Op 20 april 1999 banen Eric Harris en Dylan Klebold, een 18- en 17-jarige student aan de Columbine High School in Littleton Colorado, zich een weg van de ingang naar de bibliotheek. Ze schieten met automatische wapens 13 mensen neer. Op de parking gaat een autobom niet af, ook die in de cafetaria draait uit op een sisser. Het is tot de schietpartij op Mary Stone Douglas HS vorig jaar de zwaarste school shooting op een middelbare school. Op scholen houden leerkrachten en leerlingen de adem in, maar veel verandering komt er niet.
In een school in Denver in 2019 gaat het alarm af: “Lockdown with intruder. Lockdown with intruder“, schalt het drie keer over de intercom in de school. Honderden leerlingen stappen het eerste het beste klaslokaal in. Een leerkracht sluit, zodra de gang leeg is, de deur van de binnenkant af met een speciale sleutel die ze daarvoor aan haar sleutelbos heeft hangen.
De kinderen zijn goed getraind: de ramen worden afgeschermd met gordijnen, rolluiken en veluxen. Nadien komt niemand in de buurt van het raam. Ze gebruiken wel tafeltjes om de deur te barricaderen. Nu is het afwachten geblazen: als er iemand aan de deur komt, als het brandalarm afgaat, hebben de leerlingen en leerkrachten instructies om binnen te blijven en de signalen te negeren. Enkel als er over de intercom “All clear” klinkt, of de brandweer de klas opent, mogen ze naar buiten.
Lockdown
Elk kind in de vele scholen met een lockdownprocedure in de Verenigde Staten, kent dit procédé. Van 4 tot 18 jaar oud: allemaal worden ze getraind voor het geval het ook bij hén gebeurd: een schutter in de school. Elk jaar zijn er meer dan 90 incidenten in scholen waar geweren bij betrokken zijn. Vorig jaar, het ergste jaar in de Amerikaanse geschiedenis, vielen daarbij 113 doden. Dat zijn er meer dan bij terreuraanslagen.
Toch staat er maar één school shooting op het geheugen geëtst: die van Columbine High School in Littleton Colorado in 1999. Tot vorig jaar, toen in Parkland 17 mensen gedood werden op Marjorie Douglas High School, was het de dodelijkste schietpartij op een middelbare school sinds 1966. De lockdownprocedures zijn een zichtbaar gevolg van Columbine, maar de effecten zijn duidelijk beperkt.
Een lockdownprocedure uitgelegd:
20 april 1999 begint als een gewone dag, maar in het kleine Littleton, in Colorado, komen die dag dertien mensen om het leven, waaronder de daders, Dylan Klebold en Eric Harris, twee studenten van de school. Zij plegen zelfmoord, zoals ze dat zelf hadden voorzien. Het is dan sinds 1966 geleden dat er zoveel slachtoffers vallen bij een schietpartij op een school.
Het is een kantelpunt in het gesprek over wapens in de Verenigde Staten. Want geweld op scholen is er niet onbekend, maar dit zijn twee blanke tieners uit welgestelde gezinnen. In eerste instantie gaat de media aan de haal met het verhaal: dit is ongekend. Klebold en Harris waren outsiders, deel van de ’trench coat mafia’, opgezet door donkere muziek en shootergames: het bleek allemaal niet waar te zijn. Wat er precies speelde, komen we nooit te weten, maar de razernij, de waanzin na de schietpartij is nog maanden voelbaar.
Dé vraag natuurlijk: hoe kwamen Klebold en Harris aan zoveel wapens? Harris, afkomstig uit een militair gezin, was al volwassen. Maar Dylan Klebolds ouders claimden zelfs geen wapens toe te laten thuis. Hoe was hij aan volautomatische geweren geraakt? Waarom doken er video’s op (de zogenaamde ‘Basement Tapes’), waarin Klebold en Harris onder andere antisemitische uitspraken doen, terwijl Klebold zelf een kwart joods was?
