De essentie van burgerschap en identiteit

Het debat tussen Bart De Wever en Etienne Vermeersch op Reyers Laat is zonder meer van uitmuntende kwaliteit. Twee erudiete intellectuelen die op een kalme doch standvastige manier hun punt proberen duidelijk te maken, gestaafd met historische, politieke en filosofische feiten. Ik zal niet het deel van de racismeaanklacht bespreken (alhoewel beide heren de puntjes op de i hebben gezet wat racisme nu is); ik zal wel de essentie van dit debat bespreken: nationalisme, identiteit en burgerschap.

Vooringenomenheid

Ik had gehoopt dat de reguliere media dit debat ten volle zou berichten. Jammer maar helaas. Ik raad iedereen aan om de volledige aflevering te zien en niet alleen op basis van de artikels te gaan.

De reguliere media bericht enkel over de eerste 18 min van de aflevering. De overige 26 min werden in de vuilbak gegooid. De reguliere media steken het zelfs niet onder stoelen en banken, Knack bericht enkel: “Het grootste deel van het debat ging dus over nationalisme.“. Als Knack-lezer moet je het daarmee doen. De Morgen is nog schaamtelozer. Die verzwijgt gewoon weg de rest van het debat. Het Nieuwsblad bericht maar summier over het debat.

Uit dit concludeer ik enkel het failliet van de reguliere media. Door selectief te filteren wat zij relevant of nieuwswaardig vinden, ontzeggen ze het publiek van cruciale informatie. Het getuigt van enorme vooringenomenheid dat de discussie van nationalisme, identiteit en burgerschap onder de mat wordt geveegd. Nochtans is dit maatschappelijk enorm interessant en verdient deze evenzeer honderden opiniestukken als de racismerel.

Daardoor zal ik enkel over het stuk van nationalisme berichten om het publiek wel te informeren over het debat. Ik zal dus de taak die de reguliere media verzaken overnemen. Ik zal hier en daar ook het debat becommentariëren.

.

Wie ben ik?

Vermeersch legt eerst de ontstaansgeschiedenis van het identiteitsdenken uit. Het belangrijkste daarbij is identiteitsvorming: wie ben ik in deze wereld? Het centraal concept is daarbij het heimatgevoel. De heimat is de plaats waar je geboren en opgegroeid bent, waar je de eerste sociale contacten heeft gehad. Dit heimatgevoel blijft voor altijd bij je en verandert niet.

De Wever repliceert met Aristoteles dat de mens een sociaal dier is dat in groep leeft en dat zijn identiteit ontwikkelt in relatie met anderen. Op zichzelf kan niemand een natie vormen. De cruciale vraag is dan: “Wie behoort tot de groep en wie niet?“.

De Wever geeft dan ook wat geschiedenis. Vroeger behoorde men tot de groep door bloed (jus sanguinis). Is men geboren uit X ouders, dan kan men nooit Y worden. Later en nu nog behoort men tot de groep door geboorteplaats (jus soli). Is men geboren binnenin de grenzen van X, dan is men X. Het essentieel verschil tussen dit etnisch en burgerlijk nationalisme is volgens De Wever het inclusief karakter van burgerlijk nationalisme (hij heeft dit niet zo benoemd als etnisch en burgerlijk nationalisme maar komt op dat neer).

Verder specificeert De Wever het publieke en private identiteit. Hij illustreert dit met een voetbalanalogie. Buiten het veld kan een elftal uit een verscheidenheid van personen bestaan: etnische afkomst, religie, …. (private identiteit). Op het veld zijn zij allemaal voetballers die spelen volgens de regels die er gelden (publieke identiteit) om samen resultaat te boeken. Een paar rugbyspelers kunnen het spel grondig verstoren.

De natie is het volk

Vermeersch weidt uit over de ontstaansgeschiedenis van het nationalisme (interessant op zich maar brengt ons te ver van de weg af). Hij legt het centraal idee uit van het nationalisme dat ontstond in de Franse Revolutie: “de natie is het volk”. Ervoor was het natiedenken vanuit de koning. De koning werd irrelevant en de soevereiniteit werd overgedragen op het volk. Dat idee leidde tot natievorming in niet-bestaande staten en verder tot het bevrijdingsnationalisme van vandaag.

Toen ik in een blog over nationalisme had, dan verwoordde ik dit al min of meer (natuurlijk is Vermeersch een grotere expert in deze materie dan ik). Ik maakte het onderscheid tussen volksnationalisme en staatsnationalisme. Volksnationalisme is exact die “de natie is het volk” van Vermeersch. Het is een bottom-upbeweging. Staatsnationalisme is hedendaags niet meer de koning, maar de heersende elite die top-down een nationale identiteit oplegt.

