Met de kersverse minister van Justitie Paul Van Tigchelt (Open Vld) komt opnieuw een onbekend figuur op een toppositie te zitten. “Waarom lijkt het dat niet-verkozen ministers steeds vaker voorkomen?”, vroeg Business AM aan politicoloog Carl Devos van de UGent.
Na weer een niet-verkozen minister: “Ze krijgen na de feiten legitimiteit”, vindt politicoloog Carl Devos
Waarom is dit belangrijk?
Na de benoeming van Van Tigchelt is er weer veel te doen over ministers die nooit op een kieslijst stonden. Het valt op dat er deze legislatuur veel ministers niet verkozen werden in het parlement. Onder anderen Annelies Verlinden (cd&v) en Hadja Lahbib (MR) kwamen van buiten de politiek.- Devos wil nuanceren: “Het beeld ontstaat dat er de laatste tijd heel veel niet-verkozen ministers zijn. Het is een praktijk die ook al in het verleden is toegepast. Mensen die later grote staatsmannen geworden zijn, zoals Jean-Luc Dehaene, Herman Van Rompuy of Kris Peeters (alle drie cd&v), hebben in het verleden ook niet verkozen de regering betreden.”
- “Het is dus geen nieuwe praktijk. Het lijkt er wel op, omdat het in deze legislatuur wat vaker gebeurt. Dat is voor veel mensen lastig, omdat die mensen zich niet eerst aan de kiezer hebben aangeboden.”
Legitimiteit na de feiten
- “Ministers worden door het parlement gecontroleerd, en wij, het volk, kunnen daar via onze volksvertegenwoordigers controle op uitoefenen. Er is wel degelijk een parlementaire controle, maar ons parlement staat relatief zwak. Mochten we een sterker parlement hebben, dan zou de kritiek op het feit dat de ministers niet verkozen zijn minder hard zijn.”
- “Gelukkig gaan bijna alle ministers zich aan de kiezer aanbieden. Op die manier onderwerpen ze het beleid aan het oordeel van de kiezer. In die zin krijgen ze na de feiten legitimiteit. Je bent eerst minister en dan leg je daar achteraf verantwoording over af bij de kiezer. Op die manier werkt het democratisch legitimiteitsproces.”
Pas écht geslaagd als minister?
- Devos weet ook waarom er tegenwoordig vaker niet-verkozenen zijn: “Er zijn kleinere beleidspartijen, die moeten volk zien te vinden in een steeds krimpende groep van mensen. Niet iedereen is even geschikt om minister te worden, dus ontstaat nogal snel de neiging om expertise buiten het parlement te zoeken. Op die manier wil men ook nieuwe mensen in de politiek wil brengen.”
- “Het is jammer dat voor veel parlementsleden het idee bestaat dat de top een ministerpost is en dat je carrière pas echt geslaagd is als je ooit minister bent geweest. Dat heeft veel te maken met het gebrek aan waardering voor het parlement, dat ook vaak zichzelf onvoldoende ernstig neemt en veel te gedwee is”, meent de politicoloog.