Antwoorden kwamen er niet, maar de publieke opinie vroeg om nieuwe wapenwetten. Twintig jaar en etteljke school shootings later is er nog niets veranderd.
Wapens in de Verenigde Staten
De wapenwetgeving veranderen is dan ook een werk van lange adem. Om te beginnen is het recht om een wapen te dragen in de grondwet verankerd. Het is een recht dat moeilijk af te pakken is, afhankelijk van waar je woont is een wapen in huis hebben ook verantwoord. Wie op de buiten woont en occasioneel beren op bezoek krijgt, of op een ranch woont, kan een wapen verantwoorden.
Daarnaast is er de invloed van de NRA, de National Rifle Association, die geen rechtstreekse lobbyisten heeft (dat mag niet volgens hun eigen statuten) maar wel “het recht op wapendracht verdedigt.” Kleine nuance: de NRA wordt gesteund door verschillende wapenhandelaren die ook in het buitenland (Brazilië bijvoorbeeld) anti-wapenwetten zullen verdedigen.
Na Columbine riepen veel opiniemakers, ouders en politici op tot een wapenban, maar in de Verenigde Staten wordt dat vaak als een absolute tweedeling gezien: ofwel heeft iedereen, altijd recht op wapens. Ofwel worden alle wapens, inclusief sportwapens, ‘afgepakt’, zo lijkt het wel. Dat maakt een disucussie over wapenwetten op federaal niveau ontzettend moeilijk. Je neemt niet zomaar een vrijheid weg in het land of the free and home of the brave.
Hebben die wapens een invloed?
Er wordt in de media sinds die schietpartij in Littleton, Colorado, veel geschreven over school shootings. Toch blijft het een dubbeltje: enerzijds zijn sinds Columbine minstens 180.000 scholieren blootgesteld aan wapens in hun school door een incident. Anderzijds zijn schietpartijen op scholen nog steeds uitzondering op de regel. Wel een feit: het aantal incidenten vermindert niet.
Er zijn er, volgens de Washington Post, niet minder dan 5 per jaar geweest sinds Columbine, met een piek van 15 in 204. Enkele namen blijven nazinderen: in Sandy Hook vielen veel jonge slachtoffers. Marjory Stone Douglas in Parkland haalde een nieuw tragisch record met 17 doden. En er is één constante: de studenten bij wie de knop omdraait, zijn tot de tanden gewapend.
Waar halen de vaak erg jonge schutters zo’n arsenaal? In 85% van de gevallen komen de wapens gewoon van thuis. Eric Harris kocht wapens op een wapenbeurs, Dylan Klebold vroeg aan een vriendin om er te kopen, want was te jong. Niemand keek op: een geweer hébben is als kind zeker niet illegaal.
In veertien staten in de VS is het intussen verboden om een wapen te hebben op een plaats waar kinderen er aan kunnen. Die wetten worden niet echt toegepast.
Volgens de NRA is er een oplossing voor de school shooters: zet gewapende agenten op scholen. Toch blijkt dat in meer dan 60 procent van de gevallen waarbij er een agent aanwezig is, die (veel) te laat op de scène is. In een drietal gevallen kon een agent erger voorkomen. Maar vaak zijn deze agenten, net zoals politie-agenten, niet meteen in staat om een dader uit te schakelen.
Na Columbine, na Sandy Hook, na Parkland, bleef de discussie op twee uitstersten geënt: meer wapens of minder wapens om scholen te beschermen? De discussie houdt wetgeving al twintig jaar tegen.
#collssojust setting up their MEMORIAL to honor and remember the victims of the Columbine massacre on the 20th anniversary #stopgunviolence @MomsDemand @SJdemands #collsedu pic.twitter.com/JqEEygEDNh
— eric fieldman?✌ (@mrfieldmanchs) 18 april 2019
Lokale wapenwetten
Dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen verandering is geweest. Zo zijn er nu extra background checks om te kijken naar mentale gezondheid en een crimineel verleden. In het geval van schoolkinderen doet zo’n wetgeving weinig.