Na nog een geschiedenisles over de Vlaamse onderdrukking door de Franstalige elite, komt Vermeersch bij nog een centraal punt: het territorialiteitsbeginsel. Dit betekent “wie in Wallonië gaat wonen, past zich aan Wallonië en wie in Vlaanderen gaat wonen, past zich aan Vlaanderen”. Sinds dat de taalgrens werd vastgelegd in de jaren 60, is dit principe niet in de realiteit omgezet. Franstaligen zijn voorstander van het personaliteitsbeginsel en plaatsen hun persoon boven de plaats waar ze wonen.

Kritiek op de Vlaamse Beweging

Over de jaren is het gevecht over de soevereiniteit en territorialiteit nagenoeg afgesloten (ik zeg niet dat er geen problemen zijn, enkel dat ze zijn gereduceerd tot details). Daarbij komen we tot bij de functie van de Vlaamse Beweging als bevrijdingsbeweging. We zijn bevrijd, wat moet de Vlaamse Beweging dan doen?

Vermeersch betoogt dan dat identiteit een verzameling is van affiniteiten (zoals behoren tot een levensbeschouwelijke groep of relaties) en dat het Vlaams-nationalisme hedendaags “gereduceerd moet worden tot één enkele affiniteit“.

De Wever voegt hieraan toe dat het burgerschap (= burgerlijk nationalisme) centraal zou komen te staan. De Vlaamse Beweging zou dan burgerrechten koppelen aan burgerschap. De Vlaamse Beweging moet dus durven uitdragen wie we zijn, welke regels er gelden, … met andere woorden wat het maakt om Vlaamse burger te zijn.

Volgens De Wever is de Vlaamse Beweging vastgeraakt in het verleden. De blokkeringen voor Vlamingen zijn weg maar het kaakslagflamingantisme is gebleven, het is een “verslaving” geworden. Wat volgens hem wel van belang is, is zijn populaire twee-democratiënprobleem dat het hele land blokkeert.

Dit is een duidelijke kritiek op de Vlaamse Beweging. Ik vraag mij af wat de repliek gaat zijn van Bart De Valck, voorzitter van de Vlaamse Beweging.

Negatieve kant van nationalisme

Zowel De Wever en Vermeersch zien dat er ook negatieve kanten zijn van nationalisme.

Voor Vermeersch is het credo AVV-VVK (Alles Voor Vlaanderen, Vlaanderen Voor Kristus) op de IJzertoren irriterend. Hij ziet nationalisme beperkter: “alles is een beetje te veel“.

De Wever waarschuwt dan voor wanneer de nationale identiteit dwingend wordt, de individuele/private identiteit wilt weggommen en dat je men aan deze moet voldoen. Daardoor kleeft men een nationale identiteit op mensen en plaatst deze boven de rest. Dit negatief nationalisme moet weg.

De Wever is een fervente tegenstander van het wereldburgerschap, wat hij noemt een idealistische illusie. Het is hol en strookt niet met de realiteit die de burger ervaart. Jan met de pet voelt zich vervreemd en is daardoor vatbaar voor negatief nationalisme.

Dit wereldburgerschap ontstond volgens De Wever als respons op dat negatief nationalisme en zou gecountered moeten worden door positief nationalisme. Anders ontstaat er een leegte die ingevuld wordt door die rechts-populisten. Het nationalisme is daardoor gehijacked en is niet meer dan de uitbuiting van angst t.o.v. vreemden.

Mijn kritiek op De Wever is het al te simplistisch discours en framing van rechts-populistische partijen. Ten eerste verwerp ik de notie van populisme. Dit is omdat populisme, net als racisme, een relatief begrip is dat te pas en te onpas als belediging naar iemands hoofd wordt geslingerd. Chantal Desol, een filosofe, poneert ook dat populisme subjectief is (maar sluit een objectieve definitie niet uit). Het is een hypocriete houding van De Wever om enerzijds het gratuite gebruik van racisme te hekelen, maar anderzijds zelf duchtig andere holle “beledigende” termen rond te strooien om net als links uw tegenstander te stigmatiseren en te framen.

Ten tweede verwerp ik de zogenaamde “uitbuiting van de angst“. Angst is een legitieme emotie dat wel degelijk bestaat voor een reden: ter bescherming van het individu. Angst voor de angst (zoals sommige linksen anderen willen classificeren als geesteszieke xenofoben) bestaat niet. “Xenofobie” gaat uit van een reële bedreiging voor de maatschappij door enerzijds socio-economische druk en anderzijds fysieke, religieus-extremistisch geweld. Net als De Wever maken “rechts-populisten” een analyse en destilleren daaruit hun oplossingen, thans radicaler dan het positief verhaal van De Wever. In een democratie praat men niet over welke oplossing juist of fout is. Democratie is het beschaafd meningsverschil.

