Toch nog goed nieuws: werkloosheid in eurozone sinds vorig jaar gedaald

De werkloosheidsgraad in de eurozone bedroeg in juni 6,6 procent, ongeveer hetzelfde als de maand ervoor. In juni vorig jaar was dat nog 7,9 procent. Dat blijkt uit gegevens van het Europese statistiekbureau Eurostat.

De gestegen tewerkstelling is vooral te danken aan de verbeterde COVID-situatie: tijdens het hoogtepunt van de werkloosheid, veroorzaakt door de pandemie, steeg die in september 2020 naar 8,6 procent, een toename met 1,3 procent tegenover februari van datzelfde jaar. 

Na een half jaar rond dat punt te zweven, begon de werkloosheid gestaag te dalen. Sinds april 2022 is de situatie min of meer onveranderd gebleven. Die trends doen zich ook voor in de Europese Unie (EU), waar de werkloosheid in juni 2022 6 procent bedroeg, een daling van 1,5 procent tegenover het hoogtepunt in september 2020.

Volgens Eurostat zouden 10,93 miljoen mensen in de eurozone nu werkloos zijn, vergeleken met 10,90 miljoen in mei. Vorig jaar bedroeg de werkloosheid in juni 12,88 miljoen.

Werkloosheid bij jongeren gestegen

De werkloosheidsgraad bij jongeren is echter lichtjes gestegen. In de EU waren in juni 59.000 meer jongeren werkloos dan in mei, terwijl dat cijfer in de eurozone steeg met 64.000. 

Er tekent zich op jaarbasis wel weer een daling op: er waren in de EU en de eurozone respectievelijk 527.000 en 450.000 meer jongeren aan het werk tegenover juni vorig jaar. Zo’n 2,5 miljoen mensen onder de 25 jaar zouden in de EU zonder werk zitten.

Zuidelijke landen hebben het moeilijk

De werkloosheidsgraad varieert sterk van land tot land. Winnaar is momenteel Tsjechië: daar bedroeg die in juni slechts 2,4 procent. In de eurozone is dan weer Duitsland de koploper, met 2,8 procent. Ook België valt onder het gemiddelde van zowel de EU als de eurozone. De werkloosheidsgraad bedroeg in ons land in juni 5,5 procent.

Het zuiden heeft het echter zwaarder te verduren. Vooral Spanje en Griekenland zitten in de penarie: daar bedroeg de werkloosheid respectievelijk 12,6 en 12,3 procent. De bronzen medaille gaat naar Italië, met 8,1 procent. 

Lees het volledige rapport van Eurostat hier.

(fjc)

Meer
Lees meer...