Gezichtsherkenning en vingerafdrukscans, ooit gezien als inbreuk op privacy, worden stilaan de norm in luchthavens wereldwijd. Waar biometrische technologie aanvankelijk op weerstand stuitte, lijken reizigers er zich steeds comfortabeler bij te voelen.
Volgens het nieuwste Passenger IT Insights-rapport van luchtvaartbedrijf SITA is het aandeel reizigers dat nog nooit biometrische technologie gebruikte, gedaald van 41 procent in 2024 naar 31 procent dit jaar. Vooral jonge reizigers en frequente vliegers omarmen de technologie het snelst. De toegenomen bekendheid met gezichtsherkenning via smartphones en werktoegangssystemen speelt daarbij een rol.
Sarah Samuel, topvrouw bij reistechnologiebedrijf Amadeus, vergelijkt de evolutie met de on-demand-cultuur van Uber en Netflix: mensen verwachten dat reizen even vlot en gepersonaliseerd verloopt.
Azië loopt voorop
In regio’s als Azië-Pacific en het Midden-Oosten is de adoptie van biometrie het hoogst. Luchthavens in Singapore, Japan en Bali tonen hoe wachtrijen verdwijnen door automatische identificatie. Amadeus werkt nu aan ‘proximity biometrics’, waarbij passagiers via hun smartphone digitaal inchecken en identificeren — waarna alle gegevens bij vertrek worden gewist.
Privacy blijft gevoelig
Toch blijft privacy een groot aandachtspunt. Slechts 3 procent van de reizigers zegt zich geen zorgen te maken over biometrische gegevens. Vooral Japanse reizigers zijn terughoudend om data te delen, terwijl Indiërs zich het minst druk maken. De balans tussen gemak en privacy blijft dus precair, maar één ding is duidelijk: biometrie is op weg om het nieuwe paspoort van de toekomst te worden.
