In de tax shift zit een stukje extra belasting op diesel. Dat wilde de regering al lang doen: diesel is te goedkoop, we hebben massaal veel dieselwagens, en dat is ongezond. Dus willen ze de prijs tussen diesel en benzine langzaam gelijkschakelen, door op diesel meer accijnzen te heffen. Een duurdere dieselprijs dus. Maar vrees niet voor uw portemonnee: de olieprijzen gaan rock bottom, met dank aan Iran.
Vandaag pakt de krant Het Laatste Nieuws uit met een onheilspellend bericht: “Diesel geen 3 euro, maar 5 euro duurder per tank!”. De krant kon een document van de regering inkijken, waarin projecties gemaakt worden van de extra accijnzen op diesel. En die zijn dus onheilspellend.
Op zich kan en mag de duurdere dieselprijs niet verbazen. We zijn in België een land met extreem veel personenwagens op diesel. En alleen al voor de fijnstofuitstoot is dat bijzonder schadelijk voor de luchtkwaliteit, én dus voor onze gezondheid.
Dieselprijs was no-brainer
Discussies zoals de spotgoedkope bedrijfswagens (opnieuw allemaal dieselwagens) heeft de regering niet durven aansnijden tijdens de tax shift. Maar discussies over de dieselprijs waren een no-brainer: iedereen was het erover eens dat er toch iets op vlak van milieu moest gebeuren.
Extra accijnzen op diesel dus. Voor een tank van 50 liter zou het tot 5 euro oplopen, want de prijs zou per liter zo’n 10,6 eurocent duurder worden. Op jaarbasis kan dat, voor iemand die 20.000 kilometer per jaar rijdt, toch al zo’n 125 euro duurder worden.
Over het uiteindelijke doel is geen twijfel: diesel en benzine moeten aan de pomp even duur worden. Dan zal, op termijn, weer een groter percentage benzinemotoren verkocht worden.
Niets van voelen, dankzij Iran en Saoedi’s
Voorlopig voelt de consument van die accijnsverhoging geen zak. En dat lijkt ook niet echt het geval te worden, al kan niemand de olieprijs in 2018 voorspellen.
Maar op dit moment kampt de olie-industrie met een lage prijs: deze week zakte de kost van een vat ruwe olie voor het eerst sinds januari onder de 50 dollar per vat. Dat is een symbolische prijs, maar de ligt ook bijzonder laag, vergeleken met de afgelopen jaren. De olieprijs stond makkelijk boven de 100 dollar per vat, zowel voor de Brent-olie uit de Noordzee, als de West Texas Intermediate uit de VS. Tot 2005 was 50 dollar de norm, daarna verdubbelde de prijs.
De groei van China, en steeds moeilijkere wereldwijde productie waren de oorzaak van die prijsstijging. Maar de explosie van schaliegas en schalieolie in de VS, plus een pak nieuwe olievelden die ontdekt zijn met deep see drilling, maken nu dat er een overaanbod is. Want de Chinese vraag is ingestort, en ook andere groeilanden zoals Brazilië hebben het moeilijk.
Daarbij komt nu plots Iran. De sancties tegen dat land worden opgeheven, de Iraniërs kunnen dus eindelijk terug olie gaan verkopen op de wereldmarkt. Analisten gingen ervan uit dat dat zo’n 300.000 tot 500.000 nieuwe vaten per dag op de markt zou brengen. Maar nu lijkt het erop alsof Iran tot een miljoen olievaten per dag op de wereldmarkt gaat gooien. Volgens analisten is er dus een manifest overaanbod op de markt: zo’n 2,5 miljoen vaten te veel per dag.
En de grootste producent, Saoedi Arabië, is niet van plan z’n productie snel te minderen. De Saoedi’s zien dit als een uitgelezen moment om die nieuwkomers met hun fracking in de VS, de zogenaamde schalieolie, uit de markt te duwen. Het productieproces van schaliegas en -olie is namelijk duurder dan klassieke ontginning van olie.
Reuters pakte gisteren uit met een peiling onder makelaars en banken, waar de meerderheid van de analisten prijzen tussen de 60 à 70 dollar per vat voorspellen: nog steeds erg laag dus. Genoeg om je niet al te veel zorgen te moeten maken over de dieselprijs.