Regering heft weer extra taks op frisdrank. Waarom dat gewoon een excuus is om de staatskas een beetje te vullen

De federale regering breidt de taks op suikerhoudende dranken uit. Ook de light- en zero-versies, met suikervervangers. Eén cent voor een blikje, en drie cent voor een grote fles komt er bij. De officiële motivering is het tegengaan van de verdikking van de Belgen, maar in de praktijk zal het gewoon neerkomen op extra inkomsten voor de staatskas. Want die suikertaks doet net niks op het vlak van gezondheid. Dat ook extra betaald moet worden voor light en zero zegt al veel. Maar er is meer.

De uitbreiding van de suikertaks zou 75 miljoen euro ­extra inkomsten moeten binnenhalen. Nu brengt de taks, in voege sinds vorig jaar, zo’n 40 miljoen euro op. Tegen 2020 moet de maatregel 250 miljoen opleveren. De frisdranktaks past in een breder gezondheidsbeleid van Maggie De Block blijkbaar.

De maatregel zat ook in de taxshift die de federale regering in juli besliste: daarin stonden voor 150 miljoen euro “inkomsten door een bijkomende taks op ongezonde voeding en suikerhoudende frisdranken”. Het is dus ook een beetje een belasting die moet dienen om andere belastingen te kunnen doen dalen.

Huiswerk niet gedaan

De realiteit is dat het om een puur fiscale maatregel gaat die helemaal niet past in een groter voedingsplan. En als de regering dat wel denkt, dan heeft ze haar huiswerk niet goed gedaan.

In landen waar iets gelijkaardig is geprobeerd (op de meeste plaatsen werd de taks alweer genuanceerd of afgevoerd) bleek er amper effect te zijn op wat zogezegd beoogd wordt: het aanpakken van het verdikkingsprobleem.

Om te beginnen: daarvoor zal de taks niet hoog genoeg zijn. Verschillende studies hebben dat al aangetoond. Zelfs een verhoging van de prijs van suikerdrank met 20 procent leidt tot een reductie van het aantal mensen met obesitas van amper 1,3 procent. En, dat was na hooguit een paar jaar. Die studies tonen immers dat, als je de taks op 20 procent laat, steeds meer mensen na verloop van tijd toch zullen teruggrijpen naar die suikerdrank.

Mexico, MexiNO

Op 1 januari 2014 voerde Mexico een frisdranktaks in die suikerdrankjes 10 procent duurder maakte. Die ging wel gepaard met een vettaks die snoep, snacks (ook chips) en ijsjes 8 procent duurder maakte. Het leidde tot een minderverkoop van 6 procent in het eerste jaar. Tenminste, dat was de conclusie van een studie die het Mexicaanse ministerie van gezondheid deed. Ze ging de wereld rond met ronkende titels als “Mexico bewijst dat suikertaks werkt”.

Probleem: de studie bleek niet zo geweldig goed gedaan te zijn. Mexicanen bleken 6 procent minder te hebben uitgegeven aan suikerdrank, maar andere studies, onder meer een grootschalige van Nielsen, hebben ondertussen aangetoond dat dat niet echt betekent dat ze er minder dronken, tenzij je een daling van 0,2 procent spectaculair noemt. Wat wél gebeurde: 9 procent van de Mexicanen switchte door de taks naar een goedkoper merk of een andere, goedkopere suikerhoudende drank.

Er zijn ondertussen genoeg studies over het effect van prijsverhogingen op verbruik van verslavende producten. Sigaretten op kop, maar, als je gaat kijken naar vergelijkbare studies over zoetigheid, dan blijkt dat de verslaving aan suiker zelfs moeilijker is om vanaf te geraken dan die aan roken.

Prijsverhogingen van 10 à 15 procent leiden in de beste gevallen tot een vermindering van het verbruik van twee à drie procent na twee jaar. Het komt er op neer dat alleen echte shock-taksen werken, en met werken bedoelen we dan een vermindering van het verbruik van 20 procent twee jaar na de invoering. Om dat te bereiken moet je de prijs ineens met 50 procent verhogen.

