Als N-VA-voorzitter Bart De Wever een week lang de VS bezoekt, valt het extra op: Ronald Reagan als z’n politiek voorbeeld, en lagere belastingen als de mantra van deze nieuwe regering. Deze regering is de meest rechtse in decennia, en de boodschap is duidelijk: “Er is ruimte om te hervormen en te verbeteren, in the American way”.
“Als je bij ons als politicus cash aanpakt, steken ze je in den bak. Hier krijg je cash. I love this country.” Bart De Wever was zijn cynisch-grappende zelf, deze week in een New Yorks restaurant. Dat geld zit zo: voor z’n bezoek aan Amerika kreeg De Wever een dagvergoeding. In totaal ging het om een cheque van 300 dollar van het State Department, het ministerie van Buitenlandse Zaken van de VS, dat De Wever officieel had uitgenodigd naar Amerika. “De Amerikanen doen blijkbaar nog alles per cheque. Ik ga dus morgen m’n 300 dollar inwisselen bij Bank of America. Maar bon, met 300 dollar spring je niet ver in New York, dat is me ondertussen ook wel duidelijk geworden.”
Bart De Wever sloot gisteren z’n reis naar de VS af. Dat de Amerikaanse staat De Wever financieel, zeer bescheiden, ‘ondersteunde’ voor z’n trip naar de VS, mag best symbolisch zijn. Want wat opviel: onder de initiële sceptische houding van De Wever (“Wat een mikmak hier”) op New York, ging een diepe bewondering voor het dynamisme van de Amerikanen schuil: de Amerikanen zijn veel sneller uit het dal van de crisis gekropen, achievers worden veel meer beloond dan bij ons. En daarbij meteen de analyse van De Wever dat ons systeem zoals het nu bestaat niet houdbaar is.
Ronald Reagan als politicus die De Wever bewondert, als symbool kan dat tellen
De vaststelling dat Ronald Reagan de politicus is die De Wever meest bewondert, toont aan hoe anders het tijdperk is waar we sociaal-economisch in beland zijn met ons land. Dit kabinet, met MR, Open Vld en N-VA als economisch-liberale partners en CD&V als enige centrumpartij, is het meest rechtse in decennia. Het was opvallend dat Open Vld-kopstuk Patrick Dewael het nochtans niet over z’n lippen kreeg: dat dit kabinet het meest liberale is dat hij ooit heeft meegemaakt. Neen, zijn eigen paars-groene coalities waren toch een stuk liberaler, zo vond hij vorige week in de uitzending van het Kibbelkabinet.
Het toont mooi in welk gat de N-VA politiek gesprongen is, de afgelopen jaren. Het donkerblauwe, economische liberalisme, met een focus op vrije(re) markteconomie en manifest minder belastingsdruk, is het politieke handelsfonds van de N-VA geworden. N-VA is sociaal-economisch wat de PVV ooit was: de anti-tax partij, die geloofwaardigheid op fiscaal vlak (“geen nieuwe belastingen”) bijzonder hoog in het vaandel draagt.
Het opbod rond de tax shift, waarbij zowel Gwendolyn Rutten (Open Vld) als Bart De Wever beloofden “dat de tax shift een verlaging, geen verhoging, zal betekenen”, is in die zin opvallend. Dewael leek veel minder moeite te doen afgelopen week om die concurrentie op economisch vlak aan te gaan. Ja, ze zijn wat donkerder blauw op sociaal-economisch vlak, gaf hij ruiterlijk toe.
Die concurrentie op rechts is niet nieuw, alleen zijn de verhoudingen spectaculair gewijzigd. Tien jaar geleden was het de analyse van onder meer Karel De Gucht dat er ruimte was voor een brede centrumrechtse volkspartij in Vlaanderen. Alleen slaagde Open Vld er niet in die plaats te claimen, al zeker niet omdat de paarse coalities misschien wel ethisch uitgesproken liberaal waren (vanuit de individuele vrijheid), maar sociaal-economisch veeleer een centrumkoers, of zelfs linkse koers kozen.
