In België zijn werkloosheidsuitkeringen niet beperkt in de tijd, maar de vijf politieke partijen die nu onderhandelen over de federale regering willen daar verandering in brengen. Ze stellen een limiet van twee jaar voor, maar volgens een studie van de Universiteit Gent is dat te lang.
Werkgevers maakt het niet uit dat een sollicitant werkloos is, maar wel hoe lang dat al duurt. Onderzoekers Liam D’hert en Louis Lippens van UGent en arbeidseconoom Stijn Baert (UGent) analyseerden 28 internationale studies over 67.000 sollicitaties. Ze ontdekten dat mensen die langer dan een jaar werkloos zijn, gemiddeld 21 procent minder kans hebben om aangenomen te worden. Hoe langer iemand werkloos is, hoe kleiner de kans dat een werkgever hen aanneemt.
Maar werkloos zijn betekent niet automatisch dat je geen kans maakt. Mensen die tot zes maanden werkloos zijn, hebben zelfs meer kans om aangenomen te worden dan iemand die nog een baan heeft. Dit komt omdat werkgevers soms afgeschrikt worden door de opzegtermijn die iemand nog heeft bij hun huidige baan.
Werkgevers denken vaak dat mensen die lang werkloos zijn, minder gemotiveerd en productief zijn. Vooral als er veel banen beschikbaar zijn, denken ze dat langdurige werkloosheid te wijten is aan de houding of vaardigheden van de sollicitant.
Beperken tot twee jaar?
Alle politieke partijen die nu onderhandelen willen werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperken. Twee jaar wordt vaak genoemd. Werkgeversorganisaties vinden dit ook een goed idee. Zo stelde Unizo-bestuurder Danny Van Assche in zijn verkiezingsmemorandum voor om de uitkering te beperken tot maximaal twee jaar.
Maar de studie laat zien dat werkzoekenden al na zes maanden minder kans hebben op een baan. Baert vindt dat een aanpak nodig is die korter op de bal speelt. Hij stelt voor om de uitkering sneller af te bouwen, bijvoorbeeld na drie en zes maanden, in plaats van pas na twee jaar.
Baert benadrukt ook dat de activering van werklozen beter moet. Er is een groot verschil tussen de werkzaamheidsgraad in Vlaanderen en in Brussel en Wallonië. Hij vindt dat de volledige regelgeving moet worden hervormd om te voorkomen dat mensen andere vangnetten, zoals een leefloon, gaan zoeken. Dit helpt namelijk niet om meer mensen aan het werk te krijgen.
Oud plan van Kris Peeters
Een mogelijkheid: Een oud plan van Kris Peeters (cd&v) weer oppakken. De Vivaldi-regering had als doel om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent te bereiken. De volgende regering wil dit waarschijnlijk ook. Om dit te bereiken, zijn verregaande arbeidshervormingen nodig.
Baert denkt dat het verstandig is om een oud plan van voormalig minister van Werk Kris Peeters weer op te pakken. Dit plan bevatte ook compenserende maatregelen voor werknemers met een laag inkomen. Alleen een beperkende maatregel invoeren zonder compensatie helpt niet veel als de regering meer mensen aan het werk wil krijgen.