Machtswissels = afvoeren

Tot nu toe is op de meeste plaatsen waar suiker- en/of vettaksen geprobeerd zijn het niet echt een succesverhaal geweest. Bovendien worden die taksen door politici in de praktijk (doorgaans bij een machtswissel) al snel weer afgevoerd, niet meteen onder druk van de bevolking, maar onder druk van de producenten en verkopers ervan.

Denemarken, de mislukking

In Denemarken hebben ze het ook geprobeerd, zo’n vet- en suikertaks invoeren. Het werd een complete mislukking die al na amper een jaar werd afgeblazen. Denemarken is opmerkelijk vergelijkbaar met België wat het obesitaspatroon betreft. 13 procent, en iets minder dan de helft van de mensen tout court te dik. In Denemarken verloren 1.300 mensen hun job, steeg de inflatie en ontstond er een nieuw begrip: cookie runs. Naar bijvoorbeeld Duitsland rijden en er je koffer vol laden. Dat laatste is wat ons land betreft iets wat sowieso makkelijker is dan in Denemarken. Frankrijk of Nederland zijn nooit zo ver weg.

Ook op andere plaatsen in de wereld waar er al extra taksen gelden op bijvoorbeeld suikerrijke frisdranken is het resultaat bijzonder pover. Ofwel bleken mensen hun eigen suikerrijke dranken te gaan maken, ofwel veranderden ze hun gewoontes gewoon niet. En als er al mensen stopten met suikerrijke drank te drinken dan bleken het die te zijn die niet echt een probleem hadden om mee te beginnen. Obesitaspatiënten en dikke mensen veranderden amper (lees: minder dan 5 procent) hun gewoontes.

Drugs

Ook een andere beoogde groep, die van de lage inkomens, veranderde haar gewoontes niet. Het idee is dat mensen met weinig geld als eersten zo’n taksen voelen, en zich zullen aanpassen, wat een goeie zaak zou zijn want het is net in de lage inkomensgroepen dat nu de meeste problemen met obesitas zijn.

Het klinkt fantastisch in theorie, maar het blijkt in drie gevallen in de praktijk niet te kloppen: ongezond eten (vet en suiker), alcohol en roken. Mensen blijken in de praktijk bereid te zijn om andere offers te brengen. Op zich moet ons dat eigenlijk niet verbazen: we weten ondertussen dat al die dingen spelen op onze hersenen, ons een geluksgevoel geven en eigenlijk gewoon drugs zijn. “Verslavingen los je jammer genoeg niet op met taksen, hoe leuk dat ook klinkt”, lazen we ergens.

Leuk om leeglopende staatskassen te vullen

Het heffen van taksen uit gezondheidsoverwegingen is misschien wel een leuk vullertje voor leeglopende staatskassen, maar er is geen enkel echt bewijs is dat het in de praktijk werkt. Integendeel. Wat uiteraard niet wegneemt dat we met een probleem zitten, en dat niks doen niet echt een optie is.

Japan: de metabo-wet die werkt

In Japan hebben ze een andere aanpak sinds 2008. We hebben het hier over een land waar 3 procent van de bevolking aan obesitas leidt, en daar mag je nog een pak sumoworstelaars bijtellen ook. Het aantal daalt trouwens. Ondanks de aanwezigheid van 3.600 McDonald-restaurants in het land (er zijn er alleen in de VS meer). De metabo-wet zoals ze genoemd wordt, had als doel om zelfs die weinige mensen met overgewicht te verminderen met 25 procent tegen 2015, en het ziet ernaar uit dat het gaat lukken. Hoe werkt het?

De Japanse overheid heeft bepaald hoe dik elke werknemer van boven de 40 mag zijn. De buikomtrek is vastgelegd op 90 centimeter voor vrouwen en 85 centimeter voor mannen. Elke werknemer boven de 40 moet jaarlijks op zijn werk zijn buikomvang laten meten. Als hij of zij te dik is, moet hij of zij naar een diëtist en volgen er ook andere motiverende maatregelen zoals opvolging via telefoon, mail etc.

Boetes voor bedrijven

Bedrijven die niet meedoen of niet genoeg doen, krijgen een boete van 10 procent verhoging van hun sociale lasten. Bedrijven of overheidsinstellingen die de doelstelling niet halen van een vermindering van een kwart van het aantal te dikke mensen op hun payroll tegen 2015 zullen extra geld moeten storten in een soort zilverfonds om de gezondheidszorg bij gepensioneerden te betalen.

