De Italiaanse regering heeft een voorstel gelanceerd om ambtenaren de mogelijkheid te geven tot hun 70stee te blijven werken. Het plan, dat gericht is op het vrijwillig verlengen van de pensioenleeftijd, heeft een breed maatschappelijk debat ontketend. Terwijl de regering het ziet als een oplossing voor personeelstekorten, uiten vakbonden en experts hun bezorgdheid over de haalbaarheid en gevolgen van deze maatregel.

Italië worstelt met een vergrijzende bevolking en een krimpende beroepsbevolking. De gemiddelde leeftijd in het land ligt inmiddels op 48 jaar, en in verschillende overheidssectoren zoals het onderwijs, de gezondheidszorg en justitie zijn er steeds grotere personeelstekorten.

De regering van Italië hoopt dat door de pensioenleeftijd te verlengen, ervaren ambtenaren langer in dienst blijven en de druk op de pensioenstelsels wordt verminderd. Dit zou bovendien een oplossing bieden voor de dreigende golf van pensioneringen die het land in de komende jaren te wachten staat.

Zorgen over de fysieke en mentale belasting

Vakbonden hebben echter kritiek op het voorstel. Ze vrezen dat werknemers in fysiek of mentaal veeleisende functies, zoals leerkrachten en zorgverleners, niet in staat zullen zijn om tot hun 70stee te blijven werken. Ze stellen ook vragen over de impact op de gezondheid en productiviteit van oudere werknemers.

Hoewel de maatregel vrijwillig is, waarschuwen critici dat het mogelijk druk kan uitoefenen op werknemers om langer te blijven werken dan ze eigenlijk zouden willen.

Europese context: pensioenleeftijd als heet hangijzer

De discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd is niet uniek voor Italië. Ook in andere Europese landen staat het onderwerp hoog op de politieke agenda. In Duitsland is de pensioenleeftijd voor bepaalde groepen al geleidelijk verhoogd, en in Frankrijk blijft het een heftig besproken thema in verkiezingscampagnes. De vraag hoe Europa omgaat met een vergrijzende bevolking en de financiële houdbaarheid van pensioenstelsels wordt steeds urgenter.