Het is warm. Héél warm. Te warm om uit te drukken in woorden. Daarom zeggen we het met bewegende plaatjes:
Je krijgt zin om je kleren uit te trekken:
AL je kleren:
Want je houdt maar niet op met zweten:
Heel de wereld lijkt een sauna:
Het koude water uit een verstuiver is warm voor het je gezicht raakt:
En zelfs frisse wind is heet:
Je okselvijvers deinen uit tot een zee:
Een zéé!
Je voelt je als een ei in de pan:
En jouw spek werkt toch vooral isolerend in de winter:
In de zomer daarentegen…
Je hebt de hele tijd dorst:
Con-stant:
Je denkt aan niets anders meer:
Zonder je ventilator sterf je:
En je wijkt niet van de airco:
Eigenlijk ben je gewoon aan het smelten:
Want de zon is verschroeiend heet:
Heet, zo héét!
En het uiteindelijke resultaat is:
Maar geen nood, we wonen in België! Straks is alles voorbij en krijgen we dit:
En dit:
Leve de zomer!