In november 2020 haalde president Trump makkelijk de staat Florida binnen. Hij won de “Sunshine State” van Joe Biden met 51,2 procent van de stemmen. “Florida heeft in 2020 waarschijnlijk de meest transparante en efficiënte verkiezingen van het land gehouden”, zei de Republikeinse gouverneur Ron DeSantis een jaar geleden in een toespraak. Toch richt hij nu een aparte politieafdeling voor “wangedrag en veiligheid bij verkiezingen” op. Woensdag heeft de Republikeinse meerderheid in het regionale parlement een wet van deze strekking aangenomen.
Omdat het populistische idee ook veel Republikeinen niet echt kon overtuigen, schrapten de parlementsleden delen van het plan. Eerder dan jaarlijks 6 miljoen dollar te investeren en 52 werknemers te rekruteren zal de politie-eenheid het met 2,5 miljoen dollar en 25 man moeten doen.
De oppositie wijst erop dat onregelmatigheden bij de verkiezingen in Florida zeer zeldzaam zijn. Ze vraagt zich af waarom miljoenen moeten worden geïnvesteerd in een niet bestaand probleem. De Democraten vrezen eerder dat DeSantis de politiemacht zou kunnen gebruiken om politieke tegenstanders hard aan te pakken.
“Men zoekt naar misdaden waar er geen zijn”
De nieuwe wet legt niet alleen de basis voor het toezicht op verkiezingen. Ze voert tegelijkertijd zware sancties in voor praktijken die voorheen heel gewoon waren. Met name organisaties die zich bezighouden met het zogeheten “oogsten van stembiljetten” riskeren nu boetes. Tot 50.000 dollar en gevangenisstraffen tot 5 jaar. In de VS is het in veel regio’s gebruikelijk dat vrijwilligers van vakbonden, kerken of andere vzw’s stembiljetten inzamelen bij burgers die de reis naar de stembus niet kunnen maken. Dit zal nu niet meer mogelijk zijn.
Joe Scott, de verkiezingstoezichthouder in Broward County, de op een na grootste kiesregio in de VS, vreest van zijn kant dat de nieuwe politiemacht veel kiezers en organisaties die hen willen helpen, zou kunnen afschrikken. “Men zoekt naar misdaden waar er geen zijn”, luidt het.
“Don’t Say Gay” en “Stop Woke” slaan aan
DeSantis laat het niet aan zijn hart komen. Dankzij zijn politieke pleidooi voor strengere verkiezingswetten, een strenger immigratiebeleid, een strengere abortuswet, tegen al te strenge coronamaatregelen en tegen de woke-cultuur, is hij in conservatieve kringen de populairste figuur naast Trump. Dat hij in november herverkozen zal worden lijdt geen twijfel.
Vorige week werd de “Don’t Say Gay”-wet goedgekeurd. Die verbiedt leraren tot en met het derde leerjaar om zaken te vertellen over seksuele geaardheid of genderidentiteit. Nu volgt snel de “Stop Woke”-wet. Die verbiedt leraars zaken te vertellen waardoor studenten zich schuldig zouden kunnen voelen over de daden van hun voorouders. Het wetsvoorstel is onderdeel van de conservatieve cultuuroorlog tegen de “critical race theory”. Dat concept gaat uit van een structureel racisme in de Amerikaanse instellingen dat voortdurend blanken bevoordeelt en zwarten benadeelt. De Republikeinen beschuldigen het vaak Democratisch gezinde onderwijzend personeel ervan kinderen ten onrechte dit Afro-Amerikaanse slachtofferdenken bij te brengen en zo het ideaal van meritocratie te ondermijnen.
Met al deze initiatieven en maatregelen lijkt DeSantis zo goed te scoren bij zijn achterban dat zijn verkiezingspolitie amper werk zal hebben.
(jvdh)