Dit is hoe een privaat bedrijf wil onderzoeken of er zich leven op Venus bevindt

In 2020 maakten astronomen een opvallende ontdekking. De atmosfeer van Venus, onze planetaire buurvrouw, zou fosfinegas bevatten, een gas dat op aarde voornamelijk wordt gecreëerd door biologische processen. Een private missie die volgend jaar wordt gelanceerd, moet nu uitzoeken wat er aan de hand is.

De ontdekking van fosfinegas in de atmosfeer van Venus heeft wat losgemaakt bij astronomen. Nadat de planeet grondig werd bestudeerd in de jaren 1960 en ’70, daalde de interesse in de daaropvolgende jaren traag maar zeker. In de voorbije drie decennia zijn er maar acht missies naar de planeet gevlogen, waarvan eigenlijk slechts twee dienden om Venus zelf te bestuderen. De rest bezocht de planeet enkel om het zwaartekrachtsveld te gebruiken om een boost te krijgen, of deed simpelweg een flyby, waarbij een ruimtetuig eenmalig langs de planeet vloog. 

Nadat de studie verscheen, kozen de NASA en de ESA, respectievelijk de Amerikaanse en Europese ruimteagentschappen, drie missies om naar Venus te reizen. NASA wil in het komende decennium de sonde VERITAS in een baan rond de planeet brengen, en met de DAVINCI+ de atmosfeer betreden. De Europese missie, EnVision, zal in de jaren 2030 radarafbeeldingen nemen van de oppervlakte van Venus. Ook China en India zouden plannen hebben om Venus terug te verkennen. 

Toch is niet alles wat het lijkt. Uit een studie die in 2021 werd gepubliceerd, blijkt dat er zich misschien toch geen fosfinegas in de atmosfeer van de planeet bevindt. Maar het hek is van de dam: wetenschappers lijken nu terug te beseffen hoe weinig ze eigenlijk weten over Venus. Het probleem is echter dat de geplande missies eind dit decennium, of zelfs pas in de jaren 2030 worden gelanceerd. Maar sommige mensen willen niet zo lang wachten. 

Rocket Lab

Ook Peter Beck, CEO van het private ruimtevaartbedrijf Rocket Lab, is niet zo geduldig. Met zijn bedrijf, dat vooral bekend staat om de lancering van lichte satellieten en andere kleine ruimtevrachten, wil Beck nu een eigen missie naar de planeet lanceren. 

In 2023 (of 2025 als dat niet lukt) zou Rocket Lab een raket moeten lanceren, met aan boord een ruimteveer met de naam Photon. In juni van dit jaar werd al een Photonmissie naar de maan gelanceerd in opdracht van de NASA. Aan boord bevond zich een satelliet die in november in een baan rond de maan zal worden gebracht, nadat het een iets of wat omslachtige omweg maakt om brandstof te besparen. 

Beck wil volgend jaar met dezelfde technologie een sonde naar Venus brengen, die de atmosfeer van de planeet moet betreden. Die wordt momenteel ontwikkeld door een team van zo’n 30 mensen, onder leiding van het Massachusetts Institute of Technology (MIT). Als zij erin slagen om dat op tijd te doen, zal in mei volgend jaar al een missie worden gelanceerd. Die zou in oktober van datzelfde jaar al aankomen. 

98 procent goedkoper

Sara Seager, projectleider van de ontwikkeling van de sonde, vertelt aan Technology Review dat de missie de “simpelste, goedkoopste en beste” manier is om een nieuwe ontdekking te doen. De Venusmissie zal maar 10 miljoen dollar kosten, een stuk minder dan de geschatte 500 miljoen per NASA-missie. 

Omdat het project zo goedkoop is, zal het echter wel over zeer beperkte capaciteiten beschikken. De sonde zal naar schatting maar zo’n 20 kilogram wegen en zal ongeveer zo groot zijn als een microgolfoven. Aan boord zal zich maar één instrument bevinden, een ‘autofluorescerende nefelometer’, ofwel een apparaat dat een ultraviolette laser zal afvuren op deeltjes in de atmosfeer van Venus, om na te gaan of er zich complexe organische verbindingen bevinden.

Het instrument zal echter niet in staat zijn om fosfine te detecteren, omdat de sonde te klein is om apparatuur mee te nemen die daartoe in staat is. Om de observaties te doen, hebben de wetenschappers bovendien maar zo’n vijf minuten de tijd. De sonde zal immers in de atmosfeer worden gegooid, waarna het via radiogolven data zal terugsturen naar de aarde, hopelijk totdat het na een uur lang durende afdaling neerstort op de oppervlakte van Venus. De kans is echter groter dat het na zo’n vijf minuten al de verbinding zal verliezen. 

“Tijd in de wolken”

“We hebben meer tijd in de wolken nodig”, zegt Seager. De wetenschapper zegt dat zij en haar team om die reden al werken aan opvolgers van deze eerste private missie. “Idealiter met iets groter dat meer instrumenten aan boord heeft”, zegt de onderzoekster. “Een uur zou al genoeg zijn om te zoeken naar complexe molecules, niet alleen om hun voetafdruk te zien.”

Hoewel de eerste missie dus maar een beperkte impact zal hebben, hoopt Rocket Lab wel dat het op deze manier een nieuw marktsegment zal openen voor kleinschalige missies. Missies van ruimteagentschappen zijn immers dure affaires, die soms jaren- of zelfs decennialang in de maak kunnen zijn. Door kleine, goedkope missies uit te voeren die al beperkte data kunnen terugsturen, zouden private missies snel kunnen bevestigen of juist ontkrachten wat in studies werd beschreven. 

Op die manier kunnen ruimteagentschappen zich beter voorbereiden op hun eigen missies, of juist beslissen om toch niet naar een bestemming te gaan, als blijkt dat observaties misschien toch niet zo boeiend waren als aanvankelijk gedacht. De kans dat een missie zoals die van Rocket Lab echter een grote ontdekking maakt, zoals de aanwezigheid van microben, is volgens Beck zeer klein. “Maar het is het proberen waard.”

(jvdh)

Meer
Lees meer...