Stiptere treinen? Nieuwe beheersovereenkomst met NMBS brengt weinig zoden aan de dijk

De federale regering zal de komende dagen haar licht laten schijnen over een nieuwe beheersovereenkomst met de NMBS. Het is onder meer de bedoeling om de stiptheid van de treinen te verbeteren. De plannen die nu op tafel liggen zijn (op dat vlak) niet bepaald ambitieus te noemen.

Na tien jaar zonder beheersovereenkomst buigt de federale regering zich de komende dagen over nieuwe afspraken die het wil maken met de NMBS. Dat nieuwe beheerscontract zal meteen voor tien jaar gelden. Over het contract werd ruim een jaar onderhandeld tussen de top van het spoorbedrijf en het kabinet van federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo).

Bedoeling is dat die overeenkomst vanaf 1 januari in werking treedt na goedkeuring door de Kamer. Dat schrijft De Tijd, die een exemplaar van de nieuwe beheersovereenkomst kon inkijken.

Meer stipte treinen

De federale regering streeft ernaar om meer treinen op tijd te laten rijden. In 2027 moet 91,6 procent van de treinen stipt op tijd aankomen en vertrekken. Tegen het einde van de overeenkomst in 2032 mag de stiptheid heel lichtjes dalen tot 91,5 procent. Dat lijkt zeer ambitieus, maar dat is het niet. Zo stond er in het voorgaande beheerscontract, dat dateert uit 2008, dat 92 procent van de treinen stipt moet rijden. De regering laat de teugels nu dus een beetje vieren.

Daarenboven moeten we er rekening mee houden dat de spoorwegenmaatschappij de definitie van het begrip “stipt” stelselmatig heeft versoepeld. Vroeger was er sprake een laattijdige trein wanneer die 5 minuten te laat aankwam op de bestemming. Vandaag wordt er pas gesproken van een vertraging wanneer de kaap van 6 minuten wordt gerond.

Voorts tellen afgeschafte treinen niet mee en worden treinen die de Brusselse Noord-Zuid-tunnel door moeten alleen geteld tot het eerste Brusselse station dat ze aandoen.

Stiptheid neemt af

Ondertussen zien we dat de stiptheid van de treinen opnieuw aan het afnemen is. In april kwam 90,5 procent van de treinen op tijd of met maximaal 6 minuten vertraging aan in Brussel of zijn eindstation. Een jaar eerder, in april 2021, was dat nog 93,9 procent. In maart dit jaar was de stiptheid zelfs gezakt tot onder 90 procent.

In april werden er ook meer treinen (gedeeltelijk of volledig) afgeschaft in vergelijking met een jaar eerder: 3.882 treinen of 4,2 procent van alle treinen, tegen 1,8 procent in april vorig jaar.

Voorts wil de federale regering de klantvriendelijkheid van de spoorwegenmaatschappij een boost geven en meer treinen laten rijden. Het doel is om 30 procent meer reizigers aan te trekken. En laat nu net het gebrek aan stipte treinen één van de redenen zijn waarom pendelaars de voorkeur geven aan andere vervoersmiddelen. Het bovenstaande plan lijkt ons dan ook niet ambitieus genoeg om die doelstelling te halen.

(lb)

Meer
Lees meer...