Staatshervorming mogelijk na 2019? Tekst regeerakkoord laat eigenlijk weinig twijfel

De regering Michel heeft z’n moeilijkste financiële hordes genomen. En nu het ACV beslist heeft om niet mee te staken met het ABVV, is ook het gevaar van een nieuwe clash met de vakbonden van de baan. De rit tot 2019 wordt uitgereden, zo lijkt het. En meteen duikt dan pas het communautaire opnieuw op. Maar in het regeerakkoord staat daarover een duidelijke passage.

N-VA kondigde al aan geen communautaire campagne te gaan voeren in 2019, maar eerder het huidige sociaal-economische beleid van de regering te verdedigen. Met een huidig positief economisch klimaat en populaire N-VA-boegbeelden zoals Jan Jambon en Theo Francken die het beleid dragen niet zo’n gekke beslissing. Op de N-VA-familiedag was diezelfde boodschap opnieuw duidelijk: “Welvaart, veiligheid en Vlaamse identiteit”, zijn de thema’s voor de komende twee jaar.

Het communautair blijft zo begraven in deze regeerperiode. Maar in de marge liet voorzitter Bart De Wever (N-VA) wel verstaan aan de VRT dat hij deze periode wel de nodige artikelen in de grondwet wil aanduiden om te kunnen wijzigen, bij een eventuele staatshervorming.

Creatief met de grondwet

Het is een beetje technisch, maar komt erop neer dat elke staatshervorming al begint bij een vorige regering. Elke staatshervorming in dit land moet met een tweederde meerderheid goedgekeurd worden, zo staat het in die grondwet, die bij zo’n staatshervorming moet gewijzigd worden. Maar zo’n wijziging verloopt in twee etappes: de vorige regering én het parlement moeten immers een aantal artikels aanduiden op het einde van de regeerperiode, en enkel die kunnen, met een tweederde meerderheid, dan in de volgende regeerperiode gewijzigd worden.

Vandaar dat heel de Wetstraat uitkijkt naar welke artikels de huidige ploeg zou aanduiden voor eventuele wijziging de komende vijf jaar. Daarover was in 2014 veel te doen. Voor de Franstaligen was het bijna ‘hoogverraad’ om alleen al die artikels aan te duiden. Tijdens de regeringsonderhandelingen in 2014 was de MR bereid om toe te stemmen. Maar er werden toen niet al te veel toeters en bellen aangehangen.

Uiteindelijk verscheen er een cryptisch zinnetje in het regeerakkoord. “Na afloop van deze legislatuur zal, zoals voorzien door het kiesstelsel en zoals toegestaan door de Grondwet, het aan de kiezers zijn om zich uit te spreken over de verschillende beleidsprojecten.”

Dat moet gelezen worden op twee manieren, die niet officieel in de tekst staan, maar wel in de zogenaamde Atoma-schriftjes. Ten eerste wilde de onderhandelaars het probleem hoe dan ook verschuiven naar 2019. Pas op het eind bespreken de vier partijen wat ze precies doen met de grondwet. Dat was vooral om grote hommeles in het begin van de legislatuur te vermijden, zeker voor de MR was de opgave al lastig genoeg. Als de ploeg in 2019 nog steeds samen zou zijn, werd dit gesprek meteen veel makkelijker.

Want de tweede, inhoudelijke interpretatie is dat er wel degelijk, “zoals toegestaan door de Grondwet” een keuze zal zijn van de kiezer voor verschillende projecten. Met andere woorden, het “confederale model” van de N-VA zal niet op voorhand in de kiem gesmoord worden.

Hoe het dan precies in z’n werk zal gaan is nog koffiedik kijken. Want er zijn altijd tussenoplossingen. In plaats van expliciet te gaan aanduiden wat precies gewijzigd moet worden, kan ook altijd gewoon artikel 195 aangeduid worden voor wijziging. Dat artikel in de grondwet regelt de grondwet zelf. Eigenlijk is het dus een soort sleutel die op alle deuren past: je kan alles en niets aanduiden. Juridisch gezien een weinig elegante oplossing, maar wel praktisch werkbaar.

“Verkrachting van de grondwet”, noemde de N-VA die piste nog in 2012. Maar ondertussen is het wel de meest voor de hand liggende oplossing.

epa
Meer
Lees meer...