“Overwinning voor milieuactivisten”: Shell trekt zich terug uit olieproject in Britse Noordzee

Royal Dutch Shell heeft zich teruggetrokken uit een omstreden olieproject in de Britse Noordzee. Dat melden de Financial Times en The Telegraph. Het Cambo-olieveld was het strijdtoneel geworden van verschillende milieugroeperingen die de Britse ontwikkeling van nieuwe olie- en gasreserves een halt willen toeroepen.

Waarom is dit belangrijk?

Ondanks de inspanningen om over te schakelen op hernieuwbare energie leveren olie en gas nog steeds meer dan 75 procent van de totale energie in het VK. De meeste auto's en boilers worden van de brandstof voorzien en 40 procent van de elektriciteit wordt ermee opgewekt. 

Het Cambo-olieveld bij de Shetlandeilanden zou naar schatting 1.000 banen hebben opgeleverd, en meer dan 170 miljoen vaten olie-equivalent produceren. Het moest een stimulans betekenen voor de olie- en gasindustrie in het Verenigd Koninkrijk, ook al wordt er overgeschakeld op groenere energie.

“Gedetailleerde beoordeling”

Het Brits-Nederlandse olieconcern Shell, dat onlangs plannen bekendmaakte om zijn hoofdkantoor van Nederland naar het VK te verplaatsen, zei dat het een “gedetailleerde beoordeling” van het project had uitgevoerd alvorens te besluiten zich terug te trekken.

“Na een grondige doorlichting van de voorgestelde ontwikkeling van Cambo zijn we tot de conclusie gekomen dat de economische argumenten om in dit project te investeren op dit moment niet sterk genoeg zijn en dat het project bovendien vertraging kan oplopen”, aldus Shell donderdag in een verklaring.

COP26

Shell en Siccar Point Energy, dat 70 procent van het project in handen heeft, vroegen in juni groen licht van de Britse overheden om met het project door te gaan. Maar de regering van premier Boris Johnson, die in november de COP26-klimaattop organiseerde, stond onder druk van activisten om het project niet goed te keuren.

Siccar Point zei “teleurgesteld” te zijn over de “verandering van standpunt” van Shell, maar meldde ook dat het met de Britse regering in gesprek zou blijven over de ontwikkeling van het veld ten noordwesten van de Shetlandeilanden.

“Wij hebben nog steeds vertrouwen in de kwaliteiten van het project”, aldus CEO Jonathan Roger, die eraan toevoegde dat Siccar Point in gesprek was met aannemers en andere belanghebbenden om “opties te bekijken”.

“Debet aan dodelijke klimaatcrisis”

Voorstanders van Cambo voeren aan dat het VK zonder deze energiebron afhankelijker zal worden van de invoer uit Rusland en de Golfstaten. Tegenstanders vrezen dat de levensduur van fossiele brandstoffen er alleen maar door zal worden verlengd, waardoor de koolstofuitstoot zal toenemen. Milieuactivisten zagen het besluit van Shell dan ook “onmiddellijk als een overwinning”, schrijft FT.

“Dit is een boodschap aan de Britse regering dat er geen reden is voor nieuwe olie – en gasprojecten”, zei Tessa Khan, directeur van de belangengroepering Uplift, die een Stop Cambo-campagne heeft gecoördineerd.

Ondanks eerdere steun voor de investering van de regering Johnson, was de betrokkenheid bij Cambo steeds ongemakkelijker geworden voor Shell, dat 30 procent van het project in handen heeft.

Op een TED-conferentie in Edinburgh in oktober, voorafgaand aan COP26, daagde Lauren MacDonald, een jong Schots lid van de Stop Cambo-campagne, Shell-topman en medepanellid Ben van Beurden uit over Shells ontwikkeling van het project. “Naarmate de klimaatcrisis dodelijker wordt, zult u daar debet aan zijn”, zei ze tegen Van Beurden voordat ze van het podium liep.

Olie- en gasprojecten in de Noordzee

Shell, dat verschillende andere olievelden in de Noordzee exploiteert, zei dat het zich blijft engageren om olie- en gasprojecten in Britse wateren uit te voeren.

“Wij zijn ervan overtuigd dat de Noordzee – en Shell daarin – een cruciale rol moet spelen in de energiemix van het Verenigd Koninkrijk en de banen en vaardigheden moet ondersteunen die een soepele overgang naar de koolstofarme toekomst van Groot-Brittannië mogelijk maken”, aldus Shell.

(am)

Meer
Lees meer...