Japan overweegt een forse verhoging van de vertrekbelasting voor reizigers die het land verlaten. De maatregel moet het groeiende probleem van overtoerisme helpen aanpakken. De belasting, die nu 1.000 yen (5,6 euro) bedraagt, zou kunnen stijgen tot 3.000 yen (16,7 euro) of zelfs meer.
Later dit jaar beslist de regering over het definitieve bedrag, tijdens de bredere gesprekken over de belastinghervorming voor het boekjaar 2026. Binnen de regerende Liberaal Democratische Partij is er al eensgezindheid over een verdrievoudiging van de belasting vanaf maart 2027.
Er wordt ook gekeken naar gedifferentieerde tarieven. Zo ligt er een voorstel om zakenreizigers en passagiers in eerste klasse een hogere heffing van 5.000 yen (27,8 euro) op te leggen.
Belasting
De vertrekbelasting werd in 2019 ingevoerd en geldt voor alle vertrekkende reizigers, ongeacht nationaliteit of reisdoel. Een verhoging zou het herstel van het aantal Japanners dat naar het buitenland reist kunnen temperen, aangezien dat nog maar op 60 procent van het pre-coronaniveau zit.
Om die impact te beperken, onderzoekt de regering onder meer een verlaging van de paspoortkosten.
Recordinkomsten door toerisme
In het fiscale jaar 2024 bracht de vertrekbelasting 52,5 miljard yen (292 miljoen euro) op, een absoluut record. De inkomsten worden gebruikt om infrastructuur en voorzieningen voor buitenlandse bezoekers te verbeteren.
Maar door de aanhoudende groei van het toerisme nemen problemen zoals overbevolking en verstoringen op populaire bestemmingen toe, wat volgens de overheid extra maatregelen noodzakelijk maakt.
Japan nog altijd goedkoop
Internationaal gezien blijft de Japanse vertrekbelasting relatief laag. Dat is voor de regering en de coalitiepartijen een bijkomend argument om de tarieven op te trekken.
Premier Sanae Takaichi heeft minister van Toerisme Yasushi Kaneko opdracht gegeven om te onderzoeken hoe haalbaar de verhoging is en welke opties het meest effectief zijn.
