Van strandlopen, over kermisjoggings tot marathons: in de zomer wordt er traditioneel erg veel gelopen. Lopers overal ten lande bereiden zich al weken voor op hun moment de gloire, en tijdens al dat trainen zijn ze de volgende dingen zéker tegengekomen.
1. Opstaan met goesting. Om te lopen, welteverstaan.
Er zijn van die dagen… zelfs (een beetje) regen houdt je niet tegen.2. Beginnen met goesting, (over)moed en trots.
Het gaat zo vlot. Zie eens hoe snel je loopt. Dit wordt je beste loop ever.3. Dit is puur genieten: frisse lucht, wind in de haren.
Als je geluk hebt: ook met zon zon op je smoel.4. Maar niet voor lang: het gevecht met je haar.
Argh, de vloek van een halflang kapsel: niet lang genoeg voor een paardenstaart en niet kort genoeg om de wind geen vrij spel te geven.
5. Niet weten waar je naartoe moet met snot.
ALTIJD vergeet je zakdoekjes mee te nemen. En nee, die ‘professionele’ manier heb je niet onder de knie, al kan je hier wel leren hoe.
6. Beseffen dat lopen toch wel een beetje saai is.
Gelukkig kies je een gevarieerde route om het een beetje spannend te houden.7. Beginnen uitrekenen hoeveel procent je al gelopen hebt.
En hoeveel je nog aankan.8. Het besef dat je pas halfweg bent, weegt zwaar.
Het begon nog wel zo goed.9. Je afvragen of je gaat lopen wat je had gepland.
Of toch vroeger gaat stoppen. Want wat is nu het belangrijkst: dat je loopt of dat je een doel haalt?10. Oh nee, een verkeerslicht!
Stoppen? Ter plaatse joggen? Andere route nemen? Jay walking?11. Argh… wat doet die kinderwagen/wielertoerist daar?!
Zien ze niet dat je aan het lopen bent?
12. Iemand die je kent tegenkomen tijdens het lopen.
Interessante mix van: ‘Ik wil niet stoppen’, ‘Help, ik zie er niet uit’ en ‘Kijk eens hoe sportief ik ben’.13. Tijdens een goed moment tijdens het lopen, beslissen om er een extraatje aan te plakken.
Sneller, verder, beter, fitter!14. Daar niet zoveel later spijt van krijgen.
Maar je hebt geen keuze, want als je het te voet moet doen ben je te laat thuis.15. Beetje triest worden als je merkt dat je gemiddelde snelheid zakt.
Je troost je met de gedachte dat je ten minste loopt.16. Waarom doe je jezelf dit toch weer aan? Elke.Keer.Opnieuw.
Je bent zot. Echt. Knetter. Maar wel gezond.