Anderhalf jaar geleden kreeg Katrien Brys, coördinator van 9000 Toeren, een idee. Waarom niet eens Gentse journalisten, vormgevers en andere creatievelingen verzamelen om de Gentse muziekgeschiedenis te boek te stellen? Vele uren werk later is er 9000 Toeren: 50 jaar muziek in Gent. En omdat onder andere Gent op zaterdag 18 april Record Store Day en dus de muziek viert, leek het hen wel een mooi idee om het boek te lanceren op deze feestdag van de muziek. Mét korting in zes Gentse platenzaken. Wij geven een voorpublicatie.
Voor elk decennium hebben we één anekdote uit het boek geplukt. Een anekdote die we spannend vonden of grappig, of die ons vervulde met nostalgie. Wie meer wil lezen kan het boek vinden in de platenzaken Music Mania, Vynilla, Dune, Vinyl Kitchen, Consouling Store en Wool-E Shop.
Het boek 9000 Toeren kwam tot stand met de hulp van een heel team medewerkers. Wij konden niet beter waar zij zich anderhalf jaar mee hebben beziggehouden en kregen dan ook de toestemming om u een klein voorsmaakje te geven van het vele werk dat Katia Vlerick, Karel Van Keymeulen, Tim F. Van der Mensbrugghe, Liselotte Sels, Katrien Brys, Dimitri Cauveren, Youri Van Driessche, Mike Keirsbilck, Michaël De Wilde, Jonas Boel, Sven De Potter, Ben Van Alboom en Frederik Goossens verricht hebben.
De jaren 60: hoe Zaki de de rock-‘n-roll als dj binnenbracht in Gent
“Eigenaars van The Shark waren Jacques Verdonck en Julien Henslegers, bijgenaamd Tjoele. Jacques was promojongen bij platenlabel Decca. Zo was hij in staat om dj’s van de Engelse piratenzenders Radio Caroline en Radio London naar zijn dancing te halen.
“Bij mij is alles begonnen met die piratenzenders”, zegt Zaki. “Op een dag had mijn oudste broer een bouwdoos gekocht: Kristalradio, een radio die je zelf moest bouwen. Daarmee luisterden we op de jongenskamer met z’n vijven naar Radio Luxemburg. De piratenzenders London en Caroline lagen in het verlengde daarvan en vielen – in Gent althans – zeer goed te beluisteren. Die Engelse zenders op piratenschepen waren zéér vernieuwend. De dj deed meer dan aan- en afkondigen. Hij had ritme en humor en zat in de intro van een lied.
Op zee maakten de Engelse dj’s radio, aan wal brachten ze de sfeer van hun programma’s ‘live’ in de zalen met dj-sets. Zo ook in Gent, in dancing The Shark. Al zagen die Engelse dj’s hun sets toch vaak als een acte de présence: ze draaiden amper een uurtje, waarop de eigenaar van The Shark aan de jonge Zaki vroeg of hij zin had om de rest van de avond te vullen. “Dat was meteen een harde leerschool”, zegt Zaki. “Hoe kort hun set ook was: het niveau van die Engelse dj’s lag hoog. Het was ook helemaal in het begin van mijn carrière. Ik was met moeite op de radio (Zaki zette z’n eerste radiopasjes op Radio 2 in de programma’s Afternoon Beat van Nand Baert en Rudy’s Club van Rudi Sinia). De beste Engelse dj’s hadden gedaan en het was aan mij!” “
De jaren 70: hoe Walter De Buck de vader van de Gentse Feesten werd
“De seventies begonnen in Gent al in juli 1969, toen een magere hippie iets in gang zette dat ieders stoutste verwachtingen zou overtreffen. Zijn haar was lang en zijn baard monumentaal. Hij genoot al bekendheid als beeldhouwer. Zijn naam was Walter De Buck.
De overlevering wil dat De Buck met zijn Gentse Feesten begonnen is op aansturen van zijn goeroe in India. Dat is de softe versie. De andere versie is leuker én realistischer. In 1969 probeerden De Buck en zijn Antwerpse maat Wannes Van de Velde iets te verdienen door liedjes te zingen tijdens de Gentse Feesten, die toen niets te betekenen hadden. Overal werden De Buck en Van de Velde verjaagd. Daarop bromde de Gentse bard in zijn baard: “Als het zo zit, begin ik volgend jaar mijn eigen feest.” De Buck hield woord en lanceerde er in één adem zijn muzikale carrière mee.
In juli 1970 stond ene Lieven Tavernier, die later de grootste hits van Jan De Wilde zou pennen, zich bij Sint-Jacobs te verwonderen over het feest van Walter De Buck. In zijn verslag voor Tliedboek schreef hij: “Het wás een feest, door het nonchalante en de humor die het minifestival uitstraalde, een feest zonder de minste pretentie. Wie zin had, klom op het podium en zong wat en de hippe vogels van Gent dansten mee op het podium of rond de oersterke wc ernaast.” Met verbazing stelde Tavernier vast dat de volksmuziek bleef boeien, als ze maar pretentieloos werd gebracht.”
De jaren 80: hoe 2 Belgen hun Lena eigenlijk eerst een B-kantje was
““Dat 2 Belgen louter uit Herman Celis – Antwerpenaar en bassist bij een band met een groot repetitiekot die ook kon drummen – en mezelf groeide, was eigenlijk pure noodzaak”, verklaart Rembert De Smet, één van de 2 Belgen.
