 47 landen ondervraagd.
Hoewel tweederde van de respondenten aangaf regelmatig gebruik te maken van AI – voor werk, onderwijs of persoonlijke doeleinden – gaf slechts 46 procent aan vertrouwen te hebben in deze systemen. Onderzoekers beoordeelden de vertrouwensniveaus op basis van de beoordelingen van deelnemers van de technische mogelijkheden, veiligheid, beveiliging en ethische degelijkheid van AI. Samantha Gloede, managing director bij KPMG, benadrukte de cruciale rol van vertrouwen in de adoptie van AI, door te stellen dat organisatorische vooruitgang niet groter kan zijn dan het tempo waarin vertrouwen wordt opgebouwd.
Uit het onderzoek kwam een belangrijke uitdaging naar voren, namelijk scepticisme over het vermogen van AI om eerlijk te werken en schade te voorkomen. Omgekeerd toonden de deelnemers meer vertrouwen in de technische bekwaamheid van AI om nauwkeurige en betrouwbare diensten te leveren.
Bovendien gaf 58 procent van de respondenten aan regelmatig gebruik te maken van AI op de werkplek, waarbij 33 procent het wekelijks of dagelijks gebruikte. Werknemers noemden verhoogde efficiëntie, verbeterde toegang tot informatie en verbeterde innovatie als voordelen van het gebruik van AI. Bijna de helft meldde dat AI de omzet had doen toenemen.
Risico’s voor bedrijven
Het onderzoek bracht echter ook potentiële risico’s voor bedrijven aan het licht, aangezien werknemers toegaven AI-chatbots te gebruiken in strijd met het bedrijfsbeleid. Dit gedrag komt voort uit een waargenomen druk om concurrerend te blijven door gebruik te maken van AI-tools. Gloede noemde gevallen waarin werknemers gevoelige bedrijfsgegevens uploadden naar publiek toegankelijke platforms zoals ChatGPT en deepfakes maakten van senior leadership – acties die reputaties aanzienlijk kunnen schaden.
Daarnaast gaf 57 procent van de respondenten toe dat ze het gebruik van AI in werkopdrachten verborgen hielden, vaak zonder de nauwkeurigheid van door AI gegenereerde inhoud te controleren. Nog eens 56 procent gaf toe fouten te hebben gemaakt als gevolg van niet-geverifieerd AI-gebruik. Gloede benadrukte de noodzaak voor organisaties om “AI-alfabetiseringsprogramma’s” te implementeren, waarbij werknemers de kennis en vaardigheden krijgen om AI op verantwoorde wijze te gebruiken.
Het onderzoek onthulde ook een gebrek aan begrip rondom AI, waarbij de helft van de ondervraagde werknemers aangaf de werking en toepassingen ervan slechts beperkt te begrijpen. Slechts 40 procent gaf aan enige AI-gerelateerde training of opleiding te hebben gevolgd. Gloede stelde voor om een “vertrouwd AI-raamwerk” te ontwikkelen dat tien principes bevat voor verantwoord AI-gebruik binnen organisaties.