Peilingen: wetenschappelijke (?) volksmisleiding

Ik dacht met de verkiezingen dat we even geen peilingen gingen krijgen. Niet dus. De RTBF heeft een nieuwe besteld. De sensatie-beluste journalisten moeten weer “bewijzen” hoe slecht de federale regering bezig is. Nuancering van deze peilingen moet men niet verwachten. Het is nochtans dringend nodig, want de huidige peilingen degraderen de statistiek.

Statistiek: wa’s da?

Statistiek is een term die vaak verkeerd wordt gebruikt. De statistiek is een tak van de wiskunde. Op basis van een steekproef probeert men conclusies te trekken voor de hele populatie. De statistiek wordt gekenmerkt door kansberekeningen en waarschijnlijkheden. Het is dus geen exacte wetenschap. Cru gezegd is dit wetenschappelijk-onderbouwd giswerk. Er valt dus niets mee te bewijzen.

Er is soms verwarring wanneer er wordt gesproken over “gewone” wiskunde en statistiek. Verkiezingsuitslagen en nationaal verzamelde data hebben geen statistiek nodig. De gehele populatie is gekend, men kan stellen dat de conclusies die hieruit getrokken worden exact zijn. De statistiek komt pas erbij als een peiling wordt gemaakt met een kleine groep respondenten. Door middel van verscheidene technieken berekent men de gemiddelden, medianen, fouten, betrouwbaarheidsintervallen, etc. Het zou ons te ver gaan om de exacte hocus-pocus erachter te bespreken.

Er is altijd een fout

Een peiling is dus afgenomen door RTBF. Bij de vorige peiling in november 2012 haalden de twee grootste partijen, N-VA en PS, respectievelijk 30,9% en 31% in hun landsdeel. Zij zijn nu 28,8% en 28,7%, zij verliezen dus respectievelijk 2,1% en 2,3% (peiling afgenomen tussen 5/03 en 9/03). Alhoewel, verliezen? Elke peiling heeft een foutenmarge. De Vlaamse media heeft deze foutenmarge niet vermeld. Gelukkig de RTBF wel. Deze is 3,2%. Dit wilt zeggen dat het werkelijke score van N-VA tussen de 25,6% en 32% ligt, en voor de PS tussen de 25,5% en 31,9%.

Het lijkt dus onnozel om enige conclusies te trekken van winst of verlies. Die twee procent kan verklaard worden door de inherente variatie van de steekproef, veroorzaakt door het klein aantal respondenten (911 in Vlaanderen en 908 in Wallonië). Als men een andere peiling heeft gedaan op hetzelfde moment, kon er evengoed twee procent winst bekomen worden.

Wie heeft hier baat bij?

Het is dan ook duidelijk dat deze peilingen enkel dienen om meer kranten te verkopen of om het volk te misleiden. Wie heeft dan ook de nodige kennis om deze peilingen te nuanceren? De gewone man/vrouw in de straat in ieder geval niet, hij/zij slikt deze peiling als zoete koek. Er kan weer gesteld worden dat de gehate partijen verliezen en de goeie winnen. De enige die er echt baat mee hebben zijn de peilingsbureaus die deze opstellen en voor grof geld verkopen. De wetenschappelijke duiding is er spijtig genoeg niet in het pakket bij. Het is nochtans nodig om de geloofwaardigheid van de statistiek te behouden. Statistiek is een belangrijk aspect van modern wetenschappelijk onderzoek, gaande van de werking van nieuwe medicijnen tot de eetgewoonten van de gemiddelde mens. Pseudo-statistiek zoals deze peilingen heeft nul komma nul meerwaarde.

Conclusie

Waarvoor dienen deze peilingen dan wel? Peilingen geven een ruw idee van de kiesintenties. Ze bewijzen niets, er zijn geen zekerheden. Het is zelfs zeker dat het onzeker is. Het is dan ook beter om deze totaal af te schaffen. Het bespaart de noodlijdende media geld en misleidt het volk niet.