“Onze bassist liep weg naar The Machines en de saxofonist zag het niet meer zitten. De saxofoon verving ik door een kazoo. Om toch iets van een basgeluid te hebben, monteerde ik een bassnaar op mijn gitaar. Dat we alles zelf deden, was achteraf gezien onze kracht. Ons eerste optreden als duo was in een Gents café. Dat had, tot onze verbazing, redelijk veel succes. Tot dan hadden we nog geen naam. Onderweg naar daar probeerde ik er snel een te bedenken. Wat hadden wij – een introverte Gentenaar en een lefgozer uit Antwerpen – in godsnaam met elkaar gemeen? Het enige dat je over ons kon zeggen, was dat we twee Belgen waren. En dat sloeg eigenlijk nergens op. Belg, dat was vooral een scheldwoord in die tijd.”
Het bleek een geniale vondst, al was het maar omdat de kranten voortdurend reclame maakten: Twee Belgen in de Tour de France, Twee Belgen misdragen zich in Amerika, enzovoort. Dat 2 Belgen meteen in het voorprogramma van The Machines mocht spelen, hielp ook. Maar de zaligmaker bleek de zus van Remberts vriendin: a girl called Lena.
Lena was het B-kantje van de allereerste single die 2 Belgen ooit uitbracht (op de A-kant stond Quand Le Film Est Triste). Het is de latere, opgesmukte versie die als danshit in het collectieve geheugen is gegrift, maar het origineel was ook al goed genoeg om door John Peel gedraaid te worden op BBC Radio én om er 5.000 van te verkopen.”
De jaren 90: Soulwax is in de ban van de grunge
“De vroege jaren negentig. Gent is in de ban van de grunge. In de straten van de stad kaatsen fluisterstemmen tegen de muren. “Er is een nieuwe band: Soulwax. Ze klinken een beetje als The Black Crowes en Led Zeppelin. De zanger – jawadde, die zanger – zou de broer van Chris Cornell kunnen zijn. Wat een schuur! Wat een stem!” Niets van gelogen, zo bleek: in het spoor van Soapstone volgden Stephen en David Dewaele, ondersteund door de ritmesectie van Piet Dierickx en Stefaan Van Leuven. Jonge nozems met een hart voor rock, een fetisj voor vinyl en de droom om de wereld te veroveren.(…)Op de eerste repetities van David, Stefaan en Piet is Stephen nog niet aanwezig. Het jonge drietal is nog volop bezig om hun instrumenten onder de knie te krijgen. Pas wanneer Stephen voor het eerst zijn stem laat knallen, vallen de puzzelstukjes in elkaar.
Het ging van meet af aan snel: Het Gebroken Oor, The Cover, The Frontline. Soulwax was overal en speelde zich een degelijke livereputatie bij elkaar. Het bleek de juiste band op de juiste plaats. (…)Spelen, opnemen, plannen maken. Soulwax zat niet stil. Na de gesmaakte EP 2nd Handsome Blues werd het tijd voor een full-album. De vier Gentse ridders hadden hun zinnen gezet op Chris Goss. Goss zat achter de knoppen bij helden als Kyuss en Masters of Reality: de geknipte man om hun debuut in te blikken. Dat Soulwax ervoor koos om met een legende als Goss de studio in te duiken, toonde hoe gretig ze wel waren. “Goss zag het zitten, voor een schijntje van de prijs die hij doorgaans vroeg”, vertelde Stephen later. “Hij wou het absoluut doen.””
De jaren 2000: 0110 tegen onverdraagzaamheid (2006)
“We schrijven 2006, een donker jaar in de Belgische geschiedenis. Op 12 april was er de ‘mp3-moord’ op Joe Van Holsbeeck in het Brusselse Centraal Station, op 11 mei vermoordde Hans Van Themsche de Malinese oppas Oulematou Niangadou en de tweejarige Luna Drowart.
Tom Barman, die zich sowieso al zorgen maakte over de opgang van het Vlaams Blok/Belang in thuisstad Antwerpen, schoot uit zijn sloffen om een muziekfestival voor verdraagzaamheid, tegen racisme, tegen extremisme, tegen zinloos geweld te organiseren: 0110.
Brussel, Gent en Charleroi sprongen mee op de kar met de hulp van mede-organisatoren Arno en Frederik Sioen.
“Ik heb Tom toen gewoon gemaild en zo zijn we dat beginnen organiseren”, herinnert Sioen zich. “Een programma samenstellen ging vlot: veel mensen contacteerden ons zelf. Op een bepaald moment hebben we zelfs een hele hoop artiesten moeten teleurstellen dat ze er niet meer bij konden. We wilden natuurlijk een evenwicht tussen gevestigde waarden en jong talent, tussen populair en meer alternatief, om een zo breed mogelijk publiek aan te spreken. Sterk in Gent waren vooral de duetten: Luc De Vos en Isabelle A, ikzelf met Will Tura…”
Het evenement zorgde voor een ongeziene volkstoeloop in de vier steden: 55.000 mensen op het plein. “Het klinkt nu misschien melig, maar je voelde echt de samenhorigheid die dag. Mensen schuilden bij elkaar onder de paraplu, lieten elkaar voor aan de wc’s. Toch heb ik toen gezworen om nooit nog zoiets te doen. Ik was te jong, te emotioneel. Ik kon de lelijke kritiek ook moeilijk aan, de dreigementen die ik in mijn brievenbus kreeg”, zegt hij. “Maar uiteindelijk: we hebben toen wel iets schoons gedaan.”
Deze anekdotes en nog heel veel meer is na te lezen in het boek 9000 Toeren. Het boek is verschenen bij Borgerhoff & Lamberigts en kost 29,95 euro. Voor meer info: http://www.borgerhoff‐lamberigts.be