Er zijn ook veel staten waar je wel nog een wapen kan dragen, maar waar je geen ‘concealed carry license’ meer kan krijgen. Je wapen moet dus altijd zichtbaar zijn. In theorie kunnen omstanders dan sneller reageren. De staten waar background checks verplicht zijn, waar handelaars een register moeten bijhouden en waar er strengere wetten rond munitieverkoop zijn, zien ook een scherpe daling in het aantal doden in schietpartijen.
Exactly. What a miserable slew of Columbine myths we’ve been battling for 20 years. How does it feel to join them? That’s painful, because in your thread, you do such a great job helping debunk so many, which is wonderful. https://t.co/WgJhDaWQJ8
— Dave Cullen (@DaveCullen) 18 april 2019
Mentale gezondheid
Dat jonge daders – er is niet echt een profiel van zo’n school shooter – van wapens moeten gescheiden worden, zeggen de meeste experts al jaren. Maar er zijn ook andere manieren om in te zetten op veiligheid op school. Hoewel het moeilijk is om een school shooter te beschrijven, hebben een heel aantal onder hen wel één kenmerk gemeen: ze hebben mentale problemen.
Toen het stof rond de schietpartij in Columbine ging liggen, circuleerden heel wat geruchten. Het lag niet aan de games, het lag niet aan de muziek (Marilyn Manson en de game Doom werden genoemd). Maar Dave Cullen, die verschillende boeken over Columbine schreef en ook na het Parkland-drama veel genoemd werd als expert, wijst rechtstreeks naar de mentale gezondheid.
Zowel Dylan Klebold als Eric Harris vertoonden, achteraf gezien, veel kenmerken van depressie. Cullen beschrijft op vrij eenvoudige wijze hoe de geest van een tienerjongen (de meerderheis is mannelijk) kan verdraaien, waardoor een schietpartij een mogelijkheid wordt. Dat patroon is zichtbaar bij veel jonge daders, zowel in Parkland als in Sandy Hook als in Virginia Poly Tech.
Cullen riep daarom al snal op om leerkrachten en ouders tools te geven. Tieners met een depressie vertonen namelijk heel andere symptomen dan volwassenen. Daarbij is het tienerbrein nog niet ‘af’ en reageert het heel anders dan volwassen hersenen bij conflict. Het werk van Cullen heeft een dubbel effect: enerzijds kon geen enkel kind nog een essay met een donker kantje schrijven zonder een retourtje naar de schoolpsycholoog. Anderzijds worden steeds meer kinderen uit de klas gepikt en geholpen. Zolang ook het gesprek over mentale gezondheid terugvalt op boutades, is dat echter een druppel op een hete plaat.
No. They planned the attack for Monday, April 19. Sunday night, Mark Manes failed to come through the with last ammo Eric badly wanted, so they delayed a day. They got it Monday night, proceeded Tuesday. Hitler’s birthday=complete coincidence. https://t.co/uyoH4GHdRH
— Dave Cullen (@DaveCullen) 18 april 2019
Media
Twintig jaar geleden stonden er cameraploegen op het grasplein van een school in Littleton, Colorado. Nieuwsploegen op zoek naar een verhaal. Foto’s uit het gebouw raakten gelekt, de vreemdste theorieën over de daders en de smerigste details over de schietpartij circuleerden luttele dagen na het incident. De ouders van Klebold en Harris moesten onderduiken omdat, dankzij de media, iedereen wist waar ze woonden.
Dat is misschien een laatste erfenis van de schietpartij in Columbine. Twintig jaar nadat de lichamen van de slachtoffers begraven werden, zijn er heldere richtlijnen voor zo’n events, ook in België. Details over hoe zo’n schietpartij in zijn werk gaat, worden geminimaliseerd. Profielen over daders van twee pagina’s in magazines worden vermeden. Dat verheerlijking door media-aandacht een copycat-effect heeft, staat nu in elke deontologische code.
Het heeft een klein effect: de namen van Dylan Klebold en Eric Harris zal u misschien onthouden. Maar kent u nog de naam van de Parkland shooter?