De bioscopen herleven en het lijkt alsof COVID-19 er nooit geweest is. Voor ieders wat wils tussen het huidige aanbod, van superheldenfilms en rasechte blockbusters tot een artistiek ridderverhaal en een co-productie met Koen De Bouw als kunstenaar die de rug van een Syrische vluchteling tatoeëert.
The Green Knight: Of je mee bent, zal ervan afhangen of je je kan laten meevoeren op de stroom
Er loopt nog eens een ridderfilm in de zalen, maar geen zoals je die al ooit gezien hebt. In The Green Knight geen grootse veldslagen of epische speeches om de manschappen op te peppen en maar een minimum aan zwaardgekletter. Wat dan wel? Ja, daar moesten wij ook even over nadenken toen we de zaal uitliepen.
The Green Knight is de nieuwe film van David Lowery en hoewel die naam nog niet bij iedereen een belletje doet rinkelen doet hij dat wel bij de echte filmliefhebbers. Enkele jaren geleden kwam Lowery immers aanzetten met A Ghost Story (2017), een film die bij ons nooit de zalen haalde, maar bij iedereen die ‘m kon zien wel meer dan één gevoelige snaar raakte. Hoewel het er vrij onnozel uitziet – Casey Affleck als spook met een laken over zijn hoofd met twee gaten in geknipt – zijn er weinig films die de pijn van rouw en eenzaamheid nog meer voelbaar wisten te maken.
Bij The Green Knight zal je ook allerlei dingen voelen, al is het onbegrip en frustratie. We raden dan ook aan om de film enkele dagen te laten bezinken na een eerste kijkbeurt. Het verhaal draait rond Gawain (Dev Patel), het neefje van King Arthur (die nooit bij naam genoemd wordt) en een jongeman die ervan droomt om ooit ridder te worden. Wanneer op kerstdag een mysterieuze Groene Ridder het kasteel komt binnenvallen met een uitdaging, ziet Gawain dit als een uitgelezen kans om aan de koning zijn moed te bewijzen en die ridderstitel binnen te halen. Het gevolg van de uitdaging is wel dat hij één jaar later op een queeste moet trekken die hem langs dieven, geesten en naakte reuzen zal brengen.
Voor ons was The Green Knight vooral een vertelling over wie je als mens hoopt te zijn en hoe dat uit elkaar kan liggen met de werkelijkheid. Gawain zou graag een dappere, onbevreesde en koene ridder zijn, maar is dat niet meteen. Maar, dat ook zelf wetende, gaat hij een uitdaging aan die hem dwingt om dapper te zijn, of op zijn minst de indruk te wekken om dat te zijn. Tijdens zijn tocht kan Gawain dan ook tegen iedereen die hij tegenkomt zeggen dat hij een dappere ridder is die op een queeste is.
Gawain probeerde moedig te zijn, David Lowery en productiemaatschappij A24 die de film maakte voor Amazon Prime waren het. The Green Knight is een artistieke, compromisloze en trage film die een deel van zijn publiek zal bekoren, maar een ander deel zeker ook zal afschrikken. Feit is wel dat de film er prachtig uitziet, dat de muziek een echte meerwaarde is bij de beelden en dat we nooit iemand mooier eenzaam door mistige bossen hebben zien dwalen dan Gawain.
Wat het allemaal betekent, weten wij ook nog niet helemaal. Feit is dat we een prent gezien hebben die de tijd nodig heeft om in te zinken en die ons hoe dan ook zal bijblijven. Dat David Lowery geen toegiften heeft gedaan om een groter publiek te bereiken, maar gewoon de film heeft gemaakt die hij wilde maken, verdient lof. Of de kijker mee is of niet, zal ervan afhangen of je je hoofd kan uitschakelen en je kan laten meevoeren op de stroom. Of niet.
Score: 7/10
The Man Who Sold His Skin: mooie film die zijn boodschap er iets te hard in ramt
Was The Green Knight niet zo transparant: The Man Who Sold His Skin is dat duidelijk wel. Deze film – het product van vereende krachten uit Tunesië, Frankrijk, België, Duitsland en Zweden – is heel duidelijk in wat hij wil vertellen en misschien zelfs net iets te duidelijk. De film werd geïnspireerd op Tim, een levend werk van kunstenaar Wim Delvoye.
Het verhaal draait rond Jeffrey Godefroi, een Amerikaans-Belgische kunstenaar en opmerkelijke rol van Koen De Bouw, die de rug van een Syrische vluchteling wil tatoeëren. De Syrische vluchteling in kwestie is Sam Ali en moest het land ontvluchten omdat hij zich in het openbaar uitsprak voor de revolutie en daarmee enig feestgedruis veroorzaakte op een trein. Sam stemt toe met het plan van Jeffrey en wordt daar ook rijkelijk voor vergoed. Daarnaast moet hij ermee instemmen om ook aanwezig te zijn op elk van de geplande tentoonstellingen als levend kunstwerk.
Ook hiermee stemt Sam in, maar hoewel hij het leven lijdt waar hij in Syrië nooit van had durven dromen met kamers in een vijfsterrenhotel en toastjes met kaviaar als avondmaal begint hij zich als snel gebruikt te voelen. Hij wordt het voorwerp van een strijd die belangengroepen willen voeren en wordt door Jeffrey en zijn assistente als een object behandeld.
In zijn eerste deel was The Man Who Sold His Skin een film die zijn publiek zelf deed nadenken en zijn eigen conclusies deed trekken. Maar hoe meer deze prent zich naar het einde toe beweegt, hoe meer de conclusies erin worden geramd. The Man Who Sold His Skin beweegt zich steeds meer en meer naar het absurde – van een puist die operatief verwijderd moet worden, tot Sam die verkocht en geveild wordt – en dat maakt de film niet méér, maar net minder krachtig.
The Man Who Sold His Skin ontwikkelt zich tot een mengelmoes van Black Mirror en The Square, maar zou naar ons gevoel een krachtiger verhaal hebben verteld zonder het laatste gedeelte. Nu zit de hart van de prent in het liefdesverhaal tussen Sam en Abeer: het hunkeren naar elkaar, maar het onmogelijk bij elkaar kunnen zijn, levert de mooiste scènes op.
Score: 7/10