De vervuiling van de wereldzeeën door microplastics kan voor mosselen een grote bedreiging vormen. Dat blijkt uit een studie van wetenschappers aan het Plymouth Marine Laboratory, die gedurende een periode van drie maanden de impact van microvezels op jonge blauwe mosselen – met een lengte van maximaal één centimeter – hebben bestudeerd.
Vervuiling door microplastics leidt tot kleinere mosselen
Waarom is dit belangrijk?
Dit kan aanzienlijke gevolgen hebben voor de wereldwijde mosselcultuur. De vervuiling leidt immers tot een tragere groei en kleinere populaties. Daarmee zou bovendien ook een pijler van de voedselvoorziening van de mens in het gedrang kunnen komen.De context: Plastic vervuiling vormt voor de mariene fauna een grote bedreiging. Over de hele wereld zijn stranden door plastic flessen en zakken gepollueerd, maar ook microplastics – delen kunststof met een omvang van minder dan vijf millimeter – vormen een wezenlijk gevaar.
De boosdoeners: textiel en vissersnetten.
- Microvezels vormen het meest voorkomende type microplastic en vertegenwoordigen tot 91 procent van de microplastics die in de wereldzeeën worden aangetroffen. “Deze minuscule vezels zijn afkomstig van textiel en de slijtage van vissersmateriaal”, voert onderzoeksleider Chris Walkinshaw, bioloog aan het Plymouth Marine Laboratory, aan. “De microplastics mengen zich tussen het voedsel dat door zeedieren wordt opgenomen.”
- “Vooral schelpdieren, die zich voeden door klein organisch materiaal uit het water te filteren, blijken bijzonder kwetsbaar. Er is al aangetoond dat schelpdieren veel hogere concentraties microplastics opnemen dan de meeste andere zeedieren.”
- De onderzoekers stelden vast dat een langdurige blootstelling aan microvezels polyester uitmondde in een langzamere groei en uiteindelijke kleinere mosselen. “Jongere dieren zijn voor veranderingen in hun biotoop over het algemeen kwetsbaarder dan volwassen exemplaren”, verduidelijkt Walkinshaw. “Onder meer moet er daarbij op worden gewezen dat jongere mosselen in de vrije natuur hogere sterftecijfers vertonen dan volgroeide dieren. Dat is vooral het gevolg van predatie.”
“Indicatorsoort”
Uitgezoomd: “Blauwe mosselen zijn voor wetenschappers een belangrijke indicatorsoort, want deze dieren maken bredere trends in het ecosysteem duidelijk”, geeft de Engelse bioloog nog aan.
- “Doordat ze voortdurend water filteren, worden blauwe mosselen aan verontreinigende stoffen blootgesteld en zijn ze dus een goede indicator voor de waterkwaliteit.”
- “Mosselen vormen tevens een belangrijk onderdeel van de mariene voedselzekerheid. Wanneer in de vrije natuur een verminderde groei optreedt, kan een schok in het mariene ecosysteem, maar ook in de aquacultuur, worden ervaren.”
Meer details: De blauwe mosselen die waren blootgesteld aan de hogere concentratie van microvezels polyester (tot tachtig delen per liter water) bleken aanzienlijk kleiner dan populaties die op een betere waterkwaliteit konden terugvallen.
- Een zware blootstelling aan polyester bleek de groei van de dieren met gemiddeld 36 procent te vertragen. Een zware blootstelling aan microvezels katoen bleek daarentegen niet tot een significante afname van de groeisnelheid van jonge mosselen te leiden.
- De verminderde groei van de mosselen als reactie op de blootstelling aan de plastic microvezels zou volgens de wetenschappers mogelijk door een verschuiving in het energiebudget – het evenwicht tussen de opgenomen en verbruikte energie – kunnen worden veroorzaakt.
- “Deze veranderingen kunnen teweeg worden gebracht doordat de mosselen hun voedingsgedrag aanpassen om de consumptie van microvezels te vermijden”, zegt Walkinshaw. “Energie die in betere omstandigheden voor de groei wordt gebruikt, dient nu immers te worden aangewend om de opgenomen microvezels te verwerken of moet worden gebruikt voor het herstel van de schade die door de vervuiling is veroorzaakt.”
Ecosysteem
De bredere impact: Een verminderde groei van de mosselen kan volgens de studie op zijn beurt voor het hele ecosysteem aanzienlijke gevolgen hebben.
- “Jonge mosselen groeien snel en bereiken in een periode van twaalf tot vierentwintig maanden een verkoopbare grootte”, stipt Walkinshaw aan. “De jonge individuen moeten echter zowel met elkaar als met andere soorten om voedsel en ruimte concurreren.”
- “Jongere mosselen die niet zo snel kunnen groeien, kunnen door andere soorten worden weggeconcurreerd en worden in grotere mate door predatoren opgejaagd.”
- “Kleinere mosselen hebben tevens een lagere voedingswaarde. Roofdieren zoals krabben, wulken, zeesterren en vele vogelsoorten zullen dan ook wellicht grotere aantallen van deze kleinere prooien moeten consumeren om zich te kunnen voeden. Dit kan gevolgen hebben voor de populaties van zowel de mosselen als hun roofdieren.”
Impact op de mens: “Ook de mens zal echter, als consument van schelpdieren, de gevolgen van de kleinere mosselen ervaren.”
- Oesters, mosselen en Sint-Jakobsschelpen alleen al leveren jaarlijks meer dan acht miljoen ton voedsel aan de wereldbevolking.
- Lagere groeisnelheden betekenen echter dat de mosselen er langer zullen over doen om tot een oogstbare omvang uit te groeien.
- Kleinere dieren en een langere doorlooptijd kunnen dan ook in de toekomst de rentabiliteit van de aquacultuur verminderen.
Nog meer slecht nieuws: “De impact van de vervuiling zou in realiteit mogelijk nog hoger kunnen zijn dan uit het onderzoek naar voor is gekomen”, werpt Walkinshaw nog op.
- “In zwaar vervuilde biotopen konden immers concentraties tot ruim 180 delen microplastics per liter worden gemeten. Dat is meer dan het dubbele van de maximale concentraties die in onze studie werden gebruikt.”
- “Bovendien moet worden gemeld dat sommige microplastics zelfs nog te klein zijn om te kunnen worden gemeten.”
(evb)