Meelwormen kunnen giftige stoffen in plastics afbreken

Meelwormen kunnen plastic opeten zonder dat ze eraan sterven. Maar nu ontdekten wetenschappers aan de universiteit van Stanford ook dat de wormen na het eten van plastic nog altijd veilig zijn voor andere dieren. Als die dus wormen opeten die te maken kregen met plastic, zullen ze niet ziek worden.

Kleine witte meelwormen zouden goede helpers kunnen zijn om het plastic-probleem in de wereld tegen te gaan. Want de kleine diertjes kunnen namelijk zonder problemen plastic opeten. Dat toonde eerder onderzoek al aan. Maar nu ontdekten verschillende onderzoekers aan de universiteit van Stanford dat de beestjes ook de giftige stoffen in plastics kunnen afbreken. Na amper 48 uur worden die stoffen afgebroken of afgescheiden door de meelworm.

Geen schade voor andere dieren

Het opvallende is dat de wormen erna nog steeds als voedsel kunnen dienen voor andere dieren. En die zullen geen schade ondervinden, want er blijven namelijk geen schadelijke stoffen achter in de wormen. Dat is wat het nieuwe onderzoek van de Stanford University aantoonde.

Hieronder kan je de meelwormen in actie zien:

De studie wilde namelijk onderzoeken wat er gebeurt met de giftige stoffen in plastics als ze terecht komen in een natuurlijk systeem. In dit geval is dat in de darmen van meelwormen.

“Het is gek dat de meelwormen in staat zijn om een chemische stof te eten, zonder dat het zich na verloop van tijd ophoopt in hun lichaam”, vertelt Anja Malawi Brandon aan Stanford News. Zij is de hoofdauteur van de nieuwe studie.

Gevaarlijke stoffen

Tijdens het onderzoek keken de researchers vooral naar piepschuim. Die kunststof komt namelijk veel voor bij verpakkingen, maar is erg moeilijk af te breken. Dat komt door de lage dichtheid en de omvang ervan.

Piepschuim bevat de vlamvertrager hexabromocyclododecaan, afgekort HBCD. Dat additief wordt vaak gebruikt om kunststof minder vlambaar te maken of om kunststof te verbeteren.

Maar HBCD kan een grote impact hebben op de gezondheid van de mens en het milieu. Zo kan de stof je hormoonhuishouding ontregelen of zelfs bijwerkingen hebben op je zenuwstelsel. Daarom wil de Europese Unie de stof eigenlijk verbieden.

In het experiment deden de onderzoekers ook testen met de gevaarlijke stof bij meelwormen. Daaruit bleek dat ze een deel van HBCD afbraken, maar niet volledig. Daardoor scheiden ze ongeveer de helft HBCD uit en de andere helft CO2.

De resten HBCD die de dieren uitscheiden zijn volgens de onderzoekers wel nog voor een stuk gevaarlijk. Toch zijn de wetenschappers hoopvol naar de toekomst toe. Maar ze geven wel nog altijd de voorkeur aan meer permanente oplossingen zoals biologisch afbreekbare vervangingsmaterialen voor plastic.

Meer
Lees meer...