Treinen alsmaar trager: evaluatienota maakt brandhout van nieuw vervoersplan van de NMBS

Sinds het nieuwe vervoersplan van de NMBS in december werd ingevoerd, rijden zes op de tien treinen trager dan voordien. Dat blijkt uit een uitgebreide evaluatienota die geschreven is door TreinTramBus, Test-Aankoop en hun Waalse tegenhangers.

In de evaluatienota werden de gemiddelde reistijden van 363 treinritten vergeleken, zowel voor als na de invoering van het nieuwe vervoersplan. En uit die vergelijking blijkt dat maar liefst 59 procent van de onderzochte treinen trager rijdt. De gemiddelde reistijd is gestegen van 60 naar 62 minuten. Dat is echter geen nieuw gegeven, zo blijkt uit onderstaande grafieken.

Reistijden vanuit Brussel

Regionale verbindingen

Voor reizigers is dat uiteraard onbegrijpbaar, zeker buiten de spitsuren wanneer treinen vaak onnodig lang stilstaan in de stations. De NMBS hoopte met deze maatregel om de stiptheid van de treinen te verhogen, maar volgens de evaluatienota blijkt uit steekproeven dat dat niet echt lukt. Zo haalt de IC-trein Essen-Brussel een stiptheidscijfer van amper 77 procent op de bestemming, als rekening gehouden wordt met afgeschafte treinen. Dat zit namelijk niet in de cijfers van de NMBS zelf. En dat stiptheidscijfers houdt ook nog eens geen rekening met vertragingen onderweg. Dan zou de stiptheid zelfs amper 65 procent bedragen.

Volgens de evaluatienota liggen er structurele oorzaken aan de basis van de vertragingen, en die worden niet aangepakt. Het gaat dan om gebrekkig onderhoud van rollend materieel, verouderde sporen en bovenleidingen, … Maar TreinTramBus en Test-Aankoop geven niet alleen Infrabel en de NMBS daarvoor de schuld. De overheid maakt te weinig budget beschikbaar, en de komende jaren moet de NMBS nog maar eens 20 procent van zijn werkingsmiddelen inleveren.

De klachten blijven dan ook binnenstromen bij de ombudsdiensten en reizigersorganisaties. Volgens de nota gaan alleen enkele hoofdlijnen erop vooruit, met name van Gent en Leuven richting Brussel. Maar op andere plaatsen is het huilen met de pet op. Van Hasselt naar Antwerpen moet je tegenwoordig zelfs overstappen, terwijl Antwerpen buiten de spits het station is waar de meeste reizigers naartoe sporen.

De NMBS lijkt dan ook volledig in te zetten op woon-werkverkeer, en zich niet te veel aan te trekken van de overige uren. Om van het weekend maar te zwijgen. “Uit het Onderzoek Verplaatsingsgedrag Vlaanderen blijkt dat het aantal verplaatsingen op zaterdag hoger ligt dan op de meeste weekdagen, maar de NMBS speelt hier hoegenaamd niet op in, en laat op zaterdag en zondag maar half zoveel treinen rijden als op een weekdag”, lezen we.

Drama in weekend

Wil je in het weekend tussen Antwerpen en Brussel sporen, dan moet je het stellen met een IC die omgeleid is via de luchthaven en 53’ nodig heeft tussen Antwerpen-Centraal en Brussel-Centraal of een IC via de rechtstreekse route maar die slechts 4’ sneller is omdat er systematisch wordt gestopt in Mortsel-Oude-God, Mechelen-Nekkerspoel en Vilvoorde. Ter vergelijking in 1990 duurde een IC-rit tussen beide steden, ook in het weekend, slechts 35 minuten!”

NMBS-woordvoerder Bart Crols heeft gezegd dat de vervoersmaatschappij de nota grondig zal evalueren. Hij benadrukt dat de stiptheid verbeterd is in vergelijking met voorgaande jaren. En op de kritiek dat de NMBS zich volledig richt op woon-werkverkeer: “De budgetten zijn nu eenmaal beperkt.”