“Oorlogsprofiteurs”: olieprijs daalt, maar niet aan de pomp

Ook op de 20ste dag van de oorlog gaan de Russische bombardementen in Oekraïense steden gewoon door. Toch rijzen steeds meer twijfels over de effectiviteit van het Russische leger. Dat zou volgens de Amerikaanse inlichtingendiensten om militaire bijstand hebben gevraagd. Defensiespecialisten denken dat het Russische leger niet de middelen heeft om Kiev te bezetten, wat de ononderbroken bombardementen moet verklaren.

De economische gevolgen van het conflict blijven ondertussen moeilijk in te schatten. Zo verraste maandag de daling van de olieprijs onder de 100 dollar per vat. Dat is ruim 20 procent onder het hoogtepunt van vorige week, waardoor de prijsstijging door de oorlog in Oekraïne bijna ongedaan werd gemaakt.

Beleggers zijn minder bezorgd over productietekorten en marktkenners wijzen erop dat de olieprijzen momenteel sowieso in een neerwaartse trend zitten, schrijft ABM.fn.

Maar er zijn nog andere redenen:

1. De terugkeer van massale lockdowns in China leidt tot zorgen over de toeleveringsketen en de Chinese economische groei, wat een impact heeft op de vraag.

2. De olieprijzen reageren op positieve geluiden rond de onderhandelingen over een staakt-het-vuren in Oekraïne, hoewel de volatiliteit aanhoudt. 

3. De OPEC verhoogt de productie en meldt dat er geen tekort is.

4. Russische olie die, ondanks financiële sancties, nog steeds haar weg naar de markten weet te vinden, althans gedeeltelijk.

5. Hefboomfondsen hadden op 8 maart shortposities in olie (NYMEX WTI) ter waarde van slechts 25 miljoen vaten, een van de kleinste shortposities van de afgelopen jaren. Nu de shortposities tot een historisch dieptepunt zijn teruggebracht, zijn de voorwaarden geschapen voor een nieuwe verkoopcyclus waardoor het extreme opwaartse risico voor de prijzen is afgenomen.

‘Big Oil’ boekt hoogste winsten in 7 jaar

Hoewel de olieprijs daalt is daar aan de pomp vooralsnog weinig van te merken. Dat komt door de manier waarop de FOD Economie de maximumtarieven berekent. De maximumprijs voor benzine en diesel wordt berekend op basis van een gemiddelde van de voorgaande 20 dagen. Dat verklaart waarom de prijzen aan de pomp minder snel wijzigen. Dat moet de consument beschermen tegen de soms zeer volatiele prijzen op de markt.

Maar de extreme stijging biedt de olieconcerns een extra kans om hun marges te verbeteren. Oliemarkten hebben – net als de financiële markten – geen geweten. De al vaak ten grave gedragen fossiele brandstoffenindustrie viert hoogdagen. ‘Big Oil’ – a.k.a. ExxonMobil, Chevron, Shell, BP en Total Energies –  rapporteert zijn hoogste winsten in 7 jaar.

Marges die in verschillende landen gedeeltelijk zullen worden gefinancierd door de tussenkomst van de overheden. In ons land kost een tank van 60 liter daardoor straks 10,5 euro minder.

Niet enkel de oliemaatschappijen verdelen geld, ook transportbedrijven en anderen rekenen de prijsstijgingen door aan bedrijven en consumenten, waardoor de spiraal zichzelf in stand houdt. “Oorlogsprofiteurs” is een term die op sociale media de ronde doet.

(jvdh)

Meer
Lees meer...