Langzaam maar zeker ruilen we diesel in voor benzine. Vorig jaar werd in ons land 4,8 procent meer benzine verkocht, tegen 1,5 procent meer diesel. Nederlanders die bij ons komen tanken zitten er voor iets tussen, maar er is een verschuiving bezig: minder vervuilende dieselwagens, meer (kleinere) benzinewagens.
1,7 miljard liter benzine en 8,1 miljard liter diesel, zoveel brandstof werd er in 2014 verbruikt. Dat is een stijging van respectievelijk 4,8 procent en 1,5 procent. Dat zijn cijfers van de Belgische Petroleumfederatie, die de krant De Tijd kon inkijken. Tegenover 2008 wordt nu jaarlijks 500 miljoen liter minder diesel gebruikt. Het benzinegebruik nam in die periode met ‘maar’ 300 miljoen liter af.
‘Uniek’ regime van bedrijfswagens
De cijfers tonen aan dat we steeds minder voor diesel als brandstof kiezen. Benzinewagens zijn zuiniger en minder milieubelastend: ze veroorzaken veel minder fijn stof. Maar we hebben een ‘uniek’ regime van bedrijfswagens in dit land, en daar kiest men massaal voor dieselwagens. Ruim meer dan de helft van de verkochte nieuwe wagens in dit land zijn diesels: 64,2 procent was een diesel in 2014, 35,8 procent een benzine.
Maar de trend is wel duidelijk: een jaar eerder zaten de benzinewagens nog aan 33,7 procent. Bovendien zijn er steeds meer signalen dat de overheid af wil van die vele diesels. In de brandstofaccijnzen gaat diesel de komen de jaren hoe dan ook feller naar omhoog gaan, zo kondigde de regering aan. En er is de hogere belasting op de inverkeerstelling voor dieselwagens, net als de hogere jaarlijkse verkeersbelasting.
Naast de shift van diesel naar benzine is er ook het ’toerisme’ van de Nederlanders: doordat de accijnzen bij de noorderburen gigantisch zijn toegenomen, komen die massaal bij ons hun lege tanken vullen. En Nederland heeft verhoudingsgewijs een pak meer benzinewagens, de extra verkoop is dus vooral benzine. De overheid haalde zo vorig jaar 260 miljoen euro extra inkomsten uit accijnzen binnen.