Het mooie aan de cinema is dat het een plek is waar je op ieder moment kan binnenstappen en toch voor ieder wat wils kan vinden. Onze twee films van deze week tonen dat mooi aan: Dune is een visueel verbluffende blockbuster terwijl Worth een film is die ver weg blijft van spectaculaire scènes en uiterlijk vertoon. De eerste wil je omver blazen, de tweede mikt op het hart.
Dune: Denis Villeneuve levert een visueel verbluffende blockbuster af, maar vergeet het hart
Denis Villeneuve en dat is altijd iets om blij mee te zijn. Sinds zijn doorbraakfilm Incendies uit 2010 heeft de regisseur zich ontwikkeld tot één van de meest interessante en baanbrekende verhalenvertellers van zijn generatie. Hij draaide uitstekende thrillers als Prisoners (2013) en Sicario (2015), vreemde dingen (Enemy, 2013), haalde ons emotioneel onderuit met Arrival (2016) en leverde een intelligente blockbuster af met Blade Runner 2049 (2017), een project dat alleen maar leek te kunnen mislukken maar in de handen van Villeneuve een goudklompje werd.
Villeneuve wordt steeds ambitieuzer in zijn projecten, want nu waagt hij zich aan Dune. Het is niet de eerste poging die gedaan werd om de scifi-klassieker van Frank Herbert uit 1965 te verfilmen, maar wel de meest geslaagde. Als voorbereiding op deze Dune herbekeken we onlangs de versie van David Lynch uit 1984 en daar is toch ergens iets mee misgelopen. Dit verhaal verfilmen is dan ook geen evidentie: Herbert schreef zes delen van Dune, samen goed voor ongeveer 3.500 pagina’s. Villeneuve heeft dan ook al besloten dat er minstens een tweede deel van Dune moet komen om het originele verhaal te kunnen blijven vertellen en te voorkomen dat dat in “a thousand pieces” uiteen zou vallen. De gehele officiële titel van deze film is dan ook Dune: Part One.
Als we een poging doen om de plot samen te vatten dan komen we ongeveer hierop uit: Dune speelt zich af op de planeet Arrakis, een planeet die door zowat iedereen verlaten is, behalve door gigantische zandwormen en de Vrijmans, een volk dat zich heeft weten aanpassen aan de gigantisch hete temperaturen op Arrakis. Toch is de planeet voor het gehele planetenstelsel van onschatbare waarde, want Arrakis is de enige planeet waar de genaamde ‘spice’ weet te groeien, een stof die door het hele heelal gebruikt wordt als brandstof voor interplanettaire verplaatsingen. We maken kennis met de Hertog van Altreides die met zijn familie op het punt staat om de planeet Caladan te verlaten. Hem is immers door de keizer opgedragen om naar Arrakis te trekken en daar de specieproductie weer op peil te brengen. Wanneer de familie Atreides op de nieuwe planeet aankomen, lijkt de plaatselijke bevolking de zoon Paul als een soort van profeet te aanzien.
Dune is altijd één van die projecten geweest die onverfilmbaar werd geacht, de status die Lord Of The Rings ook had tot Peter Jackson er zich eens aan zette. Villeneuve doet hier in zekere zin hetzelfde: een wereld die alleen nog maar op papier en dus in onze fantasie bestond naar beeld vertalen. Dat is geen evidente missie, maar het moet gezegd worden dat de regisseur daar zeker in geslaagd is. De woestijnplaneet ziet er indrukwekkend uit en wanneer de zandwormen – beesten die volgens de overlevering tussen de 125 en 400 meter lang kunnen worden – de ondergrond doet daveren en zich vervolgens omhoog stort op de overweldigende tonen van de soundtrack van Hans Zimmer, dan weet je: dit is waar cinema voor gemaakt is.
Ook de casting is uitstekend: Thimotée Chalamet was de enige keuze voor Villeneuve om Paul te vertolken en we begrijpen waarom: Chalamet is jong en charismatisch, maar heeft ook iets mysterieus in zich. Net als Villeneuve kunnen wij ons niet meteen iemand anders indenken voor de rol van Paul. Hetzelfde geldt voor Oscar Isaac, die diens vader de Hertog speelt, voor Jason Momoa als Duncan, de trouwe krijgsheer die ten dienste staat van de Hertog, en Rebecca Ferguson als de moeder van Paul. En dat Paul het te pakken krijgt voor Chani, gespeeld door Zendaya, hoeft ook niet te verbazen.
Tot hiertoe niets dan goeds, al heeft Dune wat ons betreft wel één groot probleem: waar grote aandacht is besteed aan de look, de sfeerschepping en de casting, slagen we er niet in om een emotionele connectie te maken met de personages of het verhaal. We begrijpen waarom de boeken vandaag tot de verbeelding spreken, want een planeet die quasi onbewoonbaar is geraakt omdat het er bij zonsopgang al 32°C is en waar mensen alleen maar kunnen overleven als ze speciale pakken aantrekken: bijna zestig jaar nadat Herbert het neerpende lijkt het meer en meer op onze toekomst. Ook de energiestrijd en zelfs de planetaire ruimtestrijd lijken geen verre toekomstmuziek meer. Alleen kon het ons in se weinig schelen wat er met Arrakis zou gebeuren. Er leek niets op het spel te staan waar we onszelf emotioneel mee konden verbinden. Dat was anders in Harry Potter (die een thuis vindt op Zweinstein en in de toverwereld en die probeert te vrijwaren), Lord Of The Rings (waar het draait om het voortbestaan van de wereld) of Star Wars (waar de strijd tussen goede en kwade krachten het toekomstbeeld zal bepalen).