“We neigen te denken dat alle jobs ten alle prijzen moeten beschermd worden”
Die plek wordt nu, tien jaar later, bijzonder zelfzeker door de N-VA ingevuld. De Wever claimt die rol op rechts, z’n week in de VS toonde aan hoe doordrongen hij ervan is. Z’n optreden bij Belcham, de Amerikaans-Belgische kamer van koophandel, is de boeken in gegaan als de plek waar de N-VA-voorzitter een felle aanval uitvoerde op ons buitenlands handelsbeleid en vooral de manier waarop het georganiseerd is. Maar in feite waren de andere antwoorden die De Wever gaf in een vraaggesprek met Belgische en Amerikaanse ondernemers minstens even interessant. We kregen een N-VA-voorzitter te zien die onbeschaamd een ander economisch klimaat in België aankondigde: “business-friendly, that’s what we aim to be“.
“De fiscal druk is groot bij ons. Ik zeg niet dat we het Amerikaanse systeem moeten kopiëren, kijk maar naar de sociale voorzieningen die hier toch onvoldoende zijn. Maar er is duidelijk marge om te verbeteren in the American way. (…) We moeten opletten dat we niet in een Japans scenario terecht komen, van een systeem dat zichzelf kapot beschermt en waar stagnatie het gevolg is”, stelde De Wever daar.
“Je ziet hier ook jobs die wij in Europa gewoon niet meer hebben. Ik zag op de luchthaven iemand die valiezen netjes op de band legde. Het idee hier is actief te zijn, aan de slag te zijn. Bij ons zitten veel meer mensen thuis met een uitkering, hier zitten ze op de arbeidsmarkt. We zijn in onze arbeidskost gewoon niet competitief. We neigen te denken dat alle jobs ten alle prijzen moeten beschermd worden.”
“We zijn aan het opschuiven van een NIMBY-land naar een BANANA-land”
De sclerose rond vergunningen, de traagheid van de politieke besluitvorming bij grote infrastructuurwerken, het is iets waar de Antwerpse burgemeester van wakker ligt. De Wever vertelde met veel smaak hoe de Amerikanen “schande spreken van hoe lang het geduurd heeft om het World Trade Center terug op te bouwen”. “Een herkenbaar verhaal van vergunningen. Nochtans gelooft deze stad niet echt in regulatie. Dat zie je als je erdoor loopt. Als je kijkt naar al die gebouwen die hier naast elkaar staan, in Europa zou dat nooit mogen.”
“Maar wij zijn te fel naar de andere kant gegaan. We zijn van NIMBY (not in my back yard) naar BANANA-land gegaan: (built absolutely nothing anymore anywhere). We kampen met een groepje burgers dat virtueel tegen alles is.” Later op z’n reis ontmoette De Wever nog een paar grote Amerikaanse bedrijven, met grote investeringen in de Antwerpse haven. De infrastructuurdossiers zijn dé grote bekommernis: “Zonder deftige ontsluiting, zonder goede verbindingen, komen die nieuwe investeringen er gewoon niet”.
“Amerikanen zijn echt niet onder de indruk van ons fiscaal klimaat”
Het belang van die economische bocht naar rechts is gigantisch voor De Wever. In de VS ademde hij die boodschap ook uit: “Ik ben heel blij met een regering die aan het focussen is op snijden in de arbeidskosten. We gaan 4,5 procent van die totale kosten snijden. Maar zeker vanuit een Anglo-Saxisch perspectief is dat niet echt veel. Als je aan Amerikaanse investeerders uitlegt hoe ons fiscaal klimaat eruit ziet, gaan ze niet echt onder de indruk zijn.”
De Wever zelf ervaart z’n regering ook helemaal niet als radicaal, “we willen de parameters maar een beetje verzetten”, maar “het voelt als met blote handen door de graniet gaan”. De cijfers lijken hem gelijk te geven. Het overheidsbeslag, de totale kost van ons staatsapparaat, ligt rond de 53 procent. Dat is bij de hoogste in de wereld. Tegen het einde van de legislatuur moet dat naar onder de 50 procent, al wil De Wever zelf daar “geen dure beloftes over doen”. Dat lijkt dus cijfermatig absoluut geen grote, radicale breuk.
Die verandering is moeilijk, kijk naar het massale protest tegen deze “asociale” regering. De Wever had het in de VS verschillende keren over “al die negatieve energie die je moet steken in hervormingen in ons land”. Dat ziet hij als het grootste contrast met New York: de rigiditeit van de Europese samenleving. “Alles zit vast bij ons, consolidated. Als je daar aan wil komen, ben je een smeerlap. Als je iets wil veranderen ben je een ‘bloedbad’ aan het aanrichten. Je kan niet naar iemand wijzen of het is al meteen een outrage, een schande”, zei De Wever daarover.