MR heeft niet alleen kneusjes: Sophie Wilmès, de nieuwe begrotingsminister, drukt meteen haar stempel

De MR heeft het lastig in de federale regering. Ministers Galant en Marghem komen niet bepaald positief voor de dag. Maar met Sophie Wilmès heeft de partij van premier Charles Michel wél een gouden transfer gedaan. Dat bewees Eric Van Rompuy (CD&V) gisteren, toen hij openlijk de berekeningen van de regering in vraag stelde.

Een verpletterende indruk heeft hij niet nagelaten, Hervé Jamar. Een hoogst sympathieke man, goedlachs, levensgenieter, maar als minister woog hij vederlicht. En toen de MR hem dan uiteindelijk verving, deed de naam Sophie Wilmès nauwelijks een belletje rinkelen.

Bij haar debuut werd Wilmès meteen al een ‘beginnersfout’ aangewreven. Want zij sprak van een gat van 2 miljard euro om de tax shift te financieren. Minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) zette het makkelijk weg: niets van aan, Wilmès had het nog niet helemaal begrepen.

Maar ondertussen is in regeringskringen een heel ander verhaal te horen: Wilmès is van een totaal ander kaliber dan Jamar. Ze volgde als parlementslid jarenlang de begroting, ze kent haar dossiers tot in de puntjes. “Dat voel je meteen als je met haar aan tafel zit, die laat zich niet zomaar in de hoek zetten”, zegt een insider.

Helemaal geen beginnersfout

Zou het kunnen dat Wilmès helemaal geen ‘beginnersfout’ maakte? Verschillende bronnen wijzen erop dat de begrotingsminister meteen, van bij het begin, haar “Houston, we have a problem” wilde doen. Want als je ziet dat er nog een gigantisch probleem op je afkomt, kan je maar beter meteen waarschuwen. Niemand kan dan nog zeggen dat Wilmès haar mond niet heeft open gedaan.

Waar gaat het ten gronde over? Wel, de tax shift is een spel van evenwichten en timing: welke taksen verlaag je wanneer en welke verhoog je? De lasten op arbeid gaan naar beneden, nog 300 miljoen meer dan eerst gepland. Plus, die verlaging is ook vervroegd van 2020 naar 2019. Dat slaat een put van 1,15 miljard. En daarnaast is er de roerende voorheffing (een belasting op interesten en dividenden), die verhoogd is van 25 procent naar 27 procent. Dat levert in 2016 nog 350 miljoen op, maar vanaf 2017 verliest de regering eraan. En zo kwam Wilmès dus aan 2 miljard tekort.

Van Rompuy: ‘Ik neem geen woord terug”

In de Kamer kwam Eric Van Rompuy, de begrotingsspecialist van CD&V, Wilmès helemaal gelijk geven. Helemaal op z’n Van Rompuys gooide hij er zelfs nog een miljard extra op, en schermde met 3 miljard als totale tekort op het einde van deze regeringsperiode. “Daar neem ik geen woord van terug”, zo zei Van Rompuy.

Er is voor 8 miljard lastenverlaging beloofd. Maar de economie groeit niet genoeg op dit moment. En aan inkomstenkant is het totaal onduidelijk wat er allemaal gaat binnenkomen, zo zegt Van Rompuy. “Een aantal inschattingen zijn met de natte vinger gebeurd. 550 miljoen inkomsten uit fraudebestrijding, 460 miljoen uit de Kaaimantaks en 900 miljoen terugverdieneffecten van jobgroei: daar is geen enkele zekerheid over.”

Van Overtveldt: “We saneren en komen met structurele hervormingen”

Uiteraard kon Van Overtveldt de uitval van Van Rompuy niet zomaar negeren. “Reeds tot in den treure toegelicht in parlement: geen gat in tax shift! Rekening klopt. Nu ook begroting op koers houden”. Dat laatste is een niet mis te verstaan signaal, ook aan Wilmès: er moeten nog wel wat inspanningen gedaan worden, voor zo’n 1 miljard.

Op de achtergrond speelt de discussie over het evenwicht in de begroting natuurlijk. De N-VA had, net als overigens CD&V, beloofd om deze legislatuur eindelijk dat tekort op de begroting weg te werken. Zeker Bart De Wever houdt vast aan dat doelwit: eindelijk een federale regering die de rekeningen doet kloppen. Maar dat botst met de besparingen, waar enorm veel protest tegen is, én met de lastenverlaging die minder inkomsten in kas brengen.

Uitgerekend gisteren kwam de Europese Commissie ook met een rapport over de financiële toestand van de lidstaten. Het tekort voor ons land zakt van 3,1 procent naar 2,7 procent, zowat 11 miljard. Minder goed dan gehoopt, maar wel ver uit de gevarenzone van die 3 procent. Van Overtveldt wees erop dat dat gebeurt via hervormingen en saneringen, maar de Commissie vraagt eigenlijk in haar rapport nog meer ‘structurele ingrepen’. Wat de groeicijfers betreft, is de Commissie optimistisch: 1,3 procent volgend jaar, en in 2017 zelfs 1,7 procent groei in de economie.

Meer
door Redactie
Lees meer...