Er worden weliswaar interessante vragen opgeworpen over kolonialisme, ecologisme, religie en bijgeloof en er zijn een aantal meer dan entertainende scènes te turven (Duncan tegen de Sardaukar op top!), maar uiteindelijk voelde Dune voor ons toch aan alsof Villeneuve een epische wereld heeft willen scheppen zoals die in pakweg Game Of Thrones, maar dat we nog maar zo geïnvesteerd zijn als na twee afleveringen van die HBO-serie.
Niemand zal beweren dat Dune een slechte film is, want dat is het niet. Allicht was niemand meer geschikt om dit verhaal tot leven te brengen dan Denis Villeneuve. Alleen is men tussen alle grote tableaus door die de kijker omver moesten blazen vergeten dat een filmliefhebber geraakt wil worden en in de eerste plaats met zijn hart kijkt. Het laatste gedeelte van de film werd in dat opzicht interessanter en met de intrede van Chani lijkt het tweede deel meer op dat hart van ons te gaan mikken. Jazeker, we kijken uit naar het tweede deel, maar van dit eerste deel werden we niet gehéél warm.
Dune is sowieso een zegen voor de cinema die nu weer hoogdagen lijkt te beleven. Binnen amper twee weken spelen Dune en No Time To Die broederlijk naast elkaar in de zalen: cinema zoals het wezen moet, alsof het nooit anders is geweest.
Score: 7/10
Worth: een ingetogen 9/11-drama dat zich richt op de littekens van de nabestaanden
Het hoeft niet te verbazen dat er dezer dagen een film de zalen is binnen gesijpeld die zich afspeelt in de dagen rond 9/11. Alleen biedt Worth ons wel een unieke insteek: er komt geen enkele terrorist in beeld, de beelden van de vliegtuigen die in de torens vliegen ontbreken volledig en de film speelt zich niet af in oorlogsgebied. Nee, Worth richt zich veeleer op de littekens van de nabestaanden. Opnieuw is het distributeur The Searchers die een film bij ons in de zalen brengt die op de meeste plekken in de wereld rechtstreeks op Netflix terecht kwam. We zijn ze dankbaar, die Searchers.
Michael Keaton speelt Kenneth Feinberg, een advocaat en docent, wiens bureau enkele dagen na de aanslagen wordt benaderd om het Victim Compensation Fund in goeie banen te leiden. Feinberg voelt zich geroepen en wil deze enorme taak zelfs pro deo op zich nemen en wordt door de regering-Bush aangesteld als Special Master. Concreet wil dit zeggen dat de overheid schadevergoedingen zal uitbetalen om een golf aan burgerlijke klachten te vermijden. De krijtlijnen waarbinnen dat gebeuren zal worden volledig uitgetekend door Freiberg en zijn medewerkers.
Feinberg moet dus beginnen nadenken over een manier om menselijke waarden en lijden te meten: wie een ledemaat verloren heeft, krijgt minder dan wiens leven erbij is ingeschoten, wie getrouwd is, is meer waard dan wie alleenstaand is. En iemand die kinderen heeft, had meer menselijk kapitaal dan iemand zonder vruchten uit de eigen schoot. Er is immers een objectieve maatstaf nodig, meent hij, om de meer dan 5.000 slachtoffers op een eerlijke en rechtvaardige manier te kunnen vergoeden. Gedurende drie jaar treedt hij op als bemiddelaar voor de nabestaanden, maar wordt hij ook het doelwit van hun leed en frustraties, want geen enkele cheque kan de pijn van hun verlies verzachten.
Al snel wordt Feinberg ook geconfronteerd met die mensen die ook geleden hebben, maar niet binnen de grenzen van de opgestelde wet vallen, de zogenaamde uitzonderingen. Wat doen we bijvoorbeeld met mensen die niet getrouwd zijn of een andere niet-erkende relatie hadden? Wat met een vrouw die twee kinderen had van een brandweerman die er een dubbelleven op nahield naast zijn huwelijk? Het zijn die pakkende getuigenissen die Worth – naast het ethische vraagstuk – zijn hart en zijn stem geven omdat Feinberg op die manier wordt geconfronteerd met het feit dat een objectieve maatstaf altijd zal tekortkomen.
Worth is een ingetogen drama gedragen door uitstekende acteurs – Michael Keaton! Amy Ryan! Stanley Tucci! – die altijd vakwerk afleveren, maar tegelijkertijd anoniem genoeg zijn om een advocaat in de herfst van zijn carrière of een rouwende weduwenaar te spelen. Het verhaal kent een voorspelbaar verloop – je weet dat de advocaten hun vooropgestelde 80% inschrijvingen op het fonds zullen halen – en natuurlijk ziet de advocaat zijn fouten in en maakt hij een emotionele bocht, maar dat doet niets aan het kracht van het verhaal af. Worth zorgt er ook voor dat je zelf de denkoefening gaat maken: hoe veel is een mensenleven nu eigenlijk waard? En valt dat eigenlijk wel te meten?
Score: 8/10