Op de klimaattop in Glasgow zitten bijna 200 landen samen om te bespreken hoe ze de opwarming van de aarde tegen het einde van deze eeuw kunnen beperken tot 1,5 graden ten opzichte van het pre-industriële niveau. In extremis laten ze een opwarming toe van maximaal 2 graden. Maar hoe groot is het verschil tussen 1,5 en 2 graden?
Zaterdag waren er wereldwijd betogingen aan de gang naar aanleiding van de klimaattop in Glasgow. De klimaatactivisten vrezen dat de beloftes die inmiddels zijn gemaakt op de klimaattop onvoldoende zijn om de opwarming van de aarde binnen de perken te houden. Op ruim 200 plaatsen op bijna elk continent werd actie gevoerd.
Wetenschappers hebben al gezegd dat het overschrijden van de drempel van 1,5 graden het risico inhoudt dat de klimaatverandering veel ernstigere gevolgen heeft voor mensen, wilde dieren en ecosystemen. De wereld is nu al ongeveer 1,1 graden warmer in vergelijking met het pre-industriële niveau. Elk van de laatste vier decennia was warmer dan welk decennium ook sinds 1850.
Meer extreem weer
“We hebben nog nooit zo’n wereldwijde opwarming gehad in slechts een paar decennia”, zei klimaatwetenschapper Daniela Jacob van het Climate Service Center in Duitsland aan het persagentschap Reuters. “Een halve graad betekent veel meer extreem weer, en het kan vaker voorkomen, intenser zijn of langer duren.”
We hebben dit jaar aan de lijve mogen ondervinden hoe ernstig de impact kan zijn van de klimaatopwarming. In België werden we bijvoorbeeld geconfronteerd met wateroverlast, terwijl andere landen het hoofd moesten bieden aan hittegolven en verwoestende bosbranden.
“Voor elke toename van de opwarming van de aarde, worden de veranderingen in extremen groter”, weet Sonia Seneviratne, klimaatwetenschapper aan de universiteit ETH in Zurich. Denk bijvoorbeeld aan hittegolven die vaker voorkomen.
Een extreme hitte die één keer per decennium voorkomt in een klimaat zonder menselijke invloed, zou volgens het IPCC, het klimaatorgaan van de VN, 4,1 keer per decennium voorkomen bij een opwarming van 1,5 graden, en 5,6 keer bij een opwarming van 2 graden. Indien de temperatuur stijgt met 4 graden zouden extreme hittegolven 9,4 keer per decennium voorkomen.
Een warmere atmosfeer kan ook meer vocht vasthouden, wat resulteert in meer extreme regenval met een verhoogd overstromingsrisico. Ook neemt de verdamping toe, wat leidt tot intensievere droogtes.
Gevaar voor de ijskappen en koraalriffen
Het verschil tussen 1,5 en 2 graden is ook van cruciaal belang voor de oceanen en de bevroren gebieden op aarde. “Bij 1,5 graden is de kans groot dat we kunnen voorkomen dat de ijskap van Groenland en West-Antarctica instort”, aldus Michael Mann, klimaatwetenschapper aan de Pennsylvania State University. Daardoor zou de zeespiegelstijging tegen het einde van de eeuw beperkt blijven tot enkele meters, wat nog steeds immens veel is.
“Maar als de temperatuurstijging meer dan 2 graden bedraagt, kunnen de ijskappen instorten en kan de zeespiegel tot 10 meter stijgen”, voegde Mann er meteen aan toe tijdens een interview met Reuters.
De opwarming van de aarde heeft ook een niet te onderschatten impact op de koraalriffen. 70 procent van die riffen zou verdwijnen bij een opwarming van 1,5 graden. Indien de temperatuur stijgt tot 2 graden zou 99 procent van de koraalriffen verdwijnen.
Hongersnood
Ook onze voeding ontsnapt niet aan de ingrijpende gevolgen van de klimaatverandering. Hogere temperaturen verhogen de kans dat oogsten werelwijd mislukken. Dat kan leiden tot extreme voedselprijspieken en honger en hongersnood in grote delen van de wereld.
In een warmere wereld zouden de muggen die ziekten als malaria en knokkelkoorts overbrengen, zich over een groter gebied kunnen verspreiden. Maar bij 2 graden zou ook een groter deel van de insecten en dieren een aanzienlijk deel van hun leefgebied kwijtraken, vergeleken met 1,5 graden, en zou het risico op bosbranden toenemen. Dergelijke rampen verkleinen eveneens het woongebied van de dieren.
Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) zullen de huidige klimaatbeloftes resulteren in een opwarming van 1,8 graden.