Drie maaltijden per dag, medische zorgen, propere kleren en af en toe een douche, ’t blijkt momenteel allemaal niet evident in de Belgische gevangenissen. De cipiers staken al drie weken en de toestand in de gevangenissen blijkt schrijnend. En de Belgische staat krijgt het ene na het andere kort geding aangespannen, nu opnieuw van drie gevangenen in Vorst.
“Wij hebben 1 paar kousen, 1 broek, 1 hemd, 1 handdoek, 1 onderbroek en dit sinds 18 april. Wij krijgen geen vervangende kledij, waardoor wij genoodzaakt zijn alles zelf te wassen met de hand, in een wasbak zonder warm water.” Dat is een fragment uit het dagboek van de cliënt van advocaat Alexander Hamels.
De man, die in de gevangenis van Vorst zit, schrijft dat ze al weken geen beweging meer krijgen, dat het afval niet opgehaald wordt, dat ze hun cel niet mogen kuisen, geen wc-papier hebben, slechts één keer per dag eten krijgen en geen medische zorgen krijgen. “Er wordt altijd beloofd: straks, straks.”
1.500 euro/dag
De gedetineerde spande een kort geding aan tegen de Belgische staat, en de Brusselse rechtbank van eerste aanleg veroordeelde die tot een dwangsom van 1.500 euro per dag, als aan de gedetineerde nog basisbehoeften worden ontzegd, en per inbreuk. En vandaag laat advocaat Hamels weten dat ook drie andere gevangenen uit Vorst de staat voor de rechtbank dagen.
Dinsdag komt de zaak voor de rechtbank van eerste aanleg, maar daar eindigt het waarschijnlijk niet bij. Hamels laat weten dat hij werkt aan een derde, ruimere klacht: “Teneinde, zolang de staking duurt, met behulp van dwangsommen de mensenrechtenschendingen een halt toe te roepen. In een toekomstige procedure zal dan schadevergoeding worden geëist op basis van de onmenselijke en vernederende behandeling die de Belgische Staat zijn eigen onderdanen laat ondergaan.”