Begin dit jaar telden de lidstaten van de Europese Unie nog een populatie van 446,8 miljoen mensen. Dat betekende een verlies van ruim 171.000 inwoners tegenover het jaar voordien. Dat blijkt uit een rapport van Eurostat, het Europese bureau voor de statistiek.
Daarmee werd de Europese Unie voor het tweede jaar op rij met een daling van zijn populatie geconfronteerd, nadat twee jaar geleden de uitbraak van de coronapandemie ook al een negatieve impact had laten blijken.
Natuurlijke daling
De Europese Unie werd het voorbije jaar geconfronteerd met een natuurlijke daling van de bevolking. Dit betekende dat er meer overlijdens dan geboortes moesten worden gemeld. Die negatieve impact kon niet volledig worden gecompenseerd door de toenemende immigratie.
De inkrimping moet volgens het rapport ook het voorbije jaar in belangrijke mate aan de impact van de coronacrisis worden toegeschreven. Mede onder invloed van de pandemie werden er in de Europese Unie 644.000 meer overlijdens opgetekend dan het jaar voordien.
Eurostat wijst erop dat over een periode van ruim zestig jaar de bevolking van de Europese Unie met 92,3 miljoen mensen is aangegroeid. Daarbij wordt wel opgemerkt dat deze groei de voorbije decennia een duidelijke vertraging heeft laten optekenen. In de jaren zestig van de voorbije eeuw kon immers een gemiddelde jaarlijkse groei met ongeveer 3 miljoen inwoners worden gemeld. Dat cijfer is inmiddels echter vertraagd tot gemiddeld 0,7 miljoen bijkomende inwoners per jaar.
België
Duitsland blijft met 83,2 miljoen inwoners de grootste lidstaat van de Europese Unie, gevolgd door Frankrijk en Italië. Deze drie landen herbergden begin dit jaar 47 procent van de totale bevolking van de Europese Unie. Daarna volgen Spanje, Polen, Roemenië, Nederland en België. De kleinste lidstaat van de Europese Unie is Malta met 0,5 miljoen inwoners.
Eurostat merkt verder op dat niet in elke lidstaat van de Europese Unie het voorbije jaar een inkrimping van de bevolking diende te worden opgetekend. Slechts in tien landen werd een achteruitgang van de bevolking geregistreerd.
De grootste terugval werd opgetekend in Italië, waar een verlies van 253.100 inwoners diende te worden gemeld. In de zeventien andere lidstaten groeide de bevolking daarentegen nog verder aan. De sterkste toename werd opgetekend in Frankrijk, waar de populatie met 185.900 eenheden aangroeide. Per hoofd van de bevolking werd de grootste groei – meer dan 0,8 procent – daarentegen geregistreerd in Luxemburg, Ierland, Cyprus en Malta. De sterkste daling op dit vlak werd geregistreerd in Kroatië en Bulgarije.
De cijfers tonen aan dat België begin dit jaar ruim 11,6 miljoen inwoners telde. De Belgische bevolking groeide daarbij het voorbije jaar met zo’n 62.000 mensen aan. Dat was vooral te danken aan de migratie, waarbij een netto immigratie van 58.118 personen werd opgetekend. Daarnaast was er een natuurlijke bevolkingsaangroei van bijna 6.000 mensen, het gevolg van 118.300 geboortes en 112.300 overlijdens.
(as)