Waarom minister Vandeput (N-VA) het budget van het leger wil verdriedubbelen tegen 2030: 6,3 miljard per jaar 

Torenhoge ambities, niet op kosten van deze regeringen, maar de volgende. Dat is in essentie het (financiële) plan dat minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) heeft voor het leger. Dat zit nu op 2,45 miljard euro kosten per jaar, en zou moeten stijgen tot 6,3 miljard in 2030. Dan zouden we zo’n 1,6 procent van het BNP aan Defensie geven, het NAVO-gemiddelde. De redenering achter de cijfers, hier uitgelegd.

Het defensiebudget is altijd een moeilijk onderwerp binnen de Belgische regering: een aantal logica’s en belangen lopen dwars door mekaar. Ze helpen mee te verklaren hoe Vandeput aan 6,3 miljard komt in 2030, een cijfer waarmee La Libre Belgique mee uitpakt vandaag, maar dat al langer circuleert.

De federale logica: krimpen

Je hebt ten eerste de budgettaire realiteit van de federale regering: die zit in een krimp-scenario. Zeker deze regering wil het totale overheidsbeslag zien dalen, en dus moet er overal bespaard worden. De belastingdruk moet omlaag, zowel voor liberalen als N-VA. Binnen N-VA waren er die al voor een stijging deze legislatuur pleitten, maar dat botste op een absolute njet van voorzitter Bart De Wever.

De truc die Vandeput nu dus toepast is een klassieker: ja, het budget gaat stijgen, maar niet in deze legislatuur. Eerst krimpt het nog tot 2,1 miljard. Vandeput legt dus eigenlijk z’n eventuele opvolger een budgetstijging voor, dat heeft dus enig voorbehoud. Een nieuwe regering, zeker in een andere samenstelling, is maar op één manier écht gebonden aan dat grotere budget: de bestellingen van nieuwe materiaal. Onlogisch is dat niet: oplevertermijnen zijn lang, als je F-35’s nu bijvoorbeeld bestelt, worden die maar binnen 10 jaar geleverd. Mooi voorbeeld: de opvolger van de C130 Hercules transportvliegtuigen. De A400M is besteld nog onder André Flahaut (PS), wordt nu pas geleverd en betaald. Op vlak van personeelsbeleid, de grootste uitgavepost, en infrastructuur zoals kazernes, kan er binnen een legislatuur natuurlijk wel veel veranderen.

De NAVO-logica: veel meer uitgeven

Daarnaast heb je de internationale verplichtingen binnen de NAVO. Met name de Amerikanen zien veel Europese landen, waaronder zeker ook België, als free riders: zij profiteren van de gigantische Amerikaanse defensieuitgaven en de relatieve rust in de wereld die daarvan het gevolg zijn. De Amerikanen besteden jaarlijks meer dan 4 procent van hun BNP aan defensie, het NAVO-gemiddelde is 1,6 procent.

Wij zitten daar ruim onder en moeten dus, als we niet meer door Washington in het vizier genomen willen worden, toch minstens tot dat gemiddelde klimmen. Het verklaart wel het cijfer van 6,3 miljard, dat is exact dat NAVO-gemiddelde van 1,6 procent. Maar nogmaals: het is voor een deel een politiek luchtkasteel omdat het over al die toekomstige legislaturen gaat.

De ideologische: kernwapens en daarom ook de F-35?

Daarnaast speelt de ideologische invalshoek: moeten we geld besteden aan het leger vanuit ethische overwegingen? Zeker bij groen, sp.a, maar ook bij CD&V en N-VA heb je uitgesproken pacifisten, die eigenlijk liefst een zo klein mogelijk leger willen. Binnen N-VA botsten de zogenaamde haviken, zoals Theo Francken en nu als minister ook Vandeput, met die pacifistische vleugel.

Daarin onder meer Wilfried Vandaele en Jan Peumans. Die zijn bijvoorbeeld uitgesproken tegen kernwapens. Maar de minister kiest een heel andere koers. Zo wil hij duidelijk opvolgers voor de F-16’s die ook tactische nucleaire wapens aan boord kunnen nemen. En dan kom je automatisch bij de peperdure F-35’s uit. Een andere omstreden beslissing in de toekomstige plannen van de minister.

De logica van het leger zelf

Tenslotte speelt nog een factor: het leger zelf dat zucht en kreunt en uiteraard altijd meer geld zal willen uitgeven. De invloed die de generaals proberen uit te oefenen op de machthebbers, met name ‘hun’ minister van Defensie is wisselend. Onder André Flahaut (PS) bijvoorbeeld, hadden ze weinig te zeggen en moesten ze vooral naar diens pijpen dansen. Pieter De Crem (CD&V) koos een andere aanpak, maar hield duidelijk zelf de regie.

Wat opvalt bij Vandeput, die nauwelijks iets van Defensie wist toen hij begon, is dat hij behoorlijk leunt op die generaals. Z’n kabinetschef is Claude Van de Voorde, generaal van de luchtcomponent. Die redeneert vanuit de logica van het leger en komt dus uiteraard bij erg dure plannen, is de kritiek die bij coalitiepartners te horen is.

De kern moet de komende weken de knopen doorhakken. Maar alles wijst op grootse plannen, die de volgende regeringen dan maar hard zullen moeten maken. Dat is zowat de enige constante in de laatste 15 jaar defensiebeleid.

epa
Meer
Lees meer...