De Britse pond schuift verder weg, naar een driejarig dieptepunt tegen de euro. Dat komt omdat de Britse regering duidelijk verdeeld is over hoe de UK uit de EU moet vertrekken. En de tijdstabellen zijn nu al belachelijk: het zou jaren kunnen gaan aanslepen. 

Iedereen in Londen City, het financiële hart van de UK, houdt zich vast aan de takken van de bomen. Want de Britse pond is weer verder aan het afglijden. Gisteren ging de munt naar een laagtepunt, met minder dan 1,15 euro per pond. Vlak voor het sluiten van de markt stond de munt op 1,490 euro per pond. Dat was niet gebeurd sinds augustus 2013, en het ziet er alleen maar slechter uit voor de toekomst.

Want de Britten zijn door de Brexit in zeer onzeker economisch vaarwater terecht gekomen: ze lopen het risico op een zware depressie, waarbij de economie in de UK stevig zou krimpen. Voor de Brexit was er de vrees dat héél de Europese economie zware tikken zou krijgen, maar wat opvalt is hoe verschillend het continent reageert. Daar is nauwelijks sprake van effecten op de economie. De euro-economie neemt dus afstand van de UK.

Dit is hoe de pond gisteren afgleed:

Eerder verloor het pond al gigantisch van de dollar, de koers staat op minder dan 1,29 dollar, wat in 31 jaar niet gebeurd is.

De recente spanning heeft te maken met het nieuws dat de Britse regering het fameuze artikel 50, dat de exit van een EU-lidstaat inluidt, misschien maar eind 2017 zal inroepen. Meteen verlaat de UK dan de EU maar ergens in 2019, een wel héél lange toestand van scheiding.

Maar de UK is gewoon niet klaar: er zijn niet genoeg onderhandelaars beschikbaar. Er zijn een hele reeks verdragen en regels die moeten heronderhandeld worden. Improvisatie blijft troef voor de Britten, die doorgaans erg goed georganiseerd zijn. En ondertussen blijft de druk op de financiële markten dus toenemen.