Nationalisme als fundering voor solidariteit

Vermeersch legt uit het identificatieproces van mensen: eerst de eigen familie, buurt, gemeente, Vlaamse gemeenschap, België en uiteindelijk de Europese gemeenschap. Dit uitdijend wereldbeeld is exact wat ik al beschreef hier en ook hier op Newsmonkey onder de vorm van concentrische cirkels. Dit identificatieproces leidt volgens Vermeersch tot het solidariseren met de mensen in hun nabijheid. Dit geeft aanleiding tot de instellingen die we kennen: gezondheidszorg, sociale zekerheid, etc.

Vermeersch drukt ons ook op de feiten. De instellingen kunnen benaderd worden vanuit de Vlaamse regio/gemeenschap, België en de Europese gemeenschap en hij benadrukt dat “we moeten beseffen dat er variaties zijn“. Door de staatshervormingen krijgt Vlaanderen meer bevoegdheden en is dus meer nabij. Dit belet volgens Vermeersch niet dat men zich verbonden gaat voelen met andere nationaliteiten (bv. Vlaamse muzikanten met Amerikaanse).

De Wever verwoordt dat “weten waar je vandaan komt geen anker is dat je op je plaats houdt“. De wereld beleven is dus niet gelijk aan het weten waar je vandaan komt. Het meeste positieve van nationalisme is dus solidariteit: “want weten wie je bent schept een band met de ander“. De Wever stelt dat men (soms naar mijn mening) terughoudend is over het leed in de rest van de wereld, maar dat men niet kan aanvaarden dat je als Vlaming je medeburger laat verkommeren. De Wever vindt het evident dat men belastingen betaalt ter herverdeling om dat te verhelpen.

Nationalisme maakt solidariteit dus vanzelfsprekend. De Wever is wel scherper als het over intercommunautaire transfers gaat, als er geld wordt weggenomen van jou en naar een andere gemeenschap gaat dan zal men er kritischer tegenover staan. De Wever wordt verweten niet solidair te zijn, wat voor hem nonsens is.

De Wever stelt zelfs dat nationalisme geen ideologie is maar een maatschappelijke analyse. De Wever steekt de loftrompet op zijn eigen partij als coherent geheel met een duidelijk samenhangend verhaal van identiteit, immigratie, welvaartscreatie, e.a. Hij stelt dat zijn maatschappelijke analyse wel klopt maar dat de manier waarop (= ideologie) voor iedereen anders is.

Vermeersch stelt dat men solidair is met burgers, mensen met wie je samenleeft, werkt, enz. Hij stelt: “Een van de grote drama’s dat wij beleefd hebben dat is dat een aantal mensen (ook mensen van bij ons) gezegd hebben dat mensen, Turken, Marokkanen of vanwaar dat ze ook vandaan komen, moeten hun identiteit, hun eigen identiteit bewaren. Dat ze hun eigen identiteit bewaren in Marokko zoveel te beter, in Turkije want dat is hun levensgemeenschap maar iemand die hier komt leven, die hier zijn leven wilt doorbrengen, die moet hier zijn medeburgers als medeburgers beschouwen. Het is volstrekt absurd dat iemand die hier geboren en getogen is, die hier werkt, die hier leeft, die hier deelneemt aan sociale zekerheid, zegt: ‘ik ben een Marokkaan’. Dat is onzin! Dat is geen Marokkaan!”

Ik deel de analyse van Vermeersch en De Wever volkomen. In het boven vernoemd opiniestuk staaf ik deze met biologische feiten omtrent reciprocerend altruïsme. De interactie die Vermeersch benadrukt is een basisvoorwaarde van reciprocerend altruïsme en dus van solidariteit.

Burgerschap en burgerrechten

Daarbij is volgens De Wever tot de essentie gekomen van het debat nl. burgerschap is de sleutel. “Om tot burgerschap te komen heb je een proces van identificatie met het burgerschap. Maar dan moet je ook iets harder durven zeggen. Aan burgerschap ontleen je burgerrechten, dat zijn rechten die niet-burgers niet hebben. Dat is iets dat men vergeten is. (…) Wij zijn mensenrechten en burgerrechten met elkaar gaan vermengen.”

De Wever uit dan kritiek op de Snel-Belgwet, die de sleutel van burgerschap nl. de nationale identiteit, ter grabbel smeet. Wat zowel De Wever als anderen (incl. ik) erkennen dat de nationale identiteit voorwaarden moet opgelegd krijgen om mensen zoveel mogelijk deel te laten maken van de gemeenschap. Taal is enorm belangrijk.

Het verdere debat gaat over de kiesintenties en het sociaal karakter van de regering.

Conclusie

De essentie van het debat is nu besproken. Iedereen die dit leest en de aflevering bekijkt, zou reflecteren wat zij verstaan onder burgerschap en identiteit. Hopelijk gaat dit uitmonden in een groter debat. Dit verdient gewoonweg een breed maatschappelijk debat!

Als het goed is mag het ook gezegd worden, de VRT redactie heeft eindelijke een debat op niveau gehouden. Dit is een mooi einde voor Lieven Van Gils.

Meer
door Redactie
Lees meer...