In het kader van de NAVO-oefening Casualty Move 2025 (CAMO25) testte Nederland hoe het in oorlogssituaties omgaat met grootschalige medische evacuaties. De training vond grotendeels plaats in Duitsland, maar ook in ons land werd een realistische simulatie opgezet. De focus lag dit keer niet op fysieke acties, maar op samenwerking, besluitvorming en civiel-militaire coördinatie.

CAMO25 was geen klassieke militaire oefening met acteurs die als gewonden fungeren. In plaats daarvan draaide alles om het stroomlijnen van communicatie en procedures tussen verschillende partijen. Zowel NAVO-lidstaten als Europese partners waren betrokken. De deelnemers simuleerden hoe medische ketens zouden functioneren tijdens een grootschalig militair conflict.

Nederland simuleert medische hub

In Nederland werd een virtuele medische hub ingericht. Vanuit het ‘front’ werden fictieve gewonden overgebracht naar deze locatie, waar medisch personeel hun toestand beoordeelde. Vervolgens werden de patiënten verdeeld over verschillende ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Daarbij werkten civiele en militaire diensten intensief samen, wat cruciaal bleek voor een snelle en efficiënte opvang.

Vergeleken met eerdere edities werd CAMO25 als realistischer en complexer ervaren. De scenario’s waren gedetailleerder, met meer aandacht voor ethische dilemma’s en logistieke knelpunten. De deelnemers voerden diepgaande discussies over concrete casussen, wat waardevolle inzichten opleverde voor toekomstige crisissituaties.

Voorbereiding op grootschalig conflict

Met CAMO25 wil Nederland beter voorbereid zijn op het ondenkbare: een grootschalig conflict op Europees grondgebied. De oefening toonde aan hoe medische capaciteit en evacuaties gecoördineerd kunnen worden op internationale schaal. Rollen en verantwoordelijkheden van zowel militaire als civiele spelers werden scherp afgebakend.