Het is niet alleen een kwestie van de verantwoordelijkheid bij de werkgevers te leggen, het is ook een poging om die bij de collega’s te leggen, die er alle belang bij hebben een te dikke werkmakker te motiveren om af te vallen. Want als het bedrijf boetes krijgt, vertaalt dat zich in kleinere bonussen voor iedereen. Bij ons zou zoiets wellicht leiden tot het ontslaan of laten afvloeien van te dikke mensen. In Japan blijkt dat in de praktijk alvast niet zo.

Zero en light: feiten en onzin

Ook opmerkelijk is dat frisdranken met suikervervangers zoals aspartaam maar ook stevia voortaan gewoon mee extra belast worden. Er is vooralsnog, ondanks duizenden studies ondertussen, geen wetenschappelijk bewijs dat die suikervervangers echt ongezond zijn. (Lees: Nee, light frisdrank is niet ongezonder. Integendeel, het is een zegen. Dit is waarom)

Er circuleren wel een hoop theorieën op het web – en die worden ondertussen door veel mensen als waarheid ervaren – dat dranken met suikervervangers ook zouden leiden tot verdikking.

Er is daarvoor geen enkel wetenschappelijk bewijs. Integendeel, er is alleen bewijs dat ze dat niet doen.

Om het simpel te houden: het idee is hier dat zoetstoffen je lichaam niet zouden kunnen misleiden en dat je lichaam dus op dezelfde manier reageert op die stoffen dan echte suiker.

Daar wordt al sinds 2005 serieus onderzoek naar gedaan. Het is ook effectief getest op de hersenen van mensen. Wanneer mensen suikerhoudende dranken consumeren, zien wetenschappers een verandering in de hypothalamus. Dat is een onderdeel van de hersenen en meer specifiek een onderdeel van het limbische systeem. Het controleert het autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem en speelt een cruciale rol bij de organisatie van gedragingen die zorgen voor de overleving van het individu en de soort: eten, vechten, vluchten, paren. Honger en dorst dus ook.

Causaal verband

Wanneer mensen gewoon water drinken of een frisdrank met een zoetstof zoals bijvoorbeeld aspartaam is die verandering in de hypothalamus niet te bespeuren.

Aan de universiteit van Stanhope zijn ze ook al meer dan 10 jaar specifiek aan het zoeken naar de claim dat zoetstoffen een verhoogde insuline-respons zou triggeren. Ze zijn het ook al jaren echt aan het testen op mensen, zowel diabetici als gezonde, en blijkt dat het drinken van light en zero totaal geen invloed heeft op insuline-waardes.

De verwarring is altijd dezelfde en nooit wetenschappelijk: associatie. Man is dik, man drinkt light dus light maakt dik. Een causaal verband is nog nooit gevonden. Man was wellicht al dik en is daardoor overgeschakeld naar light. En man drinkt misschien wel light maar eet ongezond. Of man zegt misschien gewoon dat hij light drinkt.

Immers: echt degelijk onderzoek impliceert effectief dat je gaat testen en niet zomaar conclusies trekt uit pure pure observatie of gegevens die je verzamelt van geënquêteerden.

Miljoenen levens

Bottomline: een suikertaks kan niet werken als het louter een fiscale maatregel is. Alleen als de opbrengsten gebruikt worden om gezondere voeding goedkoper te maken en een preventiebeleid te voeren, heeft zo’n taks zin.

Het ontraden van gezondere alternatieven – in dit geval light en zero – maar, zoals eerder al door elektronische sigaretten harder te gaan reglementeren dan gewone (Lees: Wat nu, Maggie? Ongemakkelijke waarheid over elektronische sigaretten blootgelegd in rapport van 200 pagina’s) is zelfs bijna misdadig.

Uiteindelijk kunnen die alternatieven in onze wereld miljoenen levens redden.

Als het puur om het geld gaat, zeg het dan gewoon. En als dat niet het geval is, en onze beleidsmensen zich nu ook al laten leiden door onwetenschappelijke hearsay, dan hebben we echt een probleem. Trump-style.

Meer
Lees meer...