Iedereen beweert het, maar wie levert écht groene stroom? Greenpeace maakt het keiduidelijk

Hoe ‘groen’ is groene stroom? Niet altijd makkelijk om te weten, want quasi iedere leverancier noemt zichzelf groen tegenwoordig. Maar Greenpeace helpt ons om het bos door de bomen te zien. En het resultaat is ontnuchterend. Vooral kleine spelers scoren goed. Van de grote merken is er maar eentje die echt ‘groen’ is: Eneco.

Een betere wereld begint bij jezelf: het is een beetje een Bond Zonder Naam-slogan, maar voor energieleveranciers geldt het eigenlijk echt. Bij wie je stroom koopt heeft gewoon een heel stevige impact op je eigen ecologische voetafdruk.

Dat hebben zowat alle spelers op de energiemarkt vandaag ook heel goed door. Het argument van ‘groen’ te zijn wordt echt door quasi iedereen uitgespeeld. Maar vaak blijkt het marketing, een laagje groene vernis op wat eigenlijk gewoon ouderwetse kernenergie, of steenkool- of gascentrales zijn.

Daarom dus superhandig dat Greenpeace een overzicht gemaakt heeft van voor wie je moet kiezen, als je echt groen wil zijn. Veel excuses zijn er dan niet meer om van stroomleverancier te veranderen: tegenwoordig gaat dat makkelijk: zonder stroomonderbrekening, en de administratie die regelt je nieuwe leverancier.

Greenpeace is duidelijk: ‘afgeraden’ voor zowat alle grote spelers

Vrolijk word je niet van de resultaten. Want echt quasi alle grote spelers worden botweg afgeraden door Greenpeace. Ook Lampiris bijvoorbeeld, moet je niet doen volgens Greenpeace. Alleen Eneco komt hier goed uit. Een overzicht van de groten:

  • Engie (vroegere Electrabel): scoort maar 4 op 20. Afgeraden. “Ondanks de toenemende investeringen in hernieuwbare energie blijft het bedrijf in Europa sterk vasthouden aan zijn Belgische kerncentrales en aan de verlenging van hun levensduur. De leverancier plant ook investeringen in nieuwe kerncentrales in Groot-Brittannië.”
  • Eneco: scoort een straffe 18 op 20. Aanbevolen. “Eneco krijgt een hoge score doordat het uitsluitend investeert in hernieuwbare energie. Als vrij grote leverancier en producent betekent die houding een sterke steun voor de energierevolutie in Europa. Een voorbeeld om te volgen!
  • “Essent: scoort maar 8 op 20. Afgeraden. “Essent produceert zelf alle elektriciteit die het levert aan zijn klanten. Het probleem is dat die elektriciteit voor het grootste deel afkomstig is uit steenkool. Interessant is wel dat Essent steeds meer investeert in hernieuwbare energie.”
  • Eni: scoort maar 7 op 20. Afgeraden. “Ondanks de wil om zich steeds meer te onderscheiden in de ontwikkeling van zonne-energie, blijft Eni nog altijd sterk vasthouden aan energie op basis van fossiele brandstoffen. Om zijn score te verhogen, zal het zich dus moeten laten gelden op het gebied van hernieuwbare energie. Bovendien is Eni ook aanwezig aan de Noordpool om er naar olie te boren, waardoor het in de staart van ons klassement terechtkomt. Ben je klant bij Eni? Er zijn betere, veel betere leveranciers.”
  • Lampiris: scoort maar 8 op 20. Afgeraden. “Een groot deel van de door Lampiris geleverde elektriciteit wordt geproduceerd op basis van verbrandingsinstallaties en biomassa, en er zijn heel weinig investeringen gepland in windenergie en zonnepanelen, de meest groene energievormen. Door de overname van Lampiris door Total is het resultaat van Lampiris gedaald. De groep investeert nog altijd vooral in de productie van olie uit onder meer teerzand en (via Gazprom) olieboringen aan de Noordpool.”

De kleintjes: ook opletten geblazen

Van de kleintjes zijn er ook een pak die eigenlijk helemaal niet zo goed scoren. Twee bedrijven zijn de nummer 1 in Vlaanderen. Maar dat zijn twee coöperaties, je moet dus ‘aandeelhouder’ worden, geen klant. En de wachtlijsten zijn vaak erg lang:

  • Ecopower: scoort sterk met 20 op 20. Sterk aanbevolen. “Is een voorloper binnen de Europese federatie van coöperaties en ondersteunt op die manier de ontwikkeling van coöperaties in heel Europa. Het investeert sterk in bijkomende hernieuwbare capaciteit om in de toekomst meer klanten te kunnen bedienen.” Enig nadeel: het is een coöperatieve.

  • Wase wind: scoort 20 op 20. Sterk aanbevolen. “Wase Wind is een groenestroomproducent die fors investeert in hernieuwbare energie. Hoewel Wase Wind geen lid is van de federatie van coöperaties Rescoop, hebben we beslist om Wase Wind toch als dusdanig te beschouwen en deze coöperatie dus sterk aan te bevelen. We hechten immers veel belang aan de inspraak die haar coöperanten en de bewoners uit de omgeving krijgen. We maken hier een uitzondering op onze eigen methodologie en zullen dit van dichtbij opvolgen in de volgende editie van ons klassement.” Zelfde nadeel dus: die wachtlijsten.
Meer
door Redactie